les 13 thema 1

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop alvast opstarten en inloggen bij lessonup, daarna je laptop omdraaien (met scherm naar de docent).
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop alvast opstarten en inloggen bij lessonup, daarna je laptop omdraaien (met scherm naar de docent).
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik vorige week.   
Voorbereiden  op de repetitie.   
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les, huiswerk bespreken.
Huiswerk af? (Controle).
B6: vraag 3, 5, 6 en 8 en vwo B8 vraag 3 en 4 waren voor veel mensen lastig.

Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks nog even om uitleg.

Nog even 12 vragen via lessonup over de leerdoelen van vorige week.
7 vragen over B6 en 5 over B8 

Slide 3 - Tekstslide

Bij muggenlarven vindt gaswisseling plaats via het celmembraan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

De larven van muggen leven in het water. Ze hebben een adembuis aan het achtereind van hun lichaam. Die adembuis staat in verbinding met de ademhalingsorganen en gaat naar het wateroppervlak.

Wat voor ademhalingsorganen hebben muggenlarven?
A
kieuwen
B
tracheen
C
longen
D
longzakken

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen longen van vogels en zoogdieren.
A
Die van vogels hebben in verhouding meer inhoud dan die van zoogdieren. Die van vogels zijn veel effectiever dan die van zoogdieren.
B
Die van zoogdieren hebben in verhouding meer inhoud dan die van vogels. Die van vogels zijn veel effectiever dan die van zoogdieren.
C
Die van vogels hebben in verhouding meer inhoud dan die van zoogdieren. Die van zoogdieren zijn veel effectiever dan die van vogels.
D
Die van zoogdieren hebben in verhouding meer inhoud dan die van vogels. Die van zoogdieren zijn veel effectiever dan die van vogels.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe haalt een honingbij adem?
A
Longen
B
Huid
C
Tracheeën
D
Kieuwen

Slide 7 - Quizvraag

Welk nummer geeft de ademhalingsopening van dit insect weer.
A
nummer 3
B
nummer 4
C
nummer 5
D
nummer 8

Slide 8 - Quizvraag


Bij het klokdiertje(zie foto) vindt stofwisseling plaats via het celmembraan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag


leg met behulp van de informatie uit dat een dolfijn zich niet kan verslikken

Slide 10 - Open vraag

Volgende vragen zijn over de vwo stof. Havo mag mee doen of alvast aan het werk gaan met de afsluiting.

Slide 11 - Tekstslide

Welke van onderstaande gewervelden zijn warmbloedig
meerdere antwoorden mogelijk.
A
vogels
B
vissen
C
zoogdieren
D
reptiel

Slide 12 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding. Welk van beide dieren is in staat in de winter een actief leven te leiden?
En in welk van beide dieren vindt in de winter de meeste verbranding plaats?


A
De koolmees kan in de winter een actief leven leiden; de meeste verbranding vindt plaats in de koolmees.
B
De koolmees kan in de winter een actief leven leiden; de meeste verbranding vindt plaats in de ringslang.
C
De ringslang kan in de winter een actief leven leiden; de meeste verbranding vindt plaats in de koolmees.
D
De ringslang kan in de winter een actief leven leiden; de meeste verbranding vindt plaats in de ringslang.

Slide 13 - Quizvraag

Tim zegt: Als dieren altijd dezelfde lichaamstemperatuur hebben, zijn ze warmbloedig
Karen zegt: Warmbloedige dieren hebben in een warme omgeving een hogere lichaamstemperatuur dan in een koude omgeving
A
beide hebben gelijk
B
beide hebben ongelijk
C
Tim: waar Karen: nietwaar
D
Tim: nietwaar Karen: waar

Slide 14 - Quizvraag

Zijn vleermuizen koudbloedige of warmbloedige dieren?
A
koudbloedige dieren
B
warmbloedige dieren

Slide 15 - Quizvraag

Een goudvis is een koudbloedig dier.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

De leerdoelen van deze week: 
Alle leerdoelen van het thema “Ademhaling en verbranding” uit week 2 t/m 7.

Slide 17 - Tekstslide

timer
10:00
Leerdoelen:
Alle leerdoelen van het thema “Ademhaling en verbranding” uit week 2 t/m 7.
Kun je bereiken door:
-Uitleg te vragen (over 10 minuten)over onderdelen die je nog niet goed snapt.
-Te maken: afsluiting opdracht 1 t/m 10 en vwo t/m 12.
-Te oefenen met de flitskaarten en de oefentoets.
-extra uitleg in lessonup te bekijken.

Klaar voor de toets?
Begin dan aan thema 4.

Straks nog 1 vraag via lessonup.

Eerst 10 minuten zelf in stilte, daarna mag je overleggen. 

Slide 18 - Tekstslide

Welk cijfer denk je te gaan halen voor de toets over thema 1?

Slide 20 - Open vraag

VOLGENDE LES TOETS!
Ver genoeg gekomen met de opdrachten? Weet je wat je nog moet/gaat doen te voorbereiding?

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 21 - Tekstslide