3.3 In verhouding vergelijken

Welkom!


3.3 Verhouding vergelijken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!


3.3 Verhouding vergelijken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
 
Nieuwe theorie 
Oefenopgave 
Zelfstandig werken aan opdrachten. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de leerdoelen?

Je leert je prijzen of hoeveelheden vergelijken met behulp van een verhoudingstabel 
Tip! Vind je dit lastig of wil je meer oefenen, 
kijk dan naar basisvaardigheden 20 tot en met 22

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vergelijk je prijzen of hoeveelheden? 
Hoe ging dit in D2?                                                                                               
In welke zwembad zit meer water?
3m x 8m x 2m 
35 500 liter 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vergelijk je prijzen of hoeveelheden? 


Om deze zwembaden te vergelijken
moet je eerst zorgen voor gelijke eenheden.  

3m x 8m x 2m
= 48   
35 500 liter 
m3

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vergelijk je prijzen of hoeveelheden? 


Om deze zwembaden te vergelijken
moet je eerst zorgen voor gelijke eenheden.  
35500 l = 35500 
35500            = 35,5 
3m x 8m x 2m
= 48   
35 500 liter 
m3
m3
dm3
dm3

Slide 6 - Tekstslide

Dit geldt ook voor vergelijkingen!

Bij metingen zorg je voor gelijke eenheden. 
Om prijzen en hoeveelheden te vergelijken zorg je voor 
gelijke hoeveelheden of prijzen.

vb. kiloprijs of hoeveelheid die je krijgt per euro. 

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 1 Pot Duo Penotti
2,61
g
600
200
3,36
g
800

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 1 Pot Duo Penotti
2,61
2,61:3 = 0,87
g
600
200
3,36
3,36:4=0,84
g
800
200
€0,84 per 200g is minder dan €0,87 per 200g en dus is de grote pot van 800g in vergelijking goedkoper.

Slide 9 - Tekstslide

Opgave 1 Pot Duo Penotti
2,61
0,87
g
600
200
3,36
0,84
g
800
200
2,61
1,00
g
600
3,36
1,00
g
800
                 Maar dit kan ook!



Hoe bereken je dit gemakkelijk?

Slide 10 - Tekstslide

Hoe reken je met een verhoudingstabel 
1. Kijk in de tabel voor iets dat opvalt 
2.  Voeg een eenheidstabel toe 
3. Kruiselings vermenigvuldigen 

Slide 11 - Tekstslide

3. Kruislings vermenigvuldigen 
Dit is een regel die ALTIJD toegepast kan worden. 
Je verhoudingstabel moet wel kloppen 
500
200
123

Slide 12 - Tekstslide

3. Kruislings vermenigvuldigen 



Zet een kruis in de tabel. Zo verbind je de getallen die schuin tegenover elkaar staan.
Deze gaan we "vermenigvuldigen"
?
500
200
123

Slide 13 - Tekstslide

3. Kruislings vermenigvuldigen 
?
500
200
123
Vermenigvuldig de twee getallen die tegenover elkaar staan. Deel hierna door het getal tegenover het vraagteken. 

? = 200 x 500 : 123 = 813,008

Slide 14 - Tekstslide

Opgave 1 Pot Duo Penotti
maar dan op een andere manier 
2,61
1,00
g
600
?
3,36
1,00
g
800
?
=2,61(6001)=229,89g
x
=3,36(8001)=238,10g
x
Bij de grote pot krijg je per euro 238,10 gram dat is meer dan de 229,89 gram bij de kleine pot 

Slide 15 - Tekstslide

Voor het einde van de les
Maak opdracht 11 en 16

Slide 16 - Tekstslide


€25 voor 7x
€120 voor 40 x , 1 jaar geldig

Slide 17 - Poll

Opgave 11
€ 525,-
1 maand 
€490,-
4 weken

Slide 18 - Tekstslide

Wat is jouw antwoord op opgave 11?

Slide 19 - Open vraag

Opgave 11
€ 525,-
?
1 maand 
12 maanden
€490,-
?
4 weken
52 weken

Slide 20 - Tekstslide

Opgave 11
€ 525,-
12x525 = 
€6 300,-
1 maand 
12 maanden
€490,-
490x52:4 =
€6370,-
4 weken
52 weken
't Kempke is dus goedkoper

Slide 21 - Tekstslide

Opgave 16
Fleur 
1 l 
12 km
Elma
1 l
11 km
1 op 12 betekent dat je met 1 liter benzine 12 km kunt rijden
Welke auto rijd verder met een volle tank?

Slide 22 - Tekstslide

Wat is jouw antwoord op opgave 16?

Slide 23 - Open vraag

Opgave 16
Fleur 
1 l 
50 l
12 km
12 x 50= 600 km
Elma
1 l
55 l
11 km
11 x 55 = 605 km

Slide 24 - Tekstslide

Opgave 16
Fleur 
1 l 
50 l
12 km
600 km
Elma
1 l
55 l
11 l
605 km
De auto van Elma rijdt 5 km verder met een volle tank. 

Slide 25 - Tekstslide

Voor volgende les
Maken:  Alle opdrachten 3.3 in verhouding vergelijken 
Theorie volgende les: samengestelde eenheden omrekenen


Slide 26 - Tekstslide