Herhaling hoofdstuk 4

Welkom 
Denk om…

  • pak een ipad en login bij Lessonup
  • Zitten op je eigen plek!
  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. 
  • Tas op de grond.


timer
3:00
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Denk om…

  • pak een ipad en login bij Lessonup
  • Zitten op je eigen plek!
  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. 
  • Tas op de grond.


timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • kennismaken
  • checken: Wat weten we nog?
  • voorbereiden op de toetsweek
  • Uitleg en oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Even voorstellen.....
Wie ben ik?
Mevrouw Konings


Wat weten jullie over mij?

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je dat ik woon?
A
valkenburg
B
meerssen
C
ulestraten
D
maastricht

Slide 4 - Quizvraag

Hoe oud denk je dat ik ben?
A
33
B
40
C
43
D
51

Slide 5 - Quizvraag

Hoe denk je dat mijn gezin er uit ziet?
A
Getrouwd, geen kinderen
B
Vriend, geen kinderen
C
single + drie kinderen
D
Getrouwd, drie kinderen

Slide 6 - Quizvraag

Denk je dat ik huisdieren heb?
A
Ja, een hond
B
Nee!
C
Ja, een kat
D
Ja, 2 goudvissen

Slide 7 - Quizvraag

Stelling: ik ben erg streng.
A
Ja!
B
Neuhhh....
C
Niet als je je aan de afspraken houdt
D
Alleen in mijn vrije tijd

Slide 8 - Quizvraag

Wat, denk je, is de meest gestelde vraag aan mij?
Hebt u de toets nagekeken?
Kunnen we minder huiswerk krijgen?
Mogen we naar huis?
Hoe oud bent u?

Slide 9 - Poll

Wat zou je nog van mij willen weten?

Slide 10 - Open vraag

timer
3:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat heb je nodig voor Biologie?

  • lesboek A en B
  • schrift A4 (lijntjes)
  • pen, potlood, kleurpotloden, rekenmachine

Slide 13 - Tekstslide

En nu....
  • aan de slag

Slide 14 - Tekstslide

Lesplan
  • Herhaling 
  • Herhaling 
  • Herhaling
  • Herhaling
  • Herhaling
  • Herhaling
  • Herhaling 

Slide 15 - Tekstslide

Skelet!

Slide 16 - Tekstslide

Kennen jullie een ander woord voor botten?

Slide 17 - Open vraag

Wat zijn de taken van het skelet?
A
stevigheid en vorm
B
stevigheid, vorm en bescherming
C
stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Slide 18 - Quizvraag

Wat is geen functie van een skelet?

A
Stevigheid
B
Bescherming
C
Maakt beweging mogelijk
D
Ziet er gewoon mooi uit

Slide 19 - Quizvraag

In welke drie delen verdeel je je lichaam als je naar je skelet kijkt?
A
Schedel, armen, benen
B
Schedel, romp, ledenmaten

Slide 20 - Quizvraag

Skelet 1
Onderdelen:
  • Hoofd, romp, ledematen

Ledematen: 
  • armen en benen

Geraamte:
  • alle  beenderen samen

Slide 21 - Tekstslide

Skelet 2
1)  Schoudergordel 
  • schouderblad en sleutelbeen
2) borstkas
  • borstbeen, ribben
3) Bekken
  • 2 heupbeenderen
4) Wervelkolom
  • hals, borst en lendenwervels
1
2
3
4

Slide 22 - Tekstslide

Botten bestaan uit kalk en lijmstof. Lijmstof zorgt voor stevigheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

In kraakbeen zit veel kalk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Het geraamte van een baby bestaat vooral uit kraakbeen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Als je ouder wordt neemt de hoeveelheid lijmstof in je botten af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Botten
Botten:
  • bestaan uit Kalk & lijmstof
Kraakbeen:
  • bestaat uit veel lijmstof & weinig kalk
  • zit in oorschelp, neus, ribben, borstbeen, wervels

LET OP!: 
  • Hoe ouder, hoe minder lijmstof in de botten hoe breekbaarder de botten 

Slide 27 - Tekstslide

Hoeveel soorten beenverbindingen zijn er?
A
10
B
3
C
200
D
4

Slide 28 - Quizvraag

Welke beenverbindingen zijn niet beweeglijk?
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Vergroeid
D
Naad

