4V Economie par.2.1 2

2.1d

A
Onjuist, consumenten maken meer winst
B
Onjuist, verschil tussen betalingsbereidheid en prijs wordt groter
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.1d

A
Onjuist, consumenten maken meer winst
B
Onjuist, verschil tussen betalingsbereidheid en prijs wordt groter

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoe groot is het consumentensurplus in deze klas?
A
20
B
30
C
40
D
70

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Stel dat een vraagfunctie wordt gegeven door: qv = -2p + 20


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Stel dat een vraagfunctie wordt gegeven door: qv = -2p + 20
Stap 1: bepaal snijpunt met p-as: 
q = 0 
0 = -2p + 20 2p = 20 p = 10
Stap 2: bepaal snijpunt met q-as: 
p = 0 
qv = - 2 x 0 + 20 = 20

Slide 8 - Tekstslide

Consumentensurplus
Het consumentensurplus wordt gegeven door het gedeelte tussen de vraaglijn en de prijs.
Stel dat de prijs gelijk is aan 6.

Consumentensurplus = 
Oppervlakte driehoek =
1/2 x lengte x breedte

Slide 9 - Tekstslide

Consumentensurplus
Het consumentensurplus wordt gegeven door het gedeelte tussen de vraaglijn en de prijs.
Stel dat de prijs gelijk is aan 6.
De vraag is dan gelijk aan 
-2 x 6 + 20 = 8.
Oppervlakte driehoek consumentensurplus = 
½ x (10 – 6) x 8 = ½ x 4 x 8 = ½ x 32 = 16 

Slide 10 - Tekstslide

Als de prijs gaat dalen, neemt het consumentensurplus ...........

Q = -2P + 20
Stel prijs wordt € 4-. 
Hoe groot is dan het consumentensurplus?
........................................................................................................................................................................................................


Slide 11 - Tekstslide

Als de prijs gaat dalen, neemt het consumentensurplus toe.

Q = -2P + 20
Stel prijs wordt € 4-. 
Hoe groot is dan het consumentensurplus?
-2P + 20 = 0,      -2P = -20,      P = 10
Q = -2 x 4 + 20 = 12

½ x (10 – 4) x 12 = ½ x 6 x 12 = ½ x 72 = 36


Slide 12 - Tekstslide

Hw
Opgave 2.5

Slide 13 - Tekstslide