Je weet wat leesdoelen, leesmanieren en de kenmerken van digitaal lezen zijn;
Je kan in een digitale tekst een leesroute kiezen om informatie te vinden;
Je kan digitale teksten beoordelen op hun digitale kenmerken;
Je kan zelf een digitale tekst ontwerpen.
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel uur per dag kijk je ongeveer op je beeldscherm?
Slide 5 - Woordweb
Hoeveel tijd daarvan ben je aan het lezen?
Slide 6 - Woordweb
Lezen is lezen, digitaal of niet.
A
eens
B
oneens
Slide 7 - Quizvraag
Digitaal lezen
Hyperlinks --> linkjes waar je op kunt klikken waardoor je uit de tekst gaat en ergens anders belandt. Kan leiden naar extra uitleg, video met achtergrondinformatie of een brontekst waar de auteur naar verwijst. Leveren dus veel extra informatie op.
Leesroute --> Klik je op alle linkjes of niet?
Leeshouding --> doelloos surfen of informatie opzoeken. Actieve en geconcentreerde leeshouding, gericht op het zo goed mogelijk begrijpen van de tekst.
Slide 8 - Tekstslide
Toepassing
Wat zijn hyperlinks?
Noem drie dingen waar een hyperlink vaak naar verwijst.
Het is niet handig om iedere hyperlink in een tekst te volgen. Waarom niet?
Wat is meestal jouw leesroute door een digitale tekst? Lees je de tekst van voor naar achter? Volg je vaak hyperlinks of juist niet? Licht toe.