Slide 29 - Quizvraag

De schedelbeenderen zitten verbonden met elkaar door:
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Naad
D
Vergroeid

Slide 30 - Quizvraag

De ribben en het borstbeen zijn verbonden door:
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Naad
D
Vergroeid

Slide 31 - Quizvraag

Gewrichten
Functie:
  • Verbinding tussen botten
Bestaat uit:
  • Gewrichtskogel
  • Gewrichtskom
  • Gewrichtsmeer
  • Kapselbanden 

Slide 32 - Tekstslide

Gewricht
  • zeer bewegelijk

3 verschillende soorten:

  • kogelgewricht
  • scharniergewricht
  • rolgewricht.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Een ander woord voor de biceps is.
A
Arm strekspier
B
Arm buigspier
C
Arm spanspier
D
Arm aanspanspier

Slide 35 - Quizvraag

spieren bewegen mijn ...?
A
gewrichten
B
botten

Slide 36 - Quizvraag

Een spier wordt korter als deze aanspant
A
ja
B
nee

Slide 37 - Quizvraag

Spieren
Spierstelsel:
  • alle spieren in je lichaam
  •  organen bestaan ook uit spieren
Spieren:
  • zitten vast met pezen aan botten
  • Aanspannen = kort & dik
  • Ontspannen = lang & dun
Voorbeeld antagonist:
  • Armbuigspier
  • Armtrekspier

Slide 38 - Tekstslide

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 39 - Quizvraag

Juist of onjuist.
Een hart is een spier en daarom kun je je hart trainen
A
juist
B
omjuist

Slide 40 - Quizvraag

Petra doet aan atletiek. Om goed te kunnen presteren moet ze regelmatig trainen. Voor haar training loopt ze eerst rustig in.
Wordt haar ademhaling hierdoor sneller? En haar hartslag?
A
Alleen haar ademhaling
B
Alleen haar hartslag
C
Hartslag en ademhaling gaat niet sneller
D
Zowel haar ademhaling als haar hartslag

Slide 41 - Quizvraag

Ireen Wüst is een professionele schaatser. Ze traint bijna elke dag van de week. Jolande schaatst ook, maar zij traint maar twee keer per week.
Welk verschil verwacht je tussen de beenspieren van Ireen en Jolande?
A
Ireen heeft dikker beenspieren dan Jolande
B
Ireen heeft dikkere beenspieren en meer beenspieren dan Jolande
C
Ireen heeft meer beenspieren dan Jolande
D
Er is geen verschil

Slide 42 - Quizvraag


Door voldoende te bewegen
A
vermindert de motorische ontwikkeling
B
verbetert de coördinatie
C
worden minder spieren tegelijkertijd goed aangestuurd
D
kunnen spieren minder goed nauwkeurig bewegen

Slide 43 - Quizvraag

Wat voor vorm heeft je wervelkolom?
A
Een lus-vorm
B
Een S-vorm
C
Een dubbele N-vorm
D
Een dubbel S-vorm

Slide 44 - Quizvraag

Waaruit bestaat de wervelkolom?
A
wervels
B
wervels, heiligbeen
C
wervels, staartbeen, borstbeen
D
wervels, heiligbeen,,staartbeen

Slide 45 - Quizvraag

Gezond bewegen
Belangrijk:
  • Lichaamshouding goed rechtop
  • Goede zithouding
  • Conditie, is beter als je sport dit houdt je soepel
  • Blessure is een beschadiging van spier, bot of gewricht 

Slide 46 - Tekstslide

Huiswerk
Hoofdstuk 4: herhalen 
Leren voor de toetsweek
opdracht:
  • maak de test jezelf van H4 online
Tip:
  • maak oefentoetsen op ww.biologiepagina.nl
  • laat je overhoren


timer
5:00

Slide 47 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je gaat zelfstandig leren voor de toets van hoofdstuk 4. 



timer
1:00

Slide 48 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- heb je de theorie van hoofdstuk 4 herhaalt?

Slide 49 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
-


Toetsen LJ1: 
Donderdag 7 maart
Toets H4



Slide 50 - Tekstslide