In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Deze les:
Herhaling 5.3 Wetenschappelijke revolutie
Nieuwe paragraaf 6.1 Verlichting beginnen
Oefenen met een examenvraag!
Slide 1 - Tekstslide
Komend halfjaar:
Elk les examen-achtige vraag met elkaar doen die past bij de stof.
Meer klassikaal met elkaar lezen. Begrijpen we wat lezen, moeilijke woorden, etc.
Oefenen met chronologievragen
Slide 2 - Tekstslide
Introductie bekijken
Blz. 126 en 127
Stof volgende toets: H6 + 5.1 en 5.3
Slide 3 - Tekstslide
6.1 De Verlichting
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van de les kun je de kenmerken van de Verlichting noemen en belangrijke verlichte ideeën noemen.
Slide 5 - Tekstslide
Empirie, betekent ervaring. Wat betekende dit voor empiristische wetenschappers?
A
Wetenschappers vonden dat ware kennis door ervaringen kwam
B
In de wetenschap ervaarde je veel
C
Wetenschappers zagen ervaringen als kennis
D
Het verstand was het belangrijkst
Slide 6 - Quizvraag
Ratio, betekent het verstand. Wat betekende dit voor rationalistische wetenschappers?
A
Het verstand had je nodig
B
Rationalisme betekende dat je goed keek
C
Zonder verstand kon je niks ervaren
D
Ware kennis deed je op door je verstand te gebruiken
Slide 7 - Quizvraag
Geef de definitie van het volgende begrip: Mechanistisch wereldbeeld
Slide 8 - Open vraag
Rationalisme
Empirisme
Ik denk, dus ik ben
Slide 9 - Sleepvraag
Kennis
Wetenschappelijke Revolutie:
Empirisme: kennis door waarneming
Rationalisme: kennis door het gebruik van de rede (het verstand)
Slide 10 - Tekstslide
Mechanistisch wereldbeeld van Descartes
De aarde draait om de zon van Galileo Gallilei
Slide 11 - Tekstslide
Wetenschappelijke revolutie
langzame "revolutie"
geen scheiding tussen 16 en 17e eeuw
Wetenschappers geloofden nog in God of zelfs in bijgeloof
Slide 12 - Tekstslide
De Verlichting
In deze periode:
kritisch op de samenleving en de rol van de kerk
opvoeding en scholing: om de samenleving te verbeteren
Slide 13 - Tekstslide
Kritisch op de samenleving
Periode (vanaf ongeveer 1700) waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand.
Ze waren daarbij kritisch: niet zomaar alles aannemen omdat een koning of de kerk dat zegt.
Ze vinden datiedereen vrij en gelijