2.4 Verzekeren, hoezo? (deel 1)

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

2.3 Waarom zou je lenen? (Deel 2)
Een lening bij de bank betaal je terug met een vast bedrag per maand:
  • Maandtermijn
  • Aflossing (terugbetalen van geleende geld)
  • Rente (vergoeding voor het gebruiken van het geld)
Vraag 40
blz. 50

Slide 2 - Tekstslide

2.3 Waarom zou je lenen? (Deel 2)
Stel: je leent € 12.500 om een auto te kopen.
  • Hoeveel maanden doe je erover om het terug te betalen?
  • Hoeveel betaal je per maand?
  • Hoeveel betaal je in totaal?
  • Hoe hoog is het rentebedrag in totaal?

Slide 3 - Tekstslide

2.3 Waarom zou je lenen? (Deel 2)
Lening: 
Te betalen:
Rente:
€ 12.500
€ 20.352
€ 7.852
Hoeveel % rente moet je eigenlijk betalen?
Berekenen rentepercentage:
  1. Vul in met de gegevens van de opgave: hoeveel procent is ... van ... ?

  2. Gebruik formule -> deel : geheel x 100
  3. Reken uit!
geheeldeelx100
Vraag 14
blz. 65
Vraag 16
blz. 65
Vraag 42
blz. 51

Slide 4 - Tekstslide

2.4 Verzekeren, hoezo? (deel 1)
Na deze les:
  • weet je waarom je een verzekering afsluit
  • weet je hoe een verzekering werkt

Slide 5 - Tekstslide

Casus: 'De cijferverzekering'

2.4 Verzekeren, hoezo? (deel 1)

Slide 6 - Tekstslide


2.4 Verzekeren, hoezo? (deel 1)
De cijferverzekering:
  • Stel je voor dat je met de hele klas een verzekering kunt afsluiten, zodat iedereen bij de volgende toets een voldoende haalt. 
  • Voorwaarde: Het cijfergemiddelde van de komende toets, mag NIET afwijken van de toets zonder cijferverzekering. Dus: als je alle cijfers bij elkaar optelt, mag er geen verschil zijn tussen de situatie voor en na de verzekering

Slide 7 - Tekstslide

2.4 Verzekeren, hoezo? (deel 1)
Verzekeren
  • je verzekert je tegen het risico van schade
  • als je verzekert bent en je hebt schade, dan wordt dit vergoed door de verzekering
  • verplichte verzekeringen, bijv. zorgverzekering, WA-verzekering
  • vrijwillige verzekeringen, bijv. reisverzekering, fietsverzekering

Slide 8 - Tekstslide

Wil jij mee doen aan de cijferverzekering?
A
Ja!
B
Nee!

Slide 9 - Quizvraag

2.4 Verzekeren, hoezo? (deel 1)
Premie
  • een bedrag dat je als verzekerde (degene die de verzekering afsluit) betaalt aan de verzekeraar (de verzekeringsmaatschappij)

Slide 10 - Tekstslide

2.4 Verzekeren, hoezo? (deel 1)
Polis
  • een bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten
  • bevat een uitleg (polisvoorwaarden), waarin de rechten en plichten van de verzekerde en verzekeraar staan omschreven

Slide 11 - Tekstslide


De cijferverzekering

Voorstel (polis)
  • Alle leerlingen leveren 0,3 van hun punt in
  • Het cijferdepot ("spaarpot") is dan                  (aantal leerlingen)x0,3 punten (premie)
  • Deze punten worden verdeeld onder de leerlingen met een onvoldoende 
  • De cijferverzekering is verplicht voor de hele klas als tenminste 80% voor stemt

Slide 12 - Tekstslide

Noem een voordeel en/of nadeel van de cijferverzekering (begin je antwoord met: voordeel: ... of nadeel: ...)

Slide 13 - Woordweb


Overleg:
  • Raamkant -> leerlingen met een 7.0 gemiddeld of hoger
    • Overleg wat je verwacht van de leerlingen met een lager cijfer om mee te kunnen doen
    • Gangkant -> leerlingen met een 6.9 gemiddeld of lager
    • Overleg wat vindt je dat je minimaal moet doen om mee te mogen doen aan de verzekering
    2.4 Verzekeren, hoezo? (deel 1)

    Slide 14 - Tekstslide

    Wil jij mee doen aan de cijferverzekering?
    A
    Ja!
    B
    Nee!

    Slide 15 - Quizvraag

    Betalen premie
    2.4 Verzekeren, hoezo? (deel 1)

    Slide 16 - Tekstslide

    Je hebt je telefoon niet meer nodig. 
    Leg deze in je tas!

    Slide 17 - Tekstslide

    Huiswerk
    maken t/m opgave 50

    herhalingsopdrachten 17, 18, 20
    blz 61

    leren t/m 2.4

    Slide 18 - Tekstslide