Woordenschat, woorden 1
1 / 31
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe laat kunnen we [de expert] verwachten?
A
directeur buitendienst
B
aannemer
C
deskundige
Slide 2 - Quizvraag
De [locoburgemeester] zal het beeld onthullen.
A
plaatselijke burgemeester
B
plaatsvervangende burgemeester
C
ex-burgemeester
Slide 3 - Quizvraag
Nu het duidelijk is hoe het allemaal zit, zal men hem [rehabiliteren].
A
ontslaan
B
zijn eer en goede naam in ere herstellen
C
aan het publiek voorstellen
Slide 4 - Quizvraag
Wil jij dat adres voor mij [lokaliseren]?
A
invoeren
B
aanvullen
C
de plaats vaststellen
Slide 5 - Quizvraag
Er is een [fnuikend] tekort aan leerkrachten.
A
dalende
B
noodlottig
C
toenemend
Slide 6 - Quizvraag
Denk je dat professoren [onfeilbaar] zijn?
A
saai zijn
B
onsportief zijn
C
geen vergissingen maken
Slide 7 - Quizvraag
De [diagnose] van het medisch onderzoek is nog niet bekend.
A
de voorgang
B
de vaststelling van de ziekteverschijnselen etc.
C
de precieze datum
Slide 8 - Quizvraag
Die jongen is [frequent] afwezig.
A
nooit
B
zelden
C
regelmatig
Slide 9 - Quizvraag
Het programma 'Big Brother' was een [hype].
A
rage
B
succes
C
fiasco
Slide 10 - Quizvraag
Voor dat beroep moet je [punctueel] zijn.
A
zelfstandig
B
precies
C
bijdehand
Slide 11 - Quizvraag
Tijdens die laatste vergadering zat zij voortdurend te [raaskallen].
A
onzin uit te kramen
B
nieuwe ideeën te lanceren
C
heel boos te worden
Slide 12 - Quizvraag
Dat schilderij hebben zij bij een [antiquair] gekocht.
A
verzamelaar
B
galerie
C
handelaar in oude kunst etc.
Slide 13 - Quizvraag
Wilt u een [kwitantie]?
A
betalingsbewijs
B
vrijkaartje
C
garantiebewijs
Slide 14 - Quizvraag
De [materiële schade] loopt in de miljoenen.
A
verzekerde schade
B
schade aan spullen, goederen, etc.
C
onverzekerde schade
Slide 15 - Quizvraag
Zij kunnnen [zich] dat niet [permitteren].
A
zich afvragen
B
zich herinneren
C
zich veroorloven
Slide 16 - Quizvraag
Na een tijdje moesten we [capituleren].
A
ons overgeven (toegeven)
B
uitrusten
C
opnieuw beginnen
Slide 17 - Quizvraag
Dat is een [penetrante] geur.
A
eetlust opwekkende
B
heerlijke
C
doordringende
Slide 18 - Quizvraag
Wij gaan de feestdag [evalueren].
A
voorbereiden
B
beoordelen
C
verplaatsen
Slide 19 - Quizvraag
De [notulen] zijn vandaag verstuurd.
A
uitnodigingen
B
verslag van de vergadering
C
voorwaarden
Slide 20 - Quizvraag
Dat bedrijf komt met een [noviteit].
A
heruitgave
B
beursgang
C
iets nieuws
Slide 21 - Quizvraag
Wil jij eens [analyseren] hoe dat zit?
A
uitleggen
B
grondig onderzoeken
C
bewijzen
Slide 22 - Quizvraag
Je moet je mening wel ergens [op baseren].
A
toelichten
B
aan koppelen
C
op funderen
Slide 23 - Quizvraag
Ik zal die pagina's een [perforeren].
A
kritisch bekijken
B
van gaatjes voorzien
C
kopiëren
Slide 24 - Quizvraag
Die soldaten zullen vannacht dat gebied [penetreren].
A
binnendringen
B
bespioneren
C
omsingelen
Slide 25 - Quizvraag
We hebben een [pamflet] uitgedeeld.
A
papier met tekst over actueel onderwerp
B
brochure
C
proefmonster
Slide 26 - Quizvraag
Die opmerking maakte haar [furieus].
A
gelukkig
B
woedend
C
onrustig
Slide 27 - Quizvraag
Je moet echt wat meer [initiatief tonen].
A
uitstraling hebben
B
blijdschap uiten
C
een eerste aanzet geven; iets op gang brengen
Slide 28 - Quizvraag
Ik ben [principieel] tegen roken.
A
uit overtuiging
B
meestal
C
bij voorbaat
Slide 29 - Quizvraag
Wij sturen u een prospectus.
A
klein drukwerk met informatie (soort folder)
B
bevestiging van een afspraak
C
herinnering om te betalen
Slide 30 - Quizvraag
Dat is geen kunst, dat is [kitsch].
A
gemakkelijk
B
bijzonder
C
namaak
