1. Welk signaalwoord verbindt alinea 2 met alinea 1?
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
1. Welk signaalwoord verbindt alinea 2 met alinea 1?
Slide 1 - Open vraag
2. Welk verband geeft dit signaalwoord (vraag 1) aan?
A
Weerlegging
B
Nuancering
C
Tegenstelling
D
Probleemstelling
Slide 2 - Quizvraag
3. De twee signaalwoorden die in alinea 6 gebruikt worden om de verklaringen voor het overgewichtsprobleem aan te geven, zijn:
Slide 3 - Open vraag
4. Noteer twee redengevende signaalwoorden uit alinea 9:
Slide 4 - Open vraag
5: "Toch staan we nu aan de vooravond van een collectieve voedingscrisis die uniek is in de geschiedenis" (alinea 2). Functie van deze zin?
A
Constatering
B
Theorie
C
Verklaring
D
Toelichting
Slide 5 - Quizvraag
6: Welke functie hebben alinea 6 en 7 samen?
A
Aanbevelingen
B
Oplossingen
C
Theorie
D
Verklaringen
Slide 6 - Quizvraag
7. "Een directe belasting op vet is onzin, omdat alle calorieën even dikmakend zijn." Dit is een argument op basis van:
A
Emotie of gevoel
B
Feiten
C
Voor- of nadelen
D
Autoriteit
Slide 7 - Quizvraag
8: Welke functie heeft het tekstgedeelte alinea 10 tot 14?
A
Aanbevelingen
B
Oplossingen
C
Verklaringen
D
Toelichting
Slide 8 - Quizvraag
9. "Aan minder eten valt namelijk moeilijk te verdienen en dus is het niet aantrekkelijk voor het bedrijfsleven om erin te investeren." Dit is een drogreden op basis van:
A
Cirkelredenering
B
Persoonlijke aanval
C
Ontduiken van bewijslast
D
Verplaatsen van bewijslast
Slide 9 - Quizvraag
10: Wat is het schrijfdoel van de tekst?
A
Activeren
B
Betogen
C
Beschouwen
D
Uiteenzetten
Slide 10 - Quizvraag
11. Maak de zin af (hoofdgedachte tekst): Om de opkomst van obesitas tegen te gaan moeten we...