Oefentoets M&M Grieken & Romeinen
1 / 33
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Egyptische rijk
Romeinse rijk
Griekse stadstaten
Tijd van grieken en romeinen
750 V.Chr. tot 500
800 V.Chr tot 300 V.Chr
3000 V.Chr tot 500 V.Chr.
3000 V.Chr tot 1000
Slide 3 - Sleepvraag
Waarom vonden de oude Grieken het zo belangrijk om te winnen bij de Olympische spelen?
A
Omdat ze een olijfkrans konden winnen.
B
Omdat ze eeuwige roem konden krijgen.
C
Omdat ze veel geld konden winnen.
D
Omdat ze dan beter waren dan anderen.
Slide 4 - Quizvraag
Bij de Olympische spelen kwam nog wel eens discriminatie voor.
Waar bleek dat uit?
Waar bleek dat uit?
Slide 5 - Open vraag
Leg in eigen woorden uit wat een stadsstaat is.
Slide 6 - Open vraag
Wie mogen er stemmen in een stadstaat?
A
Iedereen
B
Mannen en vrouwen boven de 18
C
Alle mannen
D
Vrije mannen
Slide 7 - Quizvraag
Welk begrip past het best bij het plaatje hiernaast?
A
schervengerecht
B
Stadstaat
C
Indirecte democratie
D
Raad van 500
Slide 8 - Quizvraag
Was het oude Griekenland al een echt land? Leg uit waarom wel/niet
Slide 9 - Open vraag
De oude Grieken voelden zich met elkaar verbonden. Noem drie redenen waarom dit zo was.
Slide 10 - Open vraag
Welke groepen woonden er in een stadstaat?
Slide 11 - Open vraag
Welke groep had de meeste rechten?
A
Slaven
B
Vrouwen en kinderen
C
Volwassen mannen die in vrijheid leefden
D
Buitenlanders
Slide 12 - Quizvraag
In welke stadsstaat is de Democratie ontstaan?
A
Sparta
B
Athene
C
Korinthe
D
Olympia
Slide 13 - Quizvraag
Leg in eigen woorden uit hoe de democratie van het oude Griekenland er uit zag
Slide 14 - Open vraag
Wat past goed bij de Griekse wetenschap?
A
Kennis verzamelen en nauwkeurig bestuderen
B
Mythen schrijven
C
Verklaringen zoeken in de verhalen over de Goden
D
Verhalen verzamelen en goed bestuderen
Slide 15 - Quizvraag
Voor welke god hielden de Grieken de Olympische spelen?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde over het
bestuur van het Romeinse Rijk?
bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek
Slide 18 - Quizvraag
Het oude Rome kende 3 verschillende bestuursvormen.
1. Zet ze in chronologische volgorde op onderstaande tijdbalk.
2. Plaats de foto's bij de juiste bestuursvorm op de tijdbalk.
Caesar
Augustus
timer
1:00
1
2
3
republiek
keizerrijk
koninkrijk
Slide 19 - Sleepvraag
Wat voor soort mensen zaten er in de senaat?
A
Rijke Romeinen
B
Belangrijke Romeinen
C
Rijke Romeinse mannen
D
Rijke en belangrijke Romeinse mannen
Slide 20 - Quizvraag
Hiernaast zie je een oude Romeinse weg. Waarom legde Romeinen verharde wegen aan?
A
Zo gingen auto's minder snel kapot
B
Zo konden soldaten zich sneller verplaatsen
C
Zo wisten ze de weg makkelijker
D
Zo konden ze beter zien wie er hun kant op kwam lopen
Slide 21 - Quizvraag
Hoe verspreidde de Romeinen hun cultuur?
Slide 22 - Open vraag
Welke geloven waren er allemaal in het Romeinse Rijk?
A
Christendom, Islam en geloof van Romeinen
B
Christendom, Jodendom en geloof van Grieken
C
Christendom, Jodendom en geloof van de Romeinen/Grieken
D
Hindoeïsme, Christendom en Jodendom
Slide 23 - Quizvraag
De veroverde gebieden van de Romeinen hoefden niet alles af te staan. Wat bleef hetzelfde?
A
Eigen cultuur
B
Eigen gebouwen
C
Eigen regels en wetten
D
Hun taal mochten ze houden
Slide 24 - Quizvraag
Uit welk geloof is het christendom ontstaan?
A
Islam
B
Jodendom
C
Het Romeinse geloof
D
Het Griekse geloof
Slide 25 - Quizvraag
De Romeinen (en Grieken) geloofden in meerdere Goden. Hoe noem je dit?
A
Polytheïsme
B
Monotheïsme
C
Atheïsme
D
Maxitheïsme
Slide 26 - Quizvraag
De Romeinen gingen regelmatig naar de thermen. Wat kon men daar zoal doen?
A
boeken lezen - gladiatorengevechten bekijken - baden
B
schoonheidsbehandelingen - boeken lezen - les volgen
C
baden - gladiatorengevechten bekijken - schoonheidsbehandeling
D
baden - boeken lezen - schoonheidsbehandelingen
Slide 27 - Quizvraag
Hoe noemden de Romeinen hun grens?
A
De Rijn
B
De Donau
C
De muur van Hadrianus
D
De Limes
Slide 28 - Quizvraag
Met welk begrip wordt de wereldwijde verspreiding van merken zoals 'Google' en 'Coca Cola' omschreven?
Slide 29 - Open vraag
Juist
Onjuist
Een veto is dat je een beslissing kan tegenhouden
De limes was een grens
Het noorden van Nederland lag binnen de grenzen van het Romeinse rijk
Romanisering is een ander woord voor Oudheid
Slide 30 - Sleepvraag
Wat is het verschil tussen natuurlijk en kunstmatige grenzen?
Slide 31 - Open vraag
Wat zijn kunstmatige grenzen?
A
Hetzelfde als natuurlijke grenzen
B
Grenzen die makkelijk over te steken zijn
C
Grenzen die moeilijk over te steken zijn
D
Alle grenzen die door de mens bedacht zijn
Slide 32 - Quizvraag
Wat voor soort grens zijn deze grenzen?
Natuurlijke grens
Kunstmatige grens
rivier
ravijn
een kanaal
een snelweg
een muur
een hek
