T&SB@H les 2

Noteer correcte zinnen
S+V    of    INVERSIE
1 / 63
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nederlands tweede taalSecundair onderwijs

In deze les zitten 63 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Noteer correcte zinnen
S+V    of    INVERSIE

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(S+V)
Mijn dochter - huiswerk - niet graag (maken) - .

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(S+V)
opengedaan - mijn mailbox - ik - (hebben/zijn?) - .

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(inversie)
elke zaterdag - wij - gaan - op restaurant - .

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(inversie)
jij - met de trein - (hebben/zijn?) gekomen - ?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer correcte zinnen
KATAPULT

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heb jij je tanden gepoetst?
OMDAT...
Ik ga naar de tandarts.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Meerdere verba
Ik heb een nieuwe auto moeten kopen.

 => Ik heb geen geld, omdat ik een nieuwe auto heb moeten kopen .


PRESENS KOMT VOOR INFINITIEF

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom ga jij naar de tandarts?
OMDAT...
Ik wil geen tandpijn hebben.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom eet jij niet?
OMDAT ...

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom studeert Sara Nederlands?
OMDAT ...

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom ga je niet op vakantie?
OMDAT ...

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(catapult)
Wanneer huilt een kind? (als ...)

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

WOORDEN HERHALEN

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke kamer maak je eten?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke kamer staat de douche?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuivel
Beenhouwerij
Diepvries
Groenten
Fruit

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke maand komt voor juli?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke dag is het vandaag?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke dag was het gisteren?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke dag is het overmorgen?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het lichaam
Neem een blad papier en potlood.
Luister naar de instructies van de leerkracht.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een foto van je tekening.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je aan je voeten om te wandelen?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
In groepjes: 
Kijk naar de foto:
Hoe gaat het ? Waarom?
Is dit logisch?
Wat weet je nog over: bij de dokter?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke instructies geeft de dokter?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialoog bij de dokter
PATIËNT
DOKTER
Dag Dokter
Dag meneer/mevrouw. Hoe gaat het?
Niet goed!
Wat scheelt er?
Ik heb.../Ik ben...
Ik zal je eens onderzoeken.
Wat is jouw favoriete gerecht?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat eet jij bij het ontbijt?

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat eet jij 's middags?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat eet jij 's avonds?

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke ingrediënten heb je nodig voor spaghetti bolognese?

Slide 36 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke ingrediënten heb je nodig voor een broodje?

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke ingrediënten heb je nodig voor soep?

Slide 38 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke ingrediënten heb je nodig voor een croque monsieur?

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke ingrediënten heb je nodig voor een omelet?

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke ingrediënten heb je nodig voor een taart?

Slide 41 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:05
Wat is dit?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:04
Wat heeft Gert gedaan?

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:35
Wat zoeken Gert en Samson (3 dingen)?

Slide 46 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

01:39
Wat ligt er niet meer in de pan?

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:48
Waar zit hij?

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:03
Wat scheelt er met hem?

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

PAUZE

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaats de woorden in de correcte groep.
In de supermarkt
Waar is / zijn...
de koekjes
de shampoo
de bananen
....

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KLANT
VERKOPER
Excuseer, mag ik iets vragen.
Jazeker.
Ik zoek de koekjes. 
Waar zijn de koekjes?
De koekjes liggen in de afdeling 'voedsel'.
Dank u wel!
Graag gedaan!

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cursist A

Dialoog 1: de klant
Woorden: aardbei - shampoo - ijs - waar - zoeken

Dialoog 2: de verkoper
Woorden: afdeling - rechts -beenhouwerij -  vooraan 
Cursist B

Dialoog 1: de verkoper
Woorden: afdeling - diepvries - achteraan in de winkel - links

Dialoog 2: de verkoper
Woorden: gehakt - blik soep - cola - zoeken - waar

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat eet jij NIET graag?

Slide 55 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat eet jij ALTIJD?

Slide 56 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat eet jij NOOIT?

Slide 57 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Conversatie eten/drinken
Vragen:

Wat eet jij graag?
Wat drink jij graag?
Wat vind jij lekker?
Wat vind jij niet lekker?

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frequentie
Ik eet ...
altijd
dikwijls
af en toe
soms
nooit

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Advies geven
Je moet meer + infinitief
Je moet minder + infinitief

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conversatie eten/drinken
Spreek in groepjes over eten/drinken.
Gebruik:
Wat eet jij graag? Wat drink jij graag? Wat vind jij (niet) lekker?
Eet jij dikwijls ... Ja, ik eet dikwijls... Nee, ik eet nooit ....
Je moet meer/minder + infinitief

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pictionary

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog vragen?
timer
0:20

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies