2.2 Dichtheid

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

H2 stoffen en materialen

2.2 dichtheid

Pak je laptop erbij

Lesplanning

• Herhaling 
• Uitleg dichtheid
• Opdrachten
• Afsluiting

Welke formule gebruik je bij het berekenen van het volume?

1. l x b x h
2. m/v
3. p x v

Wat is het zwaarste...

1. een kilo zilver
2. een kilo veren
3. twee kilo veren

Wat heeft het kleinste volume

1. kilo goud
2. kilo lood
3. kilo water

Een symbool voor massa kan zijn...

1. g
2. cm
3. p
4. m

Formuledriehoek

______

X

6

3

2

Deze les:

• Kennis maken met dichtheid

• Dichtheid bepalen met onderdompelmethode
  

Dichtheid

Dichtheid

Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.

Dichtheid = 8

​cm​3​​​​g​​

Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.

Dichtheid = 27

​cm​3​​​​g​​

Uitleg van de wipwap

Dichtheid

Dichtheid,

massa en volume

Dichtheid (ρ)

dichtheid= massa/volume

                        (gewicht/inhoud)

Dichtheid

Wanneer blijft iets drijven?

DRIJVEN: De dichtheid van het voorwerp is kleiner dan de dichtheid van water

ZWEVEN: de dichtheid van het voorwerp is gelijk aan de dichtheid van water

ZINKEN: de dichtheid van het voorwerp is groter dan de dichtheid van water

lesdoelen 

ik kan aangeven wat het verschil is tussen gewicht en massa

ik kan aangeven wat wordt bedoeld met dichtheid.

ik kan de eenheid van dichtheid aangeven

Sleep de letters op de juiste plek in de formuledriehoek

X

m

V

p

Op de afbeelding hiernaast zie je 2 sinaasappels in water. 

Welke dichtheid is het grootst?

1. Die van water
2. die van de geschilde sinaasappel
3. die van de gepelde sinaasappel
4. Die van lucht

Erica wil onderzoeken of ijzer zwaarder of lichter is dan aluminium.
Ze moet dan opletten dat de stukjes die ze gaat vergelijken:

1. Even groot zijn
2. Even zwaar zijn
3. Even warm zijn
4. Even hard zijn

cm3

gram

gram/cm3

massa

volume

dichtheid

welk voorwerp, A of B, heeft de grootste dichtheid?

1. blok A
2. blok B
3. de dichtheid van beide blokken is even groot
4. dat kun je niet zeggen! (te weinig gegevens)

De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?

1. Blok 1 heeft de grootste dichtheid
2. Blok 2 heeft de grootste dichtheid
3. De dichtheid van beide blokken is gelijk
4. Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Aan de slag

• Wat? Maak paragraaf 2.2 opdracht 29 t/m 32, 34,36,38,39,42,43
• Waar? blz 100 werkboek A
• Hoe? Werk zelfstandig
  
• Tijd? Tot het einde van de les
  
• Hulp? Kom je er niet uit? Vraag dan de docent?
• Klaar? Maak 2.2 opdrachten 44 t/m 49, 51