V4 - Middeleeuwen - Les 1 (Introductie)

Van den Vos Reynaerde en middeleeuwse literatuur
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Van den Vos Reynaerde en middeleeuwse literatuur

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Geheugen opfrissen: wat weet je nog?
- Achtergronden bij de middeleeuwen
- Zelf aan de slag 




Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet je meer over:

  • de historische context rondom middeleeuwse literatuur
  • de eerste Nederlandse teksten/boeken
  • de kenmerken van de middeleeuwse literatuur
  • herkennen intertekstualiteit

Slide 3 - Tekstslide

Waarom literatuur(geschiedenis)?

  • Overleg twee minuten met je buur
  •  Bepaal samen een goede reden
  • Daarna bespreken we klassikaal jullie goede redenen

Slide 4 - Tekstslide

Waarom literatuur(geschiedenis)?
  • Ontwikkeling van cultuurhistorische kennis: je leert meer over de Nederlandse geschiedenis, cultuur & mentaliteit.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom literatuur(geschiedenis)?
  • Ontwikkeling van cultuurhistorische kennis: je leert meer over de Nederlandse geschiedenis, cultuur & mentaliteit.
  • Algemene ontwikkeling: je leert nieuwe ‘werelden’ en mensen kennen, in uiteenlopende situaties en tijden.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom literatuur(geschiedenis)?
  • Ontwikkeling van cultuurhistorische kennis: je leert meer over de Nederlandse geschiedenis, cultuur & mentaliteit.
  • Algemene ontwikkeling: je leert nieuwe ‘werelden’ en mensen kennen, in uiteenlopende situaties en tijden.
  • Goed voor je woordenschat, verbeeldingskracht en empathisch vermogen.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom literatuur(geschiedenis)?
  • Ontwikkeling van cultuurhistorische kennis: je leert meer over de Nederlandse geschiedenis, cultuur & mentaliteit.
  • Algemene ontwikkeling: je leert nieuwe ‘werelden’ en mensen kennen, in uiteenlopende situaties en tijden.
  • Goed voor je woordenschat, verbeeldingskracht en empathisch vermogen.
  • Intertekstualiteit: in andere boeken of films wordt vaak verwezen naar andere/oude teksten.

Slide 8 - Tekstslide

Intertekstualiteit: in welke hedendaagse verhalen herken je Reynaert de Vos?

Slide 9 - Open vraag

Wanneer waren de middeleeuwen?

Slide 10 - Open vraag

Welke drie standen waren er in de middeleeuwen?

Slide 11 - Open vraag

Waarom werden verhalen in de middeleeuwen mondeling overgeleverd ?

Slide 12 - Open vraag

Waarom waren de teksten op rijm?

Slide 13 - Open vraag

Welke taal werd er toen in Nederland gesproken?

Slide 14 - Open vraag

Wat weet je nog iets van eerste literaire Middelnederlandse zin?

Slide 15 - Open vraag

Middeleeuwse literatuur
  • de historische context rondom middeleeuwse literatuur
  • de eerste Nederlandse teksten/boeken
  • de kenmerken van de middeleeuwse literatuur

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Historische context: tijd 
500-1500 na Christus
  • Begin middeleeuwen na einde Romeinse Rijk
  • Einde middeleeuwen ingezet door start nieuwe periode: de Renaissance.

Slide 19 - Tekstslide

Historische context: 3 standen 
Welke drie standen ken je?
Welke taak hoort bij welke stand?

Taken: 
Strijden/beschermen
Leven met God/bidden
Werken

Slide 20 - Tekstslide

Historische context: 3 standen 
Standen = relatief gesloten groepen binnen de bevolking met eigen sociale status en 'taak'.

  1. Geestelijkheid > taak: bidden
  2. Adel & ridders > taak: strijden
  3. Boeren & burgers > taak: werken

Slide 21 - Tekstslide

1e stand: Geestelijkheid
  • Monniken, nonnen, bisschoppen, paus, etc. Zorgden voor 'zielenheil': bidden, biecht, mis, etc.
  • Theocentrsch. Doel: een leven na de dood zoals in de Bijbel omschreven.
  • De Bijbel was het belangrijkste boek. Waarom?

Slide 22 - Tekstslide

1e stand: Geestelijkheid
Het Hooglied 
In het christendom wordt het Hooglied geïnterpreteerd als een allegorie over de liefde tussen Jezus Christus en de kerk als gelovige gemeenschap.  
                              
