3A-Herhalingsles-Mens&Milieu-15062021-hk

Mens & Milieu
Thema 7
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mens & Milieu
Thema 7

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
Samenvatting/herhaling van Basisstoffen 1 t/m 4
+
enkele vragen om te checken in hoeverre je de stof al kent

Slide 2 - Tekstslide

B1: De mens en het milieu
- Manieren noemen waarop de mens afhankelijk is van het milieu
- Kunnen aangeven hoe de mens het milieu kan veranderen 
- Belangrijke oorzaken en gevolgen van milieuproblemen kunnen noemen

Slide 3 - Tekstslide

De mens is voor grondstoffen afhankelijk van het milieu
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Het milieu is belangrijk als plaats voor recreatie
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Het milieu levert de mens voedsel, water en zuurstof. Bij welke deze zaken speelt fotosynthese direct een rol?
A
Bij voedsel
B
Bij voedsel en zuurstof
C
Bij voedsel en water
D
Bij voedsel, water en zuurstof

Slide 6 - Quizvraag

Het meeste drinkwater gebruiken mensen in Nederland om
A
te drinken en om mee te koken
B
kleding te wassen
C
te douchen, handen te wassen en toilet door te spoelen
D
de vaat te wassen

Slide 7 - Quizvraag

Groei van de chemische industrie is de enige oorzaak van milieuproblemen
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Sterke bevolkingstoename heeft bijgedragen aan het ontstaan van milieuproblemen
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

In de afgelopen honderd jaar is de biodiversiteit in Nederland toegenomen
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

De 'Rode Lijst' geeft een overzicht van in Nederland verdwenen of bedreigde soorten organismen
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Biodiversiteit neemt toe als stoffen aan het milieu worden toegevoegd
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

De wolf is via een herintroductieprogramma teruggekeerd in Nederland
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

B2: Energie
- de belangrijkste energiebronnen kunnen noemen met hun voor- en nadelen

Slide 14 - Tekstslide

Welke van onderstaande producten is GEEN fossiele brandstof
A
aardgas
B
benzine
C
biodiesel
D
steenkool

Slide 15 - Quizvraag

Kernenergie is een bron van luchtverontreiniging
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Al het radioactief afval voor energie-opwekking voor Nederland past in een grote koelkast
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze bron van duurzame energie wordt in Nederland het meest gebruikt:
A
windenergie
B
zonne-energie
C
waterkracht
D
biomassa

Slide 18 - Quizvraag

Het verbranden van biomassa geeft geen milieuvervuiling en biomassa raakt niet op
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

B3: Het broeikaseffect
- je kunt beschrijven wat het broeikaseffect is en hoe het wordt versterkt
- je kunt de gevolgen van klimaatverandering door het versterkte broeikaseffect noemen

Slide 20 - Tekstslide

Het broeikaseffect is enkel het gevolg van de stijging van het CO2-gehalte in de atmosfeer
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Bosbranden in Australië en Californië zijn een gevolg van het versterkte broeikaseffect maar ook een oorzaak
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Gevolgen van klimaatverandering zijn in de natuur nu nog niet merkbaar
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

B4: Schone lucht
- de invloed van ozon in de atmosfeer op het leven op aarde beschrijven
-oorzaken en gevolgen van aantasting ozonlaag en van zomersmog kunnen noemen

Slide 24 - Tekstslide

De ozonlaag bevindt zich in de troposfeer
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Ozon ontstaat uit
A
ammoniak
B
koolstofdioxide
C
waterdamp
D
zuurstof

Slide 26 - Quizvraag

Ultraviolette straling zorgde dat de ozonlaag steeds dunner werd
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Er bestaan zomersmog en wintersmog
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Bij deze weersomstandigheden is de kans op smog het grootst:
A
bij koud weer
B
bij regenachtig weer
C
bij windstil weer
D
bij stormachtig weer

Slide 29 - Quizvraag

Menselijke activiteit is de grootste bron van fijnstof in de lucht
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

De grootste deeltjes fijnstof richten bij mensen de meeste gezondheidsschade aan
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Katalysatoren die nu verplicht zijn onder benzine-auto's zorgen dat uitlaatgassen minder...
A
verzurende stikstofoxiden bevatten
B
fijnstof bevatten
C
koolstofdioxide bevatten
D
roetdeeltjes bevatten

Slide 32 - Quizvraag

Volgende les:
- verder vanaf B5 

Slide 33 - Tekstslide