Herhalen hoofdgedachte en onderwerp

Lezen
Zakelijke teksten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
Zakelijke teksten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen

- Herhalen theorie

- Opdrachten nakijken

- Werken aan opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Strafwerk:

50 x: Ik moet mijn huiswerk maken

Morgen inleveren!

  1. Allisha (ziek)
  2. Shelby
  3. Vanity (100x)

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

- Opdrachten nakijken

- Werken aan opdrachten uit het boek

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een kenmerk van globaal lezen?
A
Bij globaal lezen hoef je niet alle woorden te begrijpen.
B
Bij globaal lezen moet je alle woorden begrijpen.
C
Bij globaal lezen bekijk je de tussenkopjes.
D
Bij globaal lezen bekijk je de plaatjes.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van verkennend lezen?
A
Je leest de tekst helemaal.
B
Je bekijkt de titel.
C
Je zoekt woorden op die je niet begrijpt.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen verkennend lezen en globaal lezen?
A
Bij globaal lezen lees je de tekst helemaal en bij verkennend lezen niet.
B
Bij verkennend lezen lees je de tekst helemaal en bij globaal lezen niet.
C
Bij globaal lezen bekijk je de tekst: tussenkopjes, titel, plaatjes enz. en bij verkennend lezen niet.

Slide 7 - Quizvraag

Om het onderwerp van een tekst te vinden, stel je de vraag:
A
Wat vindt de schrijver van de tekst?
B
Waar gaat de tekst over?
C
Wat vind ik van de tekst?

Slide 8 - Quizvraag

Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.

Slide 9 - Quizvraag

Om de hoofdgedachte van een tekst te vinden, stel je de vraag:
A
Wat vind ik van de tekst?
B
Wat vindt de schrijver van de tekst?
C
Wat is het belangrijkste dat de schrijver over het onderwerp zegt?

Slide 10 - Quizvraag

Een strip hoort bij het tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren

Slide 11 - Quizvraag

Een schoolboek hoort bij het tekstdoel:
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren

Slide 12 - Quizvraag

Een advertentie hoort bij het tekstdoel:
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren

Slide 13 - Quizvraag