*een gedicht of verhaal dat in zijn geheel symbool staat voor iets anders. Komt neer op uitgesponnen metafoor die door het gehele werk heen wordt volgehouden, zonder dat het origineel (hetgene dat eigenlijk bedoeld wordt) bij naam wordt genoemd

Slide 23 - Tekstslide

1e stand: Geestelijkheid
De vos in het Hooglied:

Vangt gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, want onze wijngaarden hebben jonge druifjes.

Waar gaat dit over? 

Slide 24 - Tekstslide

1e stand: Geestelijkheid
Vangt gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, want onze wijngaarden hebben jonge druifjes.


Slide 25 - Tekstslide

2e stand: Adel & ridders

  • Feodale maatschappij 
  • Ridders en kastelen
  • Eer en aanzien belangrijk
  • Hoofsheid

Slide 26 - Tekstslide

2e stand: Adel & ridders
  • Bekwaam in politieke zaken en krijgskunst.
  • Feodale maatschappij (leenstelsel): hoge adel (leenheer) gaf stuk land in ‘leen’ af aan lage adel (leenmannen/vazallen). In ruil daarvoor zwoeren deze vazallen trouw aan hun leenheer & hielpen als er oorlog was.
  • Adel beschermde zichzelf door kastelen en ridders (zonen van lage adellijke families).
  • Eer en aanzien belangrijk.

Slide 27 - Tekstslide

3e stand: Boeren & burgers 
  • 90% van de bevolking was boer
  • 'horigen' in dienst van leenmannen/vazallen 
  • Met de verstedelijking kwam de burgerij 
  • Burgerlijke mentaliteit: vlijt, nuttigheid, spaarzaamheid, etc.

Slide 28 - Tekstslide

Voor welke stand is 'De vos' geschreven en waarom denk je dat?

Slide 29 - Open vraag

Historische context: taal in teksten
  • Latijn schrijftaal (door geestelijken), Middelnederlands volkstaal (spreektaal).
  • Franse vorstenhoven van invloed op spreek- en leesgedrag Nederlandse adel.
  • Geleidelijk meer aandacht voor teksten in het Middelnederlands.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Boeken of handschriften?
  • Handgeschreven door monniken/kopiisten ('monnikenwerk').
  • Geïllustreerd met miniaturen (schilderijtjes) en initialen (hoofdletters).
  • Mecanaat: boeken werden in opdracht geschreven (opdrachtgever = mecenas). -> Jacob van Maerlant schreef 'Der naturen bloeme' voor graaf Floris V (1256-1296)

Slide 32 - Tekstslide

Graaf Floris V (1256-1296)
De vader van Floris begon de bouw van het Binnenhof als paleis passend bij zijn status als Rooms-Koning.

Het Binnenhof is door Floris afgebouwd 
om zijn dynastieke ambities gestalte te 
geven. Dit gebouw moest het centrum 
worden van zijn macht.

Slide 33 - Tekstslide

Wat zijn de kenmerken van Middeleeuwse literatuur?

Slide 34 - Open vraag

Kenmerken
- Op rijm geschreven i.v.m. voorleescultuur.
- Schrijvers veelal onbekend.
- Teksten houden maatschappij een spiegel voor.
- Ter vermaak van het publiek maar ook een didactisch/moraliserend (hoofsheid) .
- Handgeschreven en mooi versierd.
- Vaak in opdracht geschreven.
- Godsdienst speelt een belangrijke rol.

Slide 35 - Tekstslide

Nu: zelf aan de slag
Keuze (kies een onderwerp waarvan je denkt dat je daar nog niet genoeg van weet): Laagland, boek B, module 2
Bestuderen Culturele context; opdrachten 5 en 7.
Bestuderen Ridderroman: 3.2 en 3.2.1; opdracht 9
Bestuderen 3.2.2; opdracht 11 en 12.
Bestuderen Hoofse lyriek: 3.3; opdracht 15.
Bestuderen Geestelijke letterkunde: 3.5 Lezen fragment Beatrijs.
Bestuderen Dierenverhaal: 3.4; opdracht 16.
Reinaert verder lezen (bespreek met degene die naast je zit opvallende passages, en/of wat je niet begrijpt)

Slide 36 - Tekstslide

Volgende les:
- Bespreken onderdelen die je nog niet goed begrijpt.
- De vos uitlezen.

Huiswerk (staat in Magister):
- Bestudeer de theorie (t.b.v. het proefwerk; zie ook je aantekeningen);
- Lees verder in 'De vos'.


Slide 37 - Tekstslide