Woordenschatquiz - week 24 - gy3i

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Woordenschatquiz 9 juni - gy3i

Wat betekent 'accorderen'?

1. Controleren
2. Overeenkomen
3. Updaten
4. Iets schrijven in geheimschrift

Wat betekent 'substantieel'

1. Wezenlijk
2. Onbelangrijk
3. Realistisch
4. Origineel

Wat betekent 'deceptie'?

1. Meevaller
2. Overwinning
3. Teleurstelling
4. Voorspelbaar

Wat betekent 'refereren'?

1. Beïnvloeden
2. Bewijzen
3. Ordenen
4. Verwijzen

Wat is 'wispelturig'?

1. Standvastig
2. Besluiteloos
3. Nieuwsgierig
4. Wantrouwend

Wat betekent 'obligaat'?

1. Gebruikelijk
2. Ongebruikelijk
3. Bewust
4. Onbewust

Wat is 'hospiteren'?

1. Feedback geven
2. Onderbreken
3. Herbouwen
4. Als gast bijwonen

Wat betekent 'mitigeren'?

1. Verergeren
2. Invoeren
3. Verzachten
4. Uitvoeren

Wat is 'hardvochtig'?

1. Sociaal
2. Hardwerkend
3. Willekeurig
4. Wreed

Wat betekent 'interventie'?

1. Ingreep
2. Vergadering
3. Gegevensverzameling
4. Discussie

Wat is 'empathie'?

1. Jaloezie
2. Troost
3. Medeleven
4. Afleiding

Wat is 'resoluut'?

1. Zonder aarzeling
2. Optimistisch
3. Twijfelachtig
4. Pessimistisch