2.5

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom! 
Welkom!

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
Terugblik vorige les
10 min
Uitleg paragraaf 2.5
15 min
Maken paragraaf 2.5
20 min
Opdracht flashcards
20 min
Lesafsluiting
05 min

Slide 3 - Tekstslide

2.5 De wereld van Qurnain uit Nepal

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet hoe een zware aardbeving kan ontstaan.
  • Je weet waar Nepal ligt
  • Je weet wat de gevolgen kunnen zijn van een zware aardbeving.

Slide 5 - Tekstslide

Het punt recht boven de aardbeving noemen we ook wel het .........
A
Hypocentrum
B
Epicentrum
C
Deltacentrum
D
Bevingcentrum

Slide 6 - Quizvraag

Waarom kan een aardbeving die even zwaar is in het ene land veel meer schade aanrichten dan in het andere?

Slide 7 - Open vraag

We meten aardbevingen met de Schaal van .......
A
Seismoloog
B
Grenoa
C
Richter
D
Trilling

Slide 8 - Quizvraag

Wat is GEEN plaatbeweging?
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Transform
D
Avergentie

Slide 9 - Quizvraag

Welke plaatbeweging is dit?
A
Convergent
B
Subductie
C
Transform
D
Divergent

Slide 10 - Quizvraag

Welke plaatbeweging is dit?
A
Convergent
B
Subductie
C
Divergent
D
Transform

Slide 11 - Quizvraag

Welke plaatbeweging is dit?
A
Convergent, gelijkwaardig
B
Convergent, ongelijkwaardig
C
Divergent
D
Transform

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Link

Slide 14 - Video

Een land in de bergen
  • Nepal ligt recht op een plaatgrens 
  • Hierdoor is de Himalaya ontstaan

  • Veel hoge en steile hellingen
  • Mensen wonen waar het minder hoog is

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Qurnain vertelt
  • Eerst lijkt het de wind

  • Je hebt seconden om
    naar buiten te komen

  • Aardbeving van 1 minuut
    brengt grote vernietiging

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat gebeurde er?
  • India en China schuiven met 4,5 cm naar elkaar toe
  • Heel vaak kleine aardbeving
  • Eens in de +-80 jaar hele zware


  • 2015 deels verwacht/onverwacht
  • Kathmandu 1,5 meter opgeschoven!
  • Grote kans op nog een grote binnenkort!

Slide 19 - Tekstslide

Schade
  • Ook al ligt een stad niet bij het epicentrum, vaak nog steeds veel schade verderop!

  • Vooral kleine dorpen helemaal naar de grond! 

  • Meeste slachtoffers onder het puin maar ook lawines

Slide 20 - Tekstslide

Schade
  • Slachtoffers: meer dan negenduizend doden; 4 miljoen mensen werden dakloos;
  • Schade aan verbindingen: wegen, gebouwen, water- en gasleidingen en stroomvoorziening;
  • Economische schade: fors minder opbrengst uit de landbouw, minder productie door de industrie en minder inkomsten door het wegblijven van toeristen;
  • Financiële schade: naar schatting € 7 miljard, ofwel 35% van het bbp van Nepal.

Slide 21 - Tekstslide

Na de ramp
  • Door grote schade niet direct hulp
  • Gevaar zorgde voor veel vertraging
  • Hulp in de vorm van:
- Geld
- Voedsel
- Medicijnen
- tenten 
- dekens/kleding

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
  • WAT? Maak 2.5 helemaal
  • TIJD? 20 minuten
  • HOE? Eerst 5 min in stilte. Daarna overleggen
  • KLAAR? Maak af en verbeter 2.1 t/m 2.4 + 2.7 en 2.9

timer
5:00
timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

Flashcards maken
Opdracht:
- Maak 10 flashcards met 1 begrip
op 1 kant.
- schrijf op de andere kant de 
uitleg van het begrip

Klaar? Maak nog meer flashcards met andere begrippen uit H2
Epicentrum
Geiser
Vulkaan
Verwering
Aardkorst
Aardmantel
Sediment
Erosie
Magma
Aardplaat
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Uitwissel en controle
Opdracht:
- Geef de flashcards aan je buur
- Controleer elkaars kaarten
- Verbeter met een andere kleur
als dat nodig is
- Gebruik hiervoor de stof uit je boek (online)


Epicentrum
Geiser
Vulkaan
Verwering
Reliëf 
Aardmantel
Sediment
Erosie
Magma
Aardplaat
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Quiz-time

Opdracht:
-ga in een groepje van 4 zitten.
-Wijs 1 quiz master aan en geef die alle flashcards.
-De quizmaster leest een uitleg of voorbeeld voor van een flashcard.
-De rest raad welk begrip er bij hoort.
-De persoon die het goed raad krijgt een punt.
-Doe dit met alle flashcards.
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide