In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Je kent al het onderwerp, de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp.
Ik weet wat het meewerkend voorwerp is en kan deze in een zin aanwijzen.
werkwoordelijk gezegde: persoonsvorm en alle andere werkwoorden
onderwerp: wie / wat + werkwoordelijk gezegde?
lijdend voorwerp: wie /wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.