Stadsbestuur

Stadsbestuur
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Stadsbestuur

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Huiswerk
Opdracht 18 t/m 21
Herhaling
Terugblik
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
18 a: Einhard legde de nadruk op de vele geschenken die Karel de Grote kreeg van andere vorsten omdat zij allemaal vrienden wilden zijn met de machtige Karel.

18 b: Ja, want Einhard beschreef hoe de bezoeken verliepen van de ambassadeurs. De tekst kan wel een beetje gekleurd zijn, maar niet onbetrouwbaar.
19: A, want de ambassadeurs wilden Haroen te vriend houden. Ze waren het misschien niet eens met zijn ideeën, maar ze wisten wel dat hij machtig was. Door een buiging te doen, toonde je respect.   
20 a: 2 3 9 7 8 1 4 5 6
20 b: Alle personen op de afbeelding leefden niet op hetzelfde moment. Ze konden dus nooit in één kamer zijn geweest. Pas later zijn alle beroemdheden getekend.
20 c: Hij wilde laten zien hoe vooruitstrevend het Arabische Rijk was. Haroen was de stichter van het Huis de Wijsheid en daar werd alle kennis bewaard.  
21: Ja, want de kaliefen benoemden emirs als gouverneurs die trouw beloofden aan de kalief. De emirs mochten dan een stuk grond van de kalief beheersen. Op een gegeven moment begonnen de emirs hun eigen gang te gaan en het rijk van de kalief versnipperde. Dit was ook het geval bij Karel de Grote.  
















Slide 3 - Tekstslide

Beantwoord de vragen
  • Wat is het leenstelsel/feodalisme?
  •  Waarom ontstaat er verdeeldheid in het rijk van Karel de Grote? Welke gevolgen had dit?
  • Waarom gebruikten heersers ambassadeurs in hun politiek?
  • Wie en wat is de profeet van de Islam? En hoe verloopt zijn opvolging?
  • Wat is een emir en hoe werd deze gebruikt in het bestuur?

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik vorig jaar
Ontstaan steden
Leven in de stad - burgers en ambachten
Macht van de kerk
Kruistochten

Slide 5 - Tekstslide

Stadsbestuur
Rijke burgers van de Middeleeuwse steden waren de derde stand geworden, naast de geestelijkheid en de adel. De derde stand wilde de baas zijn in de steden. Zo konden ze rechtspreken en de stad veilig houden. 
Om de macht te krijgen vroeg de derde stand de vorst om stadsrecht. Als ze dit kregen konden ze een stadsbestuur vormen. Dit bestuur bestond uit burgemeesters en schepenen (rechters). Deze lieten een groot stadhuis bouwen, waarin zij zetelden.

Slide 6 - Tekstslide

Stadsrechten
Het stadsbestuur stond in een document, ondertekend door de vorst. Dit document werd geschreven in het Latijn, later in het Nederlands. De oudste Nederlandse tekst komt uit 1100 - een liefdesgedicht.

Een stadsbestuur begon met het opschrijven van wetten. Schepenen gingen zich via deze weg steeds meer bemoeien met het bestuur.  

Slide 7 - Tekstslide

Taken
Naast rechtspraak en wetgeving kregen ze steeds meer taken:
  • De belasting aan de graaf moest worden betaald. 
  • Op de markt moest worden gecontroleerd of maten en gewichten werden gebruikt. 
  • De stadsfinanciën moesten worden bijgehouden.
  • Vertegenwoordigers van andere steden moesten worden ontvangen. 

Om dit te regelen, hadden de schepenen ambtenaren in dienst.  Alleen rijke en aanzienlijken kwamen in het bestuur. De rijkste families kozen de schepenen. Er was geen democratie.

Slide 8 - Tekstslide

Burgerrecht
Wie binnen de stadspoorten woonden, werd een poorter of burger genoemd. Het was voordelig om een burger te zijn: je werd beschermd door wetten, mocht zelfstandig een ambacht uitoefenen of als ambtenaar bij de overheid werken. 
Niet-burgers mochten dit allen niet. Velen wilden daarom burger worden. Dat kon door een poorter(es) te trouwen of het burgerschap te kopen. Je moest dan aantonen een vrij man met goede naam te zijn. 
Horigen konden geen burger worden, tenzij ze lang genoeg in een stad woonden zonder door hun heer gevonden te worden. 
Naast rechten hadden burgers ook plichten: Je moest de stad trouw zweren. Je moest belasting betalen. Je moest meehelpen bij de verdediging. Ook moest je in de nacht controleren. 

Slide 9 - Tekstslide

Belasting
Vorsten wilden graag bevriend zijn met steden. Vorsten kwamen daarom vaak op bezoek. Vorsten hadden voordeel aan het geven van stadsrechten. Met stadsrechten kon een stad meer doen voor de handel en ambacht. Steden werden rijker en de vorst kreeg zo meer belasting. Vorsten konden zo meer soldaten inhuren en ambtenaren aannemen. De vorsten bevoordeelden de derde stand, en benadeelden de tweede stand: adel. 
Soms kwam de adel in opstand. De vorst gebruikte dan soldaten om dit neer te slaan. 

Slide 10 - Tekstslide

Hanze
Steden met eigen bestuur, gingen steeds meer samenwerken met andere steden. Zo verliep de handel beter. Een belangrijk verbond tussen steden was de Hanze. In Nederland handelden steden met Hanzesteden in Duitsland, Polen, Litouwen, Letland en Estland.  De Hanze was een machtig verbond, machtiger dan vorsten. 
Soms besloot de Hanze daarom zelf om oorlogsschepen te sturen, wanneer vorsten handelsroutes blokkeerden. 

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Handboek blz. 46 t/m 49
Werkboek blz. 54 t/m 56
Opdracht 4 t/m 13


Klaar? Portfolio

Slide 12 - Tekstslide