Energie en Vermogen (EXTRA LESSTOF)

Rekenen met elektriciteit: 


Energie en Vermogen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen met elektriciteit: 


Energie en Vermogen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
  • Ik kan vertellen wat het energieverbruik van een apparaat is.
  • Ik kan rekenen met de formule E = P * t 
  • Ik kan de eenheden Joule en kWh gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Wat is Elektriciteit?
Elektriciteit is de stroom van elektrische lading door geleiders, zoals draden.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is Energie?
Energie is de capaciteit om werk te verrichten of warmte te produceren.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is Vermogen?
Vermogen is de snelheid waarmee energie wordt omgezet of overgedragen.

Slide 5 - Tekstslide

De Formule E = P * t
De formule E = P * t wordt gebruikt om:
de hoeveelheid energie (E) te berekenen die wordt verbruikt door een apparaat met een bepaald vermogen (P) gedurende een bepaalde tijd (t).

E = Energie in kilowattuur (kWh)
P = Vermogen in kilowatt (kW) 
t = tijd in uren (h)

Slide 6 - Tekstslide

omrekenen

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 1
Een apparaat heeft een vermogen van 100 watt en wordt 2 uur lang gebruikt. Bereken de totale energie die wordt verbruikt.

Slide 8 - Tekstslide

Uitwerking Voorbeeldopgave 1
E = P * t  -->
Stap 1: Het vermogen omrekenen van Watt naar kilowatt
100 W /  1000 = 0,1 kW
Stap 2: Energieverbruik berekenen door het aantal kilowatt met het aantal uur te vermenigvuldigen
E = (P) 0,1 kW * (t) 2 uur = 0,2 kWh

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 2
Een elektrisch apparaat heeft een vermogen van 500 watt en wordt 3 minuten lang gebruikt. Bereken de totale energie die wordt verbruikt.

Slide 10 - Tekstslide

Uitwerking Voorbeeldopgave 2
E = P * t -->
Stap 1: 
 500 W / 1000 = 0,5 kW
Stap 2:
3 min / 60 (60 minuten in 1 uur) = 0,005 h
E = (P) 0,5 kW * 0,005 h = 0,025 kWh

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 3
Een apparaat heeft een vermogen van 60 watt en wordt 1,5 uur lang gebruikt. Bereken de totale energie die wordt verbruikt.

Slide 12 - Tekstslide

Uitwerking Voorbeeldopgave 3
E = P * t  --> 
60 W / 1000 = 0,060 kW * 1,5 uur = 0,09 kWh

Slide 13 - Tekstslide

Oefening 4
Een apparaat heeft een vermogen van 50 watt en wordt 4 uur lang gebruikt. Bereken de totale energie die wordt verbruikt en wat dit heeft gekost. 

gegeven: 1 kWh kost € 0,25 cent

Slide 14 - Tekstslide

Uitwerking Oefening 4
E = P * t = 50 W / 1000 = 0,005 kW* 4 uur = 0,2 kWh

0,2 kWh * 0,25 cent = 0,05 cent

Slide 15 - Tekstslide

Oefening 5
Een koelkast heeft een vermogen van 2000 kilowatt en wordt per dag 24 uur gebruikt.
Een TV heeft een vermogen van 250 Watt en staat per dag 4 uur aan. 

 Bereken de totale energie die wordt verbruikt en wat dit kost. 

gegeven: 1 kWh kost € 0,25 cent

Slide 16 - Tekstslide

Uitwerking Oefening 5
E = P * t  -->
Koelkast:  2000 W / 1000 = 2,0 kW * 24 h = 48 kWh
TV: 250 W / 1000 = 0,250 kW * 4 = 1 kWh

Energie totaal = 48000 + 1 = 49 kWh
Kosten totaal = 0,25 * 49 = € 12,25 per dag

Slide 17 - Tekstslide

Oefening 6
Een apparaat heeft een vermogen van 75 watt en verbruikt 0,1875 kWh aan energie. 

Bereken hoe lang in uren dit apparaat aan staat.

Slide 18 - Tekstslide

Uitwerking Oefening 6
E = P * t  ---> t = E / P

P = 75 W / 1000 = 0,075 kW

0,1875 kWh / 0,075 kW = 2,5 uur


Slide 19 - Tekstslide

Toepassing in het Dagelijks Leven
Rekenen met energie en vermogen is belangrijk in het dagelijks leven, bijvoorbeeld om het energieverbruik van apparaten te begrijpen en de kosten te berekenen.

Slide 20 - Tekstslide

Samenvatting
Tijdens deze les hebben we geleerd hoe we energieberekeningen kunnen uitvoeren met behulp van de formule E = P * t en de eenheden Joule en kWh.

Slide 21 - Tekstslide