bs 3.6 Evolutie

bs 3.6 Evolutie

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

bs 3.6 Evolutie

Slide 1 - Tekstslide

                      Lesdoelen
3.6.1 Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren.
3.6.2 Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt en hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten.


Dankzij hun witte vacht vallen ijsberen niet op als ze hun prooi besluipen. 
Doordat ze geen bladeren hebben, verliezen cactussen minder water in de droge woestijn. Organismen hebben een grotere kans om te overleven als ze zijn aangepast aan hun omgeving.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is evolutie
De ontwikkeling van het leven op aarde, waarbij soorten  ontstaan, veranderen of verdwijnen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

  • Uitvinder van de evolutietheorie 
Charles Darwin 

Slide 5 - Tekstslide

Evolutie theorie
  • Verandering in genotype (mutaties)
  • Natuurlijke selectie
  • Ontstaan nieuwe soorten 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zat dat ook alweer? 
Veranderingen in genotypen
Nieuw genotypen ontstaan bij:
  • Geslachtelijke voortplanting
  • Mutaties

Nieuwe fenotypen komen tot stand door:
  • Het genotype
  • Invloeden uit het milieu

Slide 7 - Tekstslide

Mutatie
Verandering van het DNA.

In geslachtscellen: erfelijk
In lichaamscellen: niet erfelijk

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Natuurlijke selectie
(survival of the fittest)
  • De nakomelingen die de betere fenotypen hebben voor hun omgeving, overleven
  • Natuurlijke selectie

Slide 10 - Tekstslide

Ontstaan nieuwe soorten
Als nieuwe vormen van een soort zich niet meer onderling kunnen voortplanten dan is er sprake van een nieuwe soort.

Dit kan door gebeuren door:
isolatie / mutatie

Slide 11 - Tekstslide

Het ontstaan van nieuwe soorten
1. Een groep raakt geïsoleerd (gescheiden van de rest van de soort).

2. Beide groepen ontwikkelen in verschillende milieus.

3. Na duizenden jaren zijn er zo veel verschillen ontstaan dat organismen van de twee groepen niet meer onderling kunnen voortplanten. Er zijn twee soorten ontstaan. 

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht (huiswerk)
Lezen en maken bs 3.6 - Evolutie
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

afsluiting

3.6.1 Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren.
3.6.2 Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt en hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten.

Slide 14 - Tekstslide


Een konijn brengt een aantal jongen ter wereld. Na één jaar leven alleen de grootste jongen nog. Zij bleken het best aangepast te zijn aan de leefomgeving. Hoe heet het proces dat ervoor zorgt dat alleen de grootste jongen overleven?

Slide 15 - Open vraag

Behoren een Tekel en een Berner Sennerhond tot dezelfde soort?

Slide 16 - Open vraag