Spotten met Vrijheid?
1 / 19
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze les is een leidraad, als jij het als docent fijner vindt om met de leerlingen de vragen te beantwoorden of er komen andere verwante en belangrijke vragen boven, doe dat vooral!
In de doos die je hebt gekregen zitten potloden/stiften en werkbladen (per duo)
Bespreek de vragen op het antwoordblad kort na.
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Niveau: Beginnend
Duur: 45 minuten
Doelgroep: Voortgezet Onderwijs - Leerjaar 1 & 2
Slide 10 - Tekstslide
In de les ‘Langs de lijn’ krijgen de leerlingen een inkijkje in de wereld van typografie en letters. Met typografie bedoelen we de kunst van het vormgeven van letters. De leerlingen oefenen met de vorm en grootte van letters en maken hiermee een bonte mozaïek op papier.
Slide 11 - Tekstslide
met een korte inleiding over typografie.
Laat een aantal veelgebruikte lettertypes
zien zoals Times new roman en Comic
Sans en vergelijk deze met wat meer
uitgesproken lettertypes als Allura en
Pentacle. Vraag aan de leerlingen wat ze
opvalt aan de verschillende lettertypes.
Leg uit dat elk lettertype weer zijn eigen
kenmerken heeft, en dat je dit kenmerk vaak
in elke letter terug ziet. Zo is elke letter uit
het alfabet dun of juist heel dik, langgerekt
of in elkaar gedrukt en zijn de uiteinden
van de letters allemaal sierlijk of wat meer
abrupt. Daarnaast staan letters vaak recht
naast elkaar op een onzichtbare lijn. Leg
uit dat de leerlingen in deze les met die
onzichtbare lijn aan de slag gaan en neem
de stappen van de opdracht samen door.
Slide 12 - Tekstslide
Vergelijk de bovenstaande lettertypes. Vraag aan de leerlingen wat ze opvalt aan de verschillende lettertypes. Leg uit dat elk lettertype weer zijn eigen kenmerken heeft, en dat je dit kenmerk vaak in elke letter terug ziet. Zo is elke letter uit het alfabet dun of juist heel dik, langgerekt of in elkaar gedrukt en zijn de uiteinden van de letters allemaal sierlijk of wat meer abrupt. Het lettertype 'Curlz Mt' heeft bijvoorbeeld allemaal krullen, het lettertype 'Allstar' een duidelijke outline en het lettertype 'Wild West' heeft stekels.
Vraag aan de leerlingen of ze een bepaald lettertype beter bij een bepaalde gelegenheid vinden passen. Welk lettertype zou iemand bijvoorbeeld op zijn trouwkaart gebruiken en welk lettertype zouden ze kiezen voor een werkstuk?
Slide 13 - Tekstslide
Letters staan vaak recht naast elkaar op een onzichtbare lijn. Wanneer deze lijn wat boller loopt, kun je de letters mee laten bewegen met de lijn. Leg uit dat de leerlingen dat vandaag ook gaan doen.
Slide 14 - Tekstslide
Leg de opdracht uit aan de hand van de verschillende stappen.
Slide 15 - Tekstslide
Een voorbeeld ter inspiratie.
Slide 16 - Tekstslide
Voorbeelden ter inspiratie.
Slide 17 - Tekstslide
Laat de leerlingen vervolgens met grijs potlood licht een aantal horizontale golven tekenen op het tekenpapier. Vervolgens mogen ze tussen deze golven hun tekst, in hun zelf ontworpen lettertype, gaan schrijven. Hierbij zijn twee dingen belangrijk. Allereerst is het belangrijk dat de leerling qua ruimte uitkomt. Hoe langer de tekst, hoe meer golven diegene zal moeten tekenen. Ten tweede is het belangrijk dat de letters aan de boven en onderkant de lijn raken. De letters moeten als het ware ingeklemd worden tussen de golven. Wil een leerling wat witruimte tussen verschillende zinnen? Laat deze leerling dan een extra parallel lopende lijn tekenen onder een golf, zodat de leerling deze als uitgangspunt kan nemen. Laat de leerlingen de tekst eerst schrijven met grijs potlood en daarna overtrekken met zwarte fineliner of een gekleurde stift.
Slide 18 - Tekstslide
Wanneer alle tekst op het papier staat is het tijd voor de invulling. Laat de leerlingen de tekst versieren met potlood en stift. Hierbij mogen ze de tekst invullen als een mozaïek, dus elk vakje mag een eigen kleur krijgen. De leerling kan er ook voor kiezen om bijvoorbeeld alleen de binnenruimte van letters een kleur te geven, zoals het rondje van de ‘O’ en de bollingen van de ‘B’. Zoekt een leerling wat meer uitdaging dan kan diegene ook eventueel de tussenruimte invullen met patronen. Denk hierbij aan een stippen patroon, een ruitjes patroon of een marmer patroon. Let hierbij op dat de kleuren van het patroon niet feller zijn dan de kleuren van de tekst, zodat de tekst goed leesbaar blijft.
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
