Hst 24 Formeel Informeel

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag 
De Guillotine: samen beginnen dan zelf 

Daarna: hst 24  
Formeel en informeel
Dan in deze lessnup

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
PARIJS, 1789. De adellijke Sandrine de Billancourt heeft al haar familieleden verloren aan de guillotine. Zelf weet ze te ontsnappen en vindt ze onderdak bij een schoenmakers- familie. 

Tegen het decor van de Franse Revolutie voltrekt zich niet alleen de strijd om vrijheid, gelijkheid en broederschap, maar voert Sandrine ook een innerlijke strijd.

De guillotine speelt zich af in een van de meest roerige periodes in de geschiedenis van Frankrijk en beschrijft de scherpe tegenstellingen tussen arm en rijk. Het verhaal van Sandrine overstijgt echter de sociale klassen en politieke tegenstellingen.

timer
20:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik weet wat wat het verschil is tussen formeel en informeel taalgebruik
  2. Ik kan aangeven welke van de twee gegeven taalgebruik is
  3. Ik kan aangeven welke gepast is en zinnen hierop aanpassen
  4. Ik kan zelf een tekst schrijven waarin ik matig formeel en informeel taalgebruik inzet 


Slide 4 - Tekstslide

Wanneer informeel?

Slide 5 - Woordweb

Wat is het verschil met straattaal?

Slide 6 - Woordweb

Formeel

Voldoet aan regels
Zakelijk
Deftig
Zoals het hoort 
Vooral buitenshuis
Zakelijke situaties
Informeel

Persoonlijk
Losser
Niet-zakelijke situaties
Niet-officiële situaties
Met vertrouwde mensen

Slide 7 - Tekstslide

Aan wie zou je een informele mail kunnen sturen?

Slide 8 - Woordweb

FORMELE tekst 
  • Je schrijft woorden volledig uit
  • Niet vloeken, geen straattaal of modewoorden
  • Spelling, grammatica en interpunctie kloppen (moet correct)
In een brief of e-mail:
  • u-vorm
  • formele aanhef (beste, geachte etc.) en afsluiting (met vriendelijke groet)
  • Wees beleefd, niet te direct of kortaf
  • Geef wel alle informatie die nodig is (wees volledig) 

Slide 9 - Tekstslide

formeel of informeel?
Hallo mevrouw Willemse, Mijn opa is jarig. Mag ik vrij? Groetjes Lana
A
Formeel
B
Informeel

Slide 10 - Quizvraag

formeel of informeel?

Geachte mevrouw Willemse, Onze klas is erg benieuwd naar de cijfers. Zou het u lukken de proefwerken zo snel mogelijk na te kijken? Met vriendelijke groet, Yunus
A
Formeel
B
Informeel

Slide 11 - Quizvraag

Welke fout zit hier in?

Geachte mevrouw Willemse, Onze klas is erg benieuwd naar de cijfers. Zou het u lukken de proefwerken z.s.m. na te kijken? Met vriendelijke groet, Yunus
A
Een mail moet met 'ik' beginnen
B
Yunus moet zijn achternaam noemen
C
z.s.m. moet uitgeschreven worden (zo snel mogelijk)
D
Je mag een docent niet mailen

Slide 12 - Quizvraag

Waarom gebruiken advocaten, notarissen en rechters heel formeel taalgebruik?

Slide 13 - Open vraag

Kijk naar vraag 1, blz 98
Lees de fragmenten a, b, c op blz. 98/99 (blauwe letters)
Rangschik de fragmenten a, b, c van informeel naar formeel
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Maak hier een formeel bericht van:
Ik vind het echt mega debiel dat ik de les werd uitgegooid. Ik deed wel mee!

Slide 15 - Open vraag

Fouten die vaak gemaakt worden in formele situaties 
Niet kunnen kiezen: formeel en informeel door elkaar

Heel ouderwetse woorden gebruiken (ouderwets is niet hetzelfde als formeel, al waren mensen vroeger wel formeler) 

Hypercorrectie: ten onrechte iets corrigeren bijv. beeldhouder i.p.v beeldhouwer

Slide 16 - Tekstslide

Welke fout wordt gemaakt?
He ouwe, ff doorlopen (tegen iemand die je niet kent bij de kassa)
A
te formeel
B
te informeel
C
hypercorrectie
D
ouderwets

Slide 17 - Quizvraag

Welke fout wordt gemaakt?
Geachte bol.com, kunt u misschien toelichten waarom u zulke shitzooi verkoopt?
A
formeel en informeel door elkaar heen
B
te informeel
C
hypercorrectie
D
ouderwets

Slide 18 - Quizvraag

Welke fout wordt gemaakt?
De voorzitter sprak: "ik wil graag een extra pauze ingelasten in deze vergadering"
A
formeel en informeel door elkaar heen
B
te informeel
C
hypercorrectie: het is inlassen
D
ouderwets: je zegt tegenwoordig meeting

Slide 19 - Quizvraag


Maak van deze whatsapp een formeel bericht in word 

Laat dit zien aan de leerling naast je 
Bespreek




Slide 20 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
Formeel
Informeel
Hypercorrectie

Slide 21 - Tekstslide


Wat vind ik een leuke vraag voor het PTO-3 uit deze les, denk je?

Slide 22 - Open vraag


Is er iets iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen?

Slide 23 - Open vraag

Geleerd vandaag

Je hebt het verschil geleerd tussen formele en informele berichten & je herkent formeel en informeel taalgebruik 

Let op: vrijdag heb je 45 minuten aan Numo werkwoordspelling gewerkt. 

Slide 24 - Tekstslide