Les 1. Herhaling lezen H3 + H4 (3 havo)

Leesvaardigheid
Hoofdstuk 3 + 4
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid
Hoofdstuk 3 + 4

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Alle stof herhalen voor de toetsweek van lezen
hoofdstuk 1 t/m 4

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
  • Standpunt
  • Feitelijke en waarderende  argumenten
  • Onderschikkende argumenten
  • Nevenschikkende argumenten
  • Enkelvoudige argumentatie
  • Meervoudige argumentatie
  • Tegenargument
  • Weerlegging

Slide 3 - Tekstslide


Wat zijn argumenten? Argumenten zijn ...
A
Belangrijke woorden in een tekst die een verband aangeven
B
Woorden die de mening van de schrijver aangeven
C
Een onderbouwing van de reden waarom je iets doet of niet doet
D
Voorbeelden die gegeven worden in de tekst

Slide 4 - Quizvraag


Er zijn twee soorten argumenten: subjectieve en objectieve argumenten.
A
Juist
B
Onjuist
C

Slide 5 - Quizvraag


Een mening ondersteun je met en argument. Wat is een synoniem voor argument?
A
Feit
B
Reden
C
Gevolg
D
Mening

Slide 6 - Quizvraag


Meervoudige argumentatie heeft...
A
Eén hoofdargument
B
Meer dan één hoofdargument
C
Eén subargument
D
Meer dan één subargument.

Slide 7 - Quizvraag


Enkelvoudige onderschikkende argumentatie heeft...
A
Eén hoofdargument en een subargument
B
Alleen één hoofdargument.
C
Eén subargument en meerdere hoofdargumenten.
D
Meerdere standpunten en één hoofdargument.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je deze vorm van argumentatie?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende meervoudige argumentatie
C
Meervoudige argumentatie
D
Onderschikkende enkelvoudige argumentatie

Slide 9 - Quizvraag

Dat Nederlands een moeilijk vak is, komt door alle verschillende spellingregels.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie

Slide 10 - Quizvraag

Jacob van Liesveldt is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie

Slide 11 - Quizvraag

Herhaling argumentatieschema
Enkelvoudige argumentatie
 Nevenschikkende argumentatie
Meervoudige onderschikkende argumentatieschema
Enkelvoudige onderschikkende argumentatieschema

Slide 12 - Sleepvraag

Opdracht
Lees de tekst 'Geen windmolens in Drenthe!'

  • Markeer met kleur 1 het standpunt van de schrijver.

  • Markeer met kleur 2 de argumenten die het standpunt ondersteunen. Als je de uitwerking van het argument herkent (het ondersteunende argument) onderstreep je die.
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Vervolgopdracht
De volgende dia's bevatten een aantal vragen over de tekst. Houd de tekst bij de hand en beantwoord de vragen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het standpunt van de schrijver dat hij inneemt?

Slide 15 - Open vraag

In welke alinea's geeft hij argumenten die zijn standpunt ondersteunen?

Slide 16 - Open vraag

Beschrijf hier een argument uit de tekst die ook een ondersteunend argument heeft.

Slide 17 - Open vraag

Afsluiten
De volgende les gaan we verder met deze tekst.

Slide 18 - Tekstslide