Onderwerp

Hoe zat het ook alweer?
Je kunt een zin in stukken hakken.

In woorden:
Je | kunt | een | zin | in | stukken | hakken.

In zinsdelen:
Je | kunt | een zin | in stukken | hakken.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe zat het ook alweer?
Je kunt een zin in stukken hakken.

In woorden:
Je | kunt | een | zin | in | stukken | hakken.

In zinsdelen:
Je | kunt | een zin | in stukken | hakken.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Ontleden is iets uit elkaar halen. 
Bij biologie ontleed je bijvoorbeeld een kikker. 
Je kijkt dan uit welke onderdelen een kikker bestaat.

Bij het ontleden van zinnen kijk je 
uit welke onderdelen een zin bestaat. 

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm
Als je een zin in zinsdelen ontleedt, begin je met het zoeken van de persoonsvorm. 

Dat kan op drie manieren:
  1. Maak de zin vragend.
  2. Verander het aantal.
  3. Verander de tijd.

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm
Ik loop naar school.

Loop ik naar school?

Lopen wij naar school?

Liep ik naar school?

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm
Ik ren naar de buutplek.

Wat zijn de drie manieren om de persoonsvorm te vinden?

Wat is de persoonsvorm?

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan het onderwerp van een zin aanwijzen.

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp
Het onderwerp is diegene of datgene die iets doet.

Je vindt het onderwerp door 'wie' of 'wat' voor de persoonsvorm te plaatsen.

Je begint dus met het zoeken van de persoonsvorm!

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoorbeeld
Charlie is vandaag boos.

1. Zoek de persoonsvorm.

2. Wie of wat + persoonsvorm?

Het antwoord op deze vraag is het onderwerp van de zin.

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen
Ik loop naar de bus.

Zij zitten op een bankje in het park.

Je kletst te veel!

De vrolijke kinderen eten een appel.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Log in bij Gynzy Kids.

Maak de opdracht die klaar staat.

Slide 10 - Tekstslide