Rekenen met Elektriciteit: Energie en Vermogen

Rekenen met Elektriciteit: Energie en Vermogen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen met Elektriciteit: Energie en Vermogen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je rekenen met de formule E = P * t en de eenheden Joule en kWh gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is Elektriciteit?
Elektriciteit is de stroom van elektrische lading door geleiders, zoals draden.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is Energie?
Energie is de capaciteit om werk te verrichten of warmte te produceren.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is Vermogen?
Vermogen is de snelheid waarmee energie wordt omgezet of overgedragen.

Slide 5 - Tekstslide

De Formule E = P * t
De formule E = P * t wordt gebruikt om de hoeveelheid energie (E) te berekenen die wordt verbruikt door een apparaat met een bepaald vermogen (P) gedurende een bepaalde tijd (t).

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 1
Een apparaat heeft een vermogen van 100 watt en wordt 2 uur lang gebruikt. Bereken de totale energie die wordt verbruikt.

Slide 7 - Tekstslide

Uitwerking Voorbeeldopgave 1
E = P * t = 100 W * 2 uur = 200 Wh = 0,2 kWh

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 2
Een elektrisch apparaat heeft een vermogen van 500 watt en wordt 3 minuten lang gebruikt. Bereken de totale energie die wordt verbruikt.

Slide 9 - Tekstslide

Uitwerking Voorbeeldopgave 2
E = P * t = 500 W * 3 min = 1500 Wmin = 25 Wh = 0,025 kWh

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 3
Een apparaat heeft een vermogen van 60 watt en wordt 1,5 uur lang gebruikt. Bereken de totale energie die wordt verbruikt.

Slide 11 - Tekstslide

Uitwerking Voorbeeldopgave 3
E = P * t = 60 W * 1,5 uur = 90 Wh = 0,09 kWh

Slide 12 - Tekstslide

Samenvatting
Tijdens deze les hebben we geleerd hoe we energieberekeningen kunnen uitvoeren met behulp van de formule E = P * t en de eenheden Joule en kWh.

Slide 13 - Tekstslide

Oefening 1
Een apparaat heeft een vermogen van 50 watt en wordt 4 uur lang gebruikt. Bereken de totale energie die wordt verbruikt.

Slide 14 - Tekstslide

Uitwerking Oefening 1
E = P * t = 50 W * 4 uur = 200 Wh = 0,2 kWh

Slide 15 - Tekstslide

Oefening 2
Een elektrisch apparaat heeft een vermogen van 200 watt en wordt 30 minuten lang gebruikt. Bereken de totale energie die wordt verbruikt.

Slide 16 - Tekstslide

Uitwerking Oefening 2
E = P * t = 200 W * 30 min = 6000 Wmin = 100 Wh = 0,1 kWh

Slide 17 - Tekstslide

Oefening 3
Een apparaat heeft een vermogen van 75 watt en wordt 2,5 uur lang gebruikt. Bereken de totale energie die wordt verbruikt.

Slide 18 - Tekstslide

Uitwerking Oefening 3
E = P * t = 75 W * 2,5 uur = 187,5 Wh = 0,1875 kWh

Slide 19 - Tekstslide

Toepassing in het Dagelijks Leven
Rekenen met energie en vermogen is belangrijk in het dagelijks leven, bijvoorbeeld om het energieverbruik van apparaten te begrijpen en de kosten te berekenen.

Slide 20 - Tekstslide