BS. 3.7: Mutaties

BS:  3.6
Welkom klas 3
Voor deze les heb je nodig:
Werkboek A, aantekeningenschrift, pen, potlood.
Verder is jouw tafel LEEG.
Zit jij volgens de plattegrond?
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

BS:  3.6
Welkom klas 3
Voor deze les heb je nodig:
Werkboek A, aantekeningenschrift, pen, potlood.
Verder is jouw tafel LEEG.
Zit jij volgens de plattegrond?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen BS. 5
Plan voor vandaag....
- Herhalen + huiswerk bespreken
- Instructie BS 3.6.
- Zelfstandig werken
- Afsluiting: huiswerk en evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Argumenten voor evolutie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

evolutie theorie
-verandering in genotype (mutaties)
-natuurlijke  selectie
-ontstaan nieuwe soorten door aanpassingen aan het milieu en isolatie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke selectie
Proces dat leidt tot het overleven van een organisme dat zich vergeleken met soortgenoten het best heeft aangepast aan de omgeving.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke selectie wordt bepaalt door:

  • Het genotype
  • Het milieu

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ontstaan van nieuwe soorten

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is evolutie?
A
het veranderen van gedaante bij een organisme
B
ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
C
het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten
D
het groter worden van een populatie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen evolutie
A
Telefoons die steeds sneller worden.
B
Mensen worden steeds langer
C
Huiskatten worden steeds liever
D
De gemiddelde Nederlander wordt dikker.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is natuurlijke selectie?
A
De best aangepaste diersoort zal overleven en nakomelingen krijgen.
B
De geleidelijke ontwikkeling van diersoorten op aarde.
C
Het reconstrueren van organismen aan de hand van fossiele resten.
D
Het onderzoek naar de overeenkomsten in erfelijke eigenschappen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is er hier sprake van natuurlijke selectie?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

mutaties                   
Fouten in het genotype => mutatie
Soms heb je een "happy a accident"
Mutaties kunnen goed uitpakken in bepaalde situaties.
Mutaties vaak recessief 
soms dominant

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat erfelijke variatie?
Veranderingen in het DNA 
zijn Mutaties

Gunstige mutaties 
-> 
Beter aangepast aan hun omgeving 
->
Vergroten de overlevingskans


Slide 22 - Tekstslide

Hoe ontstaat erfelijke variatie?

Dit komt omdat er veranderingen in het DNA ontstaan. Dit noem je mutaties. Deze kunnen ontstaan door een aantal dingen zoals, straling, giftige  stoffen en virussen. Door een mutatie veranderd het gen. Waardoor een nakomeling een iets ander fenotype krijgt. 

Als dit een verandering is waardoor het individu beter kan overleven in zijn omgeving, wordt zijn overlevingskans groter en de kans dat hij meer nakomelingen krijgt ook. 

Op het plaatje zie je een albino kangoeroe. Deze kangoeroe mist het gen waarmee hij pigment aanmaakt. Hiierdoor kan hij slecht zien en is hij wit waardoor hij meer opvalt. Hierdoor kan hij minder goed overleven en komt hij in het wild weinig voor. 
3.6: Mutaties
  • Mutaties(verandering van het gen)
  • Verandering in genen = verandering fenotype
  • De meest aangepaste soort komen dan 
       het meest voor
  • Isolatie(twee soorten= twee populatie)


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan mutaties

Het DNA kan veranderen, waardoor een gen niet meer de juiste informatie bevat. Zo'n verandering in het DNA heet een mutatie. 

Invloeden op mutaties:

- Schadelijke stoffen als asbest. 
- straling: UV-straling
- sigarettenrook
- röntgen en radioactieve straling

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen
VRAGEN? 
Aan de slag...
Maak van BS. 3.6 opdracht 55 +
HW.: Leren alle aantekeningen + (af)maken opdracht 56 t/m 59.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen
Bespreken

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen
Bespreken

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen
Bespreken

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thuis oefenen
Bekijk de filmpjes en maak de vragen.
Checken wat je als weet?
Maak de oefentoets via deze link.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is evolutie?
A
Het ontstaan van de aarde
B
Het veranderen van soorten
C
Het ontstaan van nieuwe soorten
D
Het veranderen en ontstaan van nieuwe soorten

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvan spreken we als het gaat om het best aangepaste dier overleeft?
A
Isolatie
B
Natuurlijke selectie
C
Kunstmatige selectie

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is er een nieuwe soort ontstaan?
A
Als de populaties niet meer op elkaar lijken
B
Als de populaties zijn geïsoleerd van elkaar
C
Als de populaties niet meer onderling kunnen voortplanten
D
Als de organismen mutaties hebben gekregen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies