7.1 De zon, de aarde en de maan

7.1 De zon, de aarde en de maan. 
Hoofdstuk  7 NOVA
Het Heelal 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.1 De zon, de aarde en de maan. 
Hoofdstuk  7 NOVA
Het Heelal 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
7.1.1 Je kunt een aantal kenmerken van de zon noemen.
7.1.2 Je kunt toelichten wat bedoeld wordt met de aardas.
7.1.3 Je kunt de begrippen baan en omlooptijd uitleggen.
7.1.4 Je kunt de bewegingen die de aarde maakt beschrijven.
7.1.5 Je kunt uitleggen waardoor de seizoenen en de verschillen in daglengte ontstaan.
7.1.6 Je kunt uitleggen hoe de schijngestalten van de maan eruitzien en hoe ze ontstaan.
7.1.7 Je kunt met tekeningen uitleggen hoe zons- en maansverduisteringen ontstaan. (PLUS)

Slide 2 - Tekstslide

De Zon

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de zon?
 De zon is geen schijf, maar een heel grote bol. De diameter van deze bol is ongeveer 1 400 000 km. Dat is ruim honderd keer groter dan de diameter van de aarde. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe groot is de zon?
Als de zon een holle bal zou zijn, zouden er 1 miljoen planeet aarde in passen. 
De zon is 110 keer breder dan de aarde. Dus er passen 110 aardes in het diameter van de zon. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoe warm is de zon?
De temperatuur binnen in de zon is heel erg hoog, wel 15 miljoen °C. De buitenkant van de zon heeft een temperatuur van ongeveer 5800 °C. Dat is zo heet dat wij op aarde de warmte van de zon kunnen voelen.

Slide 7 - Tekstslide

Welke kleur heeft de zon?
Als je vanuit de ruimte een foto maakt van de zon, zie je dat deze eigenlijk niet geel is, maar meer ‘witheet’. Het licht van de zon bestaat uit alle kleuren van de regenboog, maar veel van het blauwe licht wordt in de dampkring verstrooid. Daardoor bereikt het blauwe licht je ogen niet als je naar de zon kijkt. Door dit ontbrekende blauw lijkt de zon veel geler dan hij werkelijk is.

Slide 8 - Tekstslide

De Aarde

Slide 9 - Tekstslide

Hoe beweegt de aarde?
De aarde draait om de zon en om zijn eigen as (lijn van de noordpool naar de zuidpool). Het draaien om de eigen as noem je de aswenteling van de aarde. 

Slide 10 - Tekstslide

Waarom wordt het nacht?
Omdat de aarde zo draait schijnt de zon steeds op een verschillende kant van de aarde. Aan die kant is het dan dag, en aan de kant waar het niet schijnt is het dan dag. De aarde draait in 24 uur om de aardas. 
As
Dag
Nacht

Slide 11 - Tekstslide

Zon
Dag
Nacht
As
De aarde draait in 24 uur rond de aardas. Daardoor duurt een dag 24 uur. Ieder uur van de dag is een ander deel van de aarde naar de zon gericht. Aan de stand van de zon kun je daarom zien hoe laat het is.

Slide 12 - Tekstslide

Omlooptijd
Is de tijd die de aarde nodig heeft om één heel rondje om de zon te maken. Dit rondje die de aarde maakt is de baan van de aarde. 
De omlooptijd van de aarde is één jaar. 

Slide 13 - Tekstslide

De seizoenen
De aardas staat een beetje schuin. Hierdoor staat de aarde een deel van het jaar aan de bovenkant (noordelijke helft) dichter bij de zon (het is dan zomer) en het andere deel van het jaar verder van de zon (winter). 

Slide 14 - Tekstslide

In de zomer staat de noordelijke helft naar de zon toe. Het grootste deel wordt belicht door de zon, de dagen zijn lang en de nachten zijn kort
In de winter staat de noordelijke helft van de zon af. Het grootste deel is donker, de dagen zijn kort en de nachten zijn lang

Slide 15 - Tekstslide

De maan

Slide 16 - Tekstslide

 De maan geeft zelf geen licht. Je ziet de maan doordat deze door de zon wordt verlicht.De maan draait in een baan rond de aarde, net zoals de aarde rond de zon draait . Eén keer in ongeveer 29 dagen staat de maan tussen de aarde en de zon in. De donkere kant is dan naar de aarde toegekeerd. Je ziet de maan dan niet. Dit noem je nieuwe maan. Ruim 14 dagen later staat de maan aan de andere kant van de aarde. Je kijkt dan tegen het verlichte deel aan. Dan is het volle maan.

Slide 17 - Tekstslide

Na elke nieuwe maan groeit de maan in ruim 14 dagen uit van een smal sikkeltje tot een ronde schijf. Daarna krimpt de maan weer, tot het na ongeveer 29 dagen opnieuw nieuwe maan is. Je noemt die verschillende gedaanten van de maan schijngestalten of fasen. De fasen bij afnemende maan zijn het spiegelbeeld van de fasen bij groeiende (of wassende) maan.

Slide 18 - Tekstslide

Zonsverduisteringen

Slide 19 - Tekstslide

Een zonsverduistering ontstaat doordat de maan, vanuit de aarde gezien, voor de zon langs beweegt. Het begint ermee dat de maan een hapje neemt uit de zonneschijf. Dat hapje groeit al gauw tot een flinke hap. Op een gegeven moment staat de maan recht voor de zon. De zonsverduistering is dan totaal. Het wordt dan donker om je heen en je kunt de sterren aan de hemel zien staan.

Slide 20 - Tekstslide

Bij een zonsverduistering beweegt de aarde door de kegelvormige schaduw van de maan. Een klein gebied op aarde ligt dan in de kernschaduw van de maan. Daar is op dat moment een volledige zonsverduistering te zien. De mensen in het gebied daaromheen bevinden zich in de halfschaduw van de maan. Zij zien de zon gedeeltelijk verduisterd. Dit gebeurt ongeveer om de 18 maanden ergens op aarde. 

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk! NOVA!
Wat? 7.1  De zon, de aarde en de maan - opdrachten 1 t/m 13.
Opdracht 12 maak je in je mapje. 
Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 

Klaar? Test jezelf. 
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide