Voorbereiden op de doelgroep stap 4

Le02f_VD: voorbereiden op de doelgroep
  • Dit onderdeel duurt 9 weken en heeft daarna nog een afrondingsweek (Gele week)
  • Dit onderdeel hoort bij Kerntaak B1K1: Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg.
  • Dit onderdeel kun je gebruiken voor de volgende werkprocessen:
  1. B1K1W1: inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt (Starter) Met dit onderdeel kun je Starter B afronden
  2. B1K1W2: ondersteunt de client bij zelfzorg (Starter)
  3. B1K1W3: Ondersteunt de client bij wonen en huishouden (Starter)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verdiepen in doelgroepen (Le2)MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Le02f_VD: voorbereiden op de doelgroep
  • Dit onderdeel duurt 9 weken en heeft daarna nog een afrondingsweek (Gele week)
  • Dit onderdeel hoort bij Kerntaak B1K1: Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg.
  • Dit onderdeel kun je gebruiken voor de volgende werkprocessen:
  1. B1K1W1: inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt (Starter) Met dit onderdeel kun je Starter B afronden
  2. B1K1W2: ondersteunt de client bij zelfzorg (Starter)
  3. B1K1W3: Ondersteunt de client bij wonen en huishouden (Starter)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen en boek
Aansluitend bij B1K1W2 leerdoel:
  • 7. Hij/zij werkt aan het onderling vertrouwen en creëert een veilige situatie voor de cliënt
  • 14. De student kent de beleving en behoefte van de cliënt omtrent zijn/haar leefstijl.
Aansluitend bij B1K1W3 leerdoel:
  • 15. De student kan de algemene kennis over ontwikkelingspsychologie aantonen door middel van een formatieve toets  (Toets bij ontwikkelingspsychologie!)

Boek en andere materialen:
(Boek + licentie Boom) Mensen: Thema 13.1 t/m 13.3 + 13.5 + 13.6 en 13.9
Groepscode MZO1c: 1GAQ-3TAF
Groepscode MZO1d: 1E28-RIF5

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je aan het eind afhebben
  1. Poster presentatie van de stoornis die je hebt uitgewerkt
  2. Uitwerking van een communicatie vorm
  3. 2 quizvragen bij documentaire (tijdens de les)
  4. Verwerkingsopdrachten uit de leerlijn (huiswerk): 
  • 13.1 opwarmen en oriënteren opdracht 2
  • 13.2 weten en begrijpen opdracht 3, 4, 5 en 6
  • 13.3 analyseren en toepassen opdracht 8
  • Thema 13 kritische beroepssituatie opdracht 18 reflectie (X t/m aa)

Slide 3 - Tekstslide

Je hebt je laptop nodig
Je hebt je laptop nodig
LAPTOP
Warning
LAPTOP
Warning
LAPTOP
Warning
LAPTOP
Warning

Slide 4 - Tekstslide

Even terugkijken
  • Verstandelijke beperking 
  • Autisme 
  • Aandachtstekortstoornissen 
  • Tics 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Communicatie is het uitwisselen van informatie van de een naar een ander.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat is waar? (Je mag meerdere antwoorden geven)
A
Alleen mensen communiceren met taal
B
Dieren communiceren onderling
C
Planten communiceren met dieren
D
Voor mensen is het niet mogelijk om niet te communiceren

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Communicatie opdracht
  • Maak 4 ongeveer even grote groepen zonder dat je onderling praat/geluid maakt.
  • Per groepje krijg je 15 minuten voor de volgende opdracht:
  1. Bedenk een situatie waarbij je aan een ander iets wil uitleggen, zorg er voor dat er in je beschrijving ook sprake is van een beperking. (mag ook een bestaande situatie zijn)
  2. Zorg dat iedereen in het groepje de situatie duidelijk heeft.
  3. werk de situatie uit aan de hand van de mogelijkheid die je via de spinner krijgt.

  • Oefen de uitleg in je groepje, verbeter je ontwerp/opzet
  • Presenteer jullie uitwerking aan de lesgroep.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbereiding voor volgende week
Boom Theorie hoofdstuk 13
Maak opdracht 18 (kritische beroepssituatie) a t/m e
Deze antwoorden heb je nodig om volgende week mee te kunnen doen in de les.

Wat is een dilemma:
Een dilemma maakt het je moeilijk omdat je een keuze moet maken uit twee of meer zaken die allemaal van dezelfde waarde voor je zijn. Ze zijn allebei of allemaal heel aantrekkelijk of juist helemaal niet.
Voorbeeld: 
wat doe ik aan naar een bruiloft als iedereen in een pak/galajurk gaat en ik niet van pakken/galajurken hou.
ga ik met mijn partner een weekend weg of met mijn beste vriendin die ik al heel lang niet gezien heb
ik hou niet  van gekookte worteltjes en niet van doperwten. Toch moet ik iets eten. welke van de twee kies ik
als ik de medicatie niet gebruik heb ik veel pijn, maar als ik het wel gebruik slaap ik veel en krijg ik veel dingen niet mee

Slide 12 - Tekstslide