Introductie les heelal. Par 1

Het Heelal
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het Heelal

Slide 1 - Tekstslide

Een korte toelichting over dit thema met een verhaal over het heelal naar eigen invulling.
Lesplanning
* Waar denken jullie aan bij het woord heelal
* Onderdelen H7
* Video
* Leerdoelen §7.1
* Nieuwe aantekeningen 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heelal

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen H7
§7.1 De zon, de aarde en de maan
§7.2 Het zonnestelsel
§7.3 De planeten
§7.4 De bouw van het heelal

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Zon

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de zon?
De zon is geen schijf, maar een heel grote bol. 
De diameter van deze bol is ongeveer 1 400 000 km. 
Dat is ruim honderd keer groter dan de diameter van de aarde. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot is de zon?
Als de zon een holle bal zou zijn, zouden er 1 miljoen planeet aarde in passen. 

De zon is 110 keer breder dan de aarde. Dus er passen 110 aardes in het diameter van de zon. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe warm is de zon?
De temperatuur binnen in de zon is 15 miljoen °C. 

De buitenkant van de zon  ongeveer 5800 °C. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleur heeft de zon?
Vanuit de ruimte, zie je dat deze eigenlijk niet geel is, maar meer ‘witheet’. 

Het licht van de zon = alle kleuren van de regenboog. 

Blauw licht wordt tegengehouden door de dampkring.
Dus de zon LIJKT geel. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Aarde

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe beweegt de aarde?
De aarde draait om de zon en om zijn eigen as (lijn van de noordpool naar de zuidpool). 
Het draaien om de eigen as noem je de aswenteling van de aarde. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt het nacht?
 De aarde draait in 24 uur om de aardas. 
As
Dag
Nacht

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zon
Dag
Nacht
As
De aarde draait in 24 uur rond de aardas. Daardoor duurt een dag 24 uur. Ieder uur van de dag is een ander deel van de aarde naar de zon gericht. Aan de stand van de zon kun je daarom zien hoe laat het is.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omlooptijd
Omlooptijd Is de tijd die de aarde nodig heeft om één heel rondje om de zon te maken. 

Dit rondje die de aarde maakt is de baan van de aarde. 
De omlooptijd van de aarde is één jaar. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De seizoenen
De aardas staat een beetje schuin. Hierdoor staat de aarde een deel van het jaar aan de bovenkant (noordelijke helft) dichter bij de zon (het is dan zomer) en het andere deel van het jaar verder van de zon (winter). 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de zomer staat de noordelijke helft naar de zon toe. Het grootste deel wordt belicht door de zon, de dagen zijn lang en de nachten zijn kort
In de winter staat de noordelijke helft van de zon af. Het grootste deel is donker, de dagen zijn kort en de nachten zijn lang

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De maan

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De maan geeft zelf geen licht!

De maan draait in een baan rond de aarde, net zoals de aarde rond de zon draait . 

Eén keer in ongeveer 29 dagen staat de maan tussen de aarde en de zon in. De donkere kant is dan naar de aarde toegekeerd. Je ziet de maan dan niet. Dit noem je nieuwe maan. 

Ruim 14 dagen later staat de maan aan de andere kant van de aarde. Je kijkt dan tegen het verlichte deel aan. Dan is het volle maan.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je noemt die verschillende gedaanten van de maan schijngestalten of fasen. 

De fasen bij afnemende maan zijn het spiegelbeeld van de fasen bij groeiende (of wassende) maan.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zonsverduistering ontstaat doordat de maan, vanuit de aarde gezien, voor de zon langs beweegt. 

Op een gegeven moment staat de maan recht voor de zon. 

De zonsverduistering is dan totaal. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een zonsverduistering beweegt de aarde door de kegelvormige schaduw van de maan. Een klein gebied op aarde ligt dan in de kernschaduw van de maan. Daar is op dat moment een volledige zonsverduistering te zien. De mensen in het gebied daaromheen bevinden zich in de halfschaduw van de maan. Zij zien de zon gedeeltelijk verduisterd. Dit gebeurt ongeveer om de 18 maanden ergens op aarde. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen §7.1
7.1.1 Je kunt een aantal kenmerken van de zon noemen.
7.1.2 Je kunt toelichten wat bedoeld wordt met de aardas.
7.1.3 Je kunt de begrippen baan en omlooptijd uitleggen.
7.1.4 Je kunt de bewegingen die de aarde maakt beschrijven.
7.1.5 Je kunt uitleggen waardoor de seizoenen en de verschillen in daglengte ontstaan.
7.1.6 Je kunt uitleggen hoe de schijngestalten van de maan eruitzien en hoe ze ontstaan.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies