De persoonsvorm

Welkom bij Nederlands
Voordat de timer afgaat...
- Ga zitten
-Pak je laptop
- Log in op LessonUp
- Monden dicht
timer
3:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Voordat de timer afgaat...
- Ga zitten
-Pak je laptop
- Log in op LessonUp
- Monden dicht
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Wie ben ik?
  • Mevrouw de Raaij
  • 23 jaar
  • Lerarenopleiding   Nederlands 
  • Lezen

Slide 2 - Tekstslide

De persoonsvorm?
Wat weten jullie al van de persoonsvorm?

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Interactieve les 
  • Jullie gaan vragen beantwoorden via je laptop.
  • Jullie gaan opdrachten maken uit het boek.
  • We gaan klassikaal opdracht 6 maken. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is ook alweer de persoonsvorm?

Slide 5 - Open vraag

De persoonsvorm is het werkwoord dat bij het onderwerp hoort.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 7 - Open vraag

De persoonsvorm kun je vinden door:
  • De zin vragend te maken.
  • De zin in een andere tijd te zetten.
  • Het getal van de zin te veranderen.

Slide 8 - Tekstslide

Maak de zin vragend.


De toetsweek begint bijna.

Slide 9 - Open vraag

Zet de zin in een andere tijd.


De lessen Nederlands zijn saai.

Slide 10 - Open vraag

Maak de zin vragend en noteer de persoonsvorm erachter tussen haakjes.

De docent probeert de persoonsvorm uit te leggen.


Slide 11 - Open vraag

Maak de zin vragend en noteer de persoonsvorm erachter tussen haakjes.
Sommige Amerikaanse vloggers verdienen miljoenen met hun filmpjes.

Slide 12 - Open vraag

Maak de zin vragend en noteer de persoonsvorm erachter tussen haakjes.

Amal en Harrie gaan vanavond naar de bioscoop.

Slide 13 - Open vraag

Maak de zin vragend en noteer de persoonsvorm erachter tussen haakjes.

In Magister zijn alle cijfers van het hele jaar te bekijken.

Slide 14 - Open vraag

Zet de zin in een andere tijd.


Het water kwam met bakken uit de hemel.

Slide 15 - Open vraag

Zet de zin in een andere tijd.


Twee kunstenaars hebben in de kantine graffiti gespoten.

Slide 16 - Open vraag

Zet de zin in een andere tijd.


Wanneer wordt jouw nieuwe telefoonhoesje bezorgd?

Slide 17 - Open vraag

Opdracht 3 
  • Wat?                   Maak opdracht 3.
  • Waarom?          Ik wil weten of jullie de pv herkennen.
  • Hoe?                   In je schrift. 
  • Hulp?                  Nee              
  • Tijd?                     5 minuten
  • Uitkomst?         Zes van jullie krijgen de beurt.
  • Klaar?                  Maak opdracht 4.   
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Bespreking opdracht 3

Slide 19 - Tekstslide

Maak enkelvoud van deze zin en noteer de persoonsvorm erachter tussen haakjes.

Wij schrijven een boekverslag.

Slide 20 - Open vraag

Maak meervoud van deze zin en noteer de persoonsvorm erachter tussen haakjes.

Ik doe mee met de les Nederlands.

Slide 21 - Open vraag

Maak enkelvoud van deze zin en noteer de persoonsvorm erachter tussen haakjes.

Wij dansen terwijl wij muziek luisteren.

Slide 22 - Open vraag

Op welke drie manieren kun je de persoonsvorm vinden?

Slide 23 - Open vraag

Opdracht 5
  • Wat?                          Maak opdracht 5.
  • Waarom?                 Ik wil weten of jullie de pv herkennen.
  • Hoe?                          In je schrift.
  • Hulp?                         Nee
  • Tijd?                            5 minuten.
  • Uitkomst?                Zes van jullie krijgen de beurt.
  • Klaar?                         Begin aan opdracht 6.
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Bespreking opdracht 5

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 6

Slide 26 - Tekstslide

Werkwoorden en persoonsvorm
Politici in Den Haag hebben vandaag gestemd over de fatbike. Een meerderheid van de politici vindt dat je op een fatbike verplicht een helm op moet. En dat je 14 jaar of ouder moet zijn.

Slide 27 - Tekstslide

Werkwoorden en persoonsvorm
Met fatbikes gebeuren veel ongelukken. Alleen al van april tot juni kwamen 115 fatbikers in in het ziekenhuis terecht. Bijna de helft van de slachtoffers was tussen de 12 en 15 jaar oud.

Slide 28 - Tekstslide

Werkwoorden en persoonsvorm
Waarschijnlijk zijn er veel meer slachtoffers. Dit zijn de cijfers van 14 ziekenhuizen en er zijn er veel meer in Nederland.

Daarom vinden politici en verkeersorganisaties dat strengere regels nodig zijn. De afgelopen tijd is daar veel over gepraat.

Slide 29 - Tekstslide

Werkwoorden en persoonsvorm
Voor fatbikes gelden nu nog dezelfde regels als voor normale elektrische fietsen. Dat betekent dat je geen rijbewijs nodig hebt en niet per se een helm hoeft te dragen. Iedereen mag op een fatbike rijden, ook jonge kinderen.

Slide 30 - Tekstslide

Werkwoorden en persoonsvorm
Fatbikes zijn gevaarlijk omdat ze vaak opgevoerd worden. Ze mogen niet harder dan 25 kilometer per uur, maar worden soms opgevoerd tot wel 45 of 50 kilometer per uur.

Slide 31 - Tekstslide

Werkwoorden en persoonsvorm
Wanneer de regels worden ingevoerd, is nog niet duidelijk. De minister die erover gaat zegt dat het lastig is om de regels in te voeren.

Slide 32 - Tekstslide

Zijn er vragen?

Slide 33 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 34 - Tekstslide