1.1 Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

lezen in je leesboek

1.1 Fictie

Lesopbouw

1. Voorkennis activeren

2. Lesdoelen

3. Instructie

4. Zelfstandig werken

5. Afsluiting

Wat is jouw favoriete leesboek?

Lesdoelen

1. Aan het einde van de les weet je wat fictie is.

2. Aan het einde van de les weet je wat non-fictie is.

Instructie

• Onder fictie verstaan we alles wat verzonnen is, bijvoorbeeld leesboeken, strips, films, musicals en gedichten.

• Teksten die geschreven zijn om informatie te geven, noem je non-fictie. Wat in die teksten staat, is niet verzonnen. Schoolboeken, kookboeken en nieuwsberichten zijn voorbeelden van non-fictie.

Zelfstandige verwerking

• Maak de opdracht die in de studiewijzer staat: fictiebiografie maken. 

• Maak vervolgens opdracht 4 en 5.

• Afspraken tijdens het zelfstandig werken:

1. Als je iets niet snapt mag je je schoudermaatje vragen. Doet dit zachtjes.

2. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht.

3.Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.

Onder non-fictie verstaan we alles wat verzonnen is, bijvoorbeeld strips en films.

1. Waar
2. Niet waar

Leesboeken, films, strips musicals en gedichten zijn voorbeelden van:

1. Fictie
2. Non-fictie

Schoolboeken, kookboeken en nieuwsberichten zijn voorbeelden van:

1. Fictie
2. Non-fictie

Huiswerk volgende les

• Je maakt de opdrachten af: opdracht 4 en 5.
• Je maakt de opdracht: 'maak een fictiebiografie' op blz. 15.