§4.3 - Hormonen regelen de start van de puberteit

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)

Slide 1 - Tekstslide

hoe werkt deze les
1. zorg ervoor dat je voordat je start de paragrafen hebt gelezen
2. lees de leerdoelen en succescriteria
3. bekijk alle uitlegdia's en uitlegvideo's
4. controleer jezelf door de vragen en oefeningen tussendoor te doen
5. maak aan het einde de verwerkingopdrachten en controleer of je de leerdoelen hebt behaald (voldoe je aan de succescriteria)
6. nog niet behaald = terug naar de stof/ uitlegvideo's en/of zoek hulp

Slide 2 - Tekstslide

§4.3 - Hormonen regelen de start van de puberteit

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt: 
- uitleggen geslachtshormonen de ontwikkeling van voortplantingscellen, de menstruactiecyclus en de bevalling beïnvloeden.

Slide 4 - Tekstslide

Succescriteria
  • Je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: hypofyse, FSH, LH, hormonen, menstruatiecyclus, follikels, geslachtshormonen (oestrogenen, progesteron en testosteron) baarmoederslijmvlies, ovulatie, gele lichaam, cellen van Leydig, bevruchting, hormoonproductie, vlokken, placenta, HCG, embryo, foetus, indalen, ontsluiting, oxytocine, ontsluitingsweeën, uitdrijving, persweeën, nageboorte, naweeën

  • Je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen.

  • Je hebt de voorkennis gemaakt en nagekeken met voldoende resultaat.


Slide 5 - Tekstslide

Hormonen
Hypofyse: centrale hormoonklier 

Vanaf de puberteit:
De hypofyse produceert daardoor 
FSH (follikel stimulerend hormoon)
LH (luteïniserend hormoon).

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Omschrijf de zin "aanzetten tot secretie van testosteron" in je eigen woorden

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Omschrijf de zin "proliferatie van het baarmoederslijmvlies" in je eigen woorden

Slide 13 - Open vraag

Dag 1: start menstruatie.

FSH stimuleert de rijping van nieuwe follikels.

Slide 14 - Tekstslide

Rijpende follikels geven oestrogenen af.

Lage concentratie oestrogenen remmen de afgifte van LH en FSH

Slide 15 - Tekstslide

Rijpende follikels geven oestrogenen af.

Boven een drempelwaarde stimuleren oestrogenen juist  LH en FSH

-> piek in LH en FSH

Slide 16 - Tekstslide

Door de piek in LH volgt de ovulatie.

Gele lichaam (overgebleven, 'lege' follikelcellen) geven progesteron af.

Slide 17 - Tekstslide

Oestrogenen stimuleren de groei van het baarmoederslijmvlies, progesteron zorgt voor goede doorbloeding.

Slide 18 - Tekstslide

Gele lichaam verschrompeld en geeft geen progesteron meer af:
LH en FSH worden niet meer geremd

Menstruatie (afstoten baarmoederslijmvlies).

Slide 19 - Tekstslide

Zwangerschap
Bij een bevruchting is er een aangepaste hormoonproductie. Na innesteling van de bevruchte eicel worden ook vlokken gevormd, start van de placenta. De cellen maken HCG waardoor het gele lichaam niet verschrompelt.  Hierdoor blijft er progesteron en LH en FSH blijven geremd.
Geen menstruatie en geen nieuwe follikelrijping.

Na drie maanden neemt de placenta de vorming van progesteron en oestrogenen over.

Slide 20 - Tekstslide

=LH

Slide 21 - Tekstslide

Welke van de onderstaande beweringen is onjuist?
A
Rijpende follikels in een ovarium vormen oestradiol.
B
Een stijging van FSH leidt tot ovulatie.
C
De placenta vormt zowel oestradiol als progesteron.
D
LH stimuleert de vorming van het gele lichaam.

Slide 22 - Quizvraag

Bevalling/ geboorte
Vanaf de zevende maand daalt het kindje in (met het hoofd naar beneden).
1. ontsluiting
2. uitdrijving
3. nageboorte

Slide 23 - Tekstslide

Bevalling/ geboorte
Druk op de baarmoedermond zorgen (via zenuwen) voor stimulering van de hypothalamus. 
Die zet op zijn beurt de hypofyse aan tot het afgeven van oxytocine: extra samentrekkingen baarmoederwand.
Na volledige ontsluiting: persweeën.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Omschrijf de zin "contractie baarmoederwand" in je eigen woorden

Slide 26 - Open vraag

Na de geboorte
Naweeën zorgen we voor dat ook de placenta, vruchtvliezen en resten navelstreng de baarmoeder uit gaan.
De hypofyse van de moeder maakt prolactine aan -> stimuleert melkproductie.
Het zuigen van de baby aan de borst zorgt voor extra afgifte prolactine en oxytocine -> samentrekken melkklieren dus melkafgifte.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Tijdens de bevalling komt een grote hoeveelheid oxytocine vrij. Bij welk proces is dit hormoon ook betrokken? Binas 89A

Slide 29 - Open vraag

Aan de slag
1. Maak een begrippenlijst van 4.3
2. Maken en nakijken opdrachten 4.3 + toepassen 'Sperma-oorlog'
3. Lees 4.4 voor de volgende les

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 

Slide 30 - Tekstslide