H1: Kun jij kopen wat je wilt? 1.2 Hoe wordt je beïnvloed? ( Pincode editie 7) deel 1

Welkom bij €conomie
Hoofdstuk 1: Kun jij kopen wat je wilt?



1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij €conomie
Hoofdstuk 1: Kun jij kopen wat je wilt?



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?

           
  • Herhalen theorie 1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
  • Theorie 1.2 Hoe word je beïnvloed?
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen 1.1 
Leerdoelen:

Je kunt nu:

  • uitleggen wat het verschil is tussen basisbehoeften en overige behoeften √
  • uitleggen welke twee middelen er zijn om in je behoeften te voorzien √
  • drie manieren noemen om in je behoeften te voorzien √
  • uitleggen wat prioriteiten stellen betekent √
  • Met procenten een getal uitrekenen √

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2 Hoe word je beïnvloed?
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kun je

  • het verschil uitleggen tussen sociale beïnvloeding en commerciële beïnvloeding
  • de 6 P's van marketing noemen en herkennen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koopgedrag
Wie en wat beïnvloeden je koopgedrag?


Sociale beïnvloeding
= beïnvloeding door mensen in je omgeving, zoals familie en vrienden.

Commerciële beïnvloeding
= beïnvloeding door fabrikanten en winkeliers.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marketing
Marketing is alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen.

Marketinginstrumenten (6P’s):
  • Productbeleid
  • Prijsbeleid
  • Promotiebeleid
  • Plaatsbeleid
  • Personeelsbeleid
  • Presentatiebeleid

Marketingmix: de 6 P’s worden samen met elkaar ingezet.



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productbeleid
Bij productbeleid zijn merken belangrijk.

  • A-merk: merk heeft goede naam, straalt kwaliteit uit. 

  • B-merk: budgetmerk, goedkoper en minder bekend dan A-merk. Kwaliteit niet altijd minder.

  • Huismerk: merk van winkelketen. Wordt alleen in eigen winkels verkocht.




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 1 t/m 7 op blz 14 en 15. Je mag overleggen. Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Maak de herhalingsopgaven 1.1 op blz 28
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 8 - Tekstslide

Sponsopdracht: 1b en c
Opgave 1 blz 14:

Aan wie vraag jij het liefst advies bij het kopen van kleding? Aan familie, je
vrienden of de verkoper? Waarom?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 2 blz 14: Vul de juiste begrippen in.

Als je nieuwe draadloze oordopjes gaat kopen, kun je advies krijgen van je vrienden.
Dit is een voorbeeld van ............. beïnvloeding.
A
sociale
B
commerciële

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 2 blz 14: Vul de juiste begrippen in.

Bij ............. beïnvloeding word je beïnvloed door de winkelier of fabrikant.
A
sociale
B
commerciële

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 3 blz 14:
Jongeren met veel volgers op social media zetten soms berichten over een bepaald product of merk online. De producent betaalt hun daarvoor of geeft ze gratis producten.

a Is dit sociale beïnvloeding of commerciële beïnvloeding?

A
sociale
B
commerciële

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 3 blz 14:

b Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 4 blz 14:

Wat is de juiste omschrijving van het begrip marketing?

A
Alle bedrijven die reclame maken.
B
Alles wat bedrijven doen om meer te verkopen.
C
Het advies van het personeel in de winkel.
D
Hoe de winkel er van binnen uitziet.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 5 blz 15:

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 6 blz 15:
Kies bij de volgende voorbeelden welk marketinginstrument er wordt gebruikt.
a Coolblue heeft naast onlineverkoop ook gewone winkels. Dit is een
voorbeeld van

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 6 blz 15:

b Tony Chocolonely verkoopt nu ook mini-chocoladerepen. Dit is een
voorbeeld van

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 7 blz 15:

Hieronder staan verschillende merken cola.
Geef aan of het gaat om een A-merk, B-merk of huismerk.

Afbeelding 1: River cola
A
A-merk
B
B-merk
C
Huismerk

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 7 blz 15:

Hieronder staan verschillende merken cola.
Geef aan of het gaat om een A-merk, B-merk of huismerk.

Afbeelding 2: Coca-cola
A
A-merk
B
B-merk
C
Huismerk

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 7 blz 15:

Hieronder staan verschillende merken cola.
Geef aan of het gaat om een A-merk, B-merk of huismerk.

Afbeelding 3: Jumbo cola
A
A-merk
B
B-merk
C
Huismerk

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten
Leerdoelen:

Je kunt nu:

  • het verschil uitleggen tussen sociale beïnvloeding en commerciële beïnvloeding √
  • de 6 P's van marketing noemen en herkennen √

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies