Havo paragraaf 1.4

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Terugblik 

Scheidingsmethoden

* Adsorberen *

* Destilleren *

* Chromatografie *

Leerdoelen

1. Je kan rekenen met massapercentage en volumepercentage.
2. Je kan rekenen met concentratie.
3. Je weet wat oplosbaarheid is.
4. Je kan uitleggen wat een verzadigde oplossing is.

Massaprocent

Procent / percentage werkt altijd hetzelfde:

Deel dat ik wil weten           

------------------------- x 100

Geheel van alles       

Massaprocent

Voor massapercentage geldt dit ook, alleen dan in massa.

Dus: (massa deel) / (massa geheel) x 100

Zorg wel dat beide massa's in dezelfde eenheid staan!

Volumeprocent

Volumeprocent werkt dus ook hetzelfde!

(volume deel) / (volume geheel) x 100

Concentratie

De concentratie van een stof is de hoeveelheid van die stof die opgelost is in een oplosmiddel.

Bijvoorbeeld: concentratie suiker in thee.

Meestal gegeven in gram per liter (g/L)

Concentratie

Als je 5 gram suiker oplost in 200 mL thee, wat is dan de concentratie suiker in deze thee in g/L?

Als je vervolgens de helft van deze thee opdrinkt, wat is dan de concentratie suiker in deze thee in g/L?

Oplosbaarheid

Er is een maximale hoeveelheid die je kan oplossen in 1 liter oplosmiddel. 

Dit maximum is anders voor elke stof en elk oplosmiddel.

Als je nog meer probeert op te lossen, lukt dan niet en blijft het op de bodem liggen.

Oplosbaarheid

De oplosbaarheid hangt af van de temperatuur:

In warm water kan je:

meer vaste stof oplossen, 

maar minder gas

Aan de slag

Opgaven (bladzijde 24 en verder):

44 t/m 47, 49, 50, 53 t/m 57, 59 t/m 62

Hoe verandert de concentratie van suiker opgelost in water als ik:
De helft van het water weggooi?

1. Wordt hoger
2. Blijft gelijk
3. Wordt lager

Hoe verandert de concentratie van suiker opgelost in water als ik:
De helft van het water verdamp?

1. Wordt hoger
2. Blijft gelijk
3. Wordt lager

Hoe verandert de concentratie van suiker opgelost in water als ik:
het water een beetje verwarm?

1. Wordt hoger
2. Blijft gelijk
3. Wordt lager

Hoe verandert de concentratie van suiker opgelost in water als ik:
er kraanwater bij giet?

1. Wordt hoger
2. Blijft gelijk
3. Wordt lager

Hoe verandert de concentratie van suiker opgelost in water als ik:
er zout bijvoeg?

1. Wordt hoger
2. Blijft gelijk
3. Wordt lager

Leerdoelen

1. Je kan rekenen met massapercentage en volumepercentage.
2. Je kan rekenen met concentratie.
3. Je weet wat oplosbaarheid is.
4. Je kan uitleggen wat een verzadigde oplossing is.