NN1 Blok 3 H6 Schrijven: een powerpointpresentatie maken

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Mijn telefoon en oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 2 - Tekstslide

Jaar 1 H6 Schrijven: een powerpointpresentatie maken

Slide 3 - Tekstslide


Deze les:
  • Huiswerk bespreken
  • Instructie
  • Aan de slag in LessonUp
  • PPT maken

Slide 4 - Tekstslide


Lesdoel:
  • Ik kan een presentatie maken met powerpoint of Presi
  • Ik weet hoe een presentatie is opgebouwd uit dia's
  • Ik weet hoe ik een dia moet opmaken

Slide 5 - Tekstslide

Dinant en Max hebben alle twee een powerpointpresentatie gemaakt. Hiernaast zie je van hen beiden één dia. Bekijk de dia’s.
Maak vervolgens de volgende 3 vragen.

Slide 6 - Tekstslide

Vul een overeenkomst tussen de dia’s in.

Slide 7 - Open vraag

Vul drie verschillen tussen de dia’s in.

Slide 8 - Open vraag

Welke dia vind jij het best? Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Open vraag

Bekijk onderstaande instructievideo over het maken van een powerpointypresentatie:

Slide 10 - Tekstslide

Zo maak je een powerpointpresentatie:

  1. • Zet alleen de belangrijkste informatie in een paar steekwoorden op je dia’s.
  2. • Laat op de eerste dia zien wat het onderwerp van je presentatie is.
  3. • Laat op de tweede dia de opbouw van je presentatie zien.
  4. • Maak bij elk deelonderwerp één dia.
  5. • Laat op de laatste dia zien dat je presentatie afgelopen is.
  6. • Voeg afbeeldingen of een kort filmpje toe aan je dia’s.
  7. • Zorg dat je dia’s in één stijl zijn opgemaakt. Gebruik dus niet te veel verschillende kleuren, lettertypen en lettergroottes.

Slide 11 - Tekstslide

Fleur houdt een presentatie. Ze heeft deelonderwerpen bedacht en is begonnen met haar powerpointpresentatie. 
Er zijn drie dia’s klaar. Bekijk de dia’s.

Slide 12 - Tekstslide


Wat is het onderwerp van de presentatie?
A
Ontbijt is belangrijk
B
Water drinken is gezond
C
Gezond leven
D
Fruit is gezond

Slide 13 - Quizvraag

Op welke dia zie je de opbouw van Fleurs presentatie?
A
A
B
B
C
C

Slide 14 - Quizvraag

Over welk deelonderwerp vertelt Fleur iets bij dia B?
A
Ontbijten
B
Groente en Fruit
C
Frisdrank, water, thee.
D
Bewegen

Slide 15 - Quizvraag

Kies bij elke dia waar hij in de presentatie voorkomt.
Middenstuk
Slot
Inleiding
Dia A
Dia B
Dia C

Slide 16 - Sleepvraag

Maak de volgende 5 vragen over deze powerpoint dia:

Slide 17 - Tekstslide

Huub heeft een powerpointdia gemaakt bij zijn presentatie over bewegen.

Vul in hoeveel verschillende lettertypen je ziet.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel achtergrondkleuren zijn gebruikt?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 19 - Quizvraag

Welke kleur lettertype is het beste leesbaar?
A
zwart
B
Rood
C
Paars
D
Groen

Slide 20 - Quizvraag

Er staan geen afbeeldingen bij. Welke afbeelding zou jij gebruiken?

Slide 21 - Open vraag

Stel, je mag maximaal zeven woorden gebruiken op de dia. Welke zou jij dan gebruiken?

Slide 22 - Open vraag


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk:
Maak een PPT over suiker. 
Zie daarvoor de opdracht op de volgende dia's:

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht:
Kijk naar het filmpje over suiker (en maak aantekeningen!).
Maak een powerpointpresentatie van max 3 dia's waarin je laat zien dat suiker ongezond is en waarom.

De Powerpointpresentatie moet je uploaden naar ELO voor vrijdag 26 maart 17u o.v.v. je naam.

Slide 25 - Tekstslide

Dit zijn de criteria waaraan de ppt moet voldoen:

Inhoud
1. Op de powerpoint dia staat alleen belangrijke informatie.
2. De informatie staat in steekwoorden op de dia.

Opmaak
1. De tekst is verdeeld over de hele dia.
2. Per dia staat maximaal één afbeelding.
3. De afbeelding past bij het onderwerp.
4. De dia is in één stijl opgemaakt.
5. Er worden niet te veel verschillende kleuren, lettertypen en lettergroottes gebruikt.

Taalverzorging
1. Alle woorden zijn goed gespeld.
2. De tekst is goed leesbaar.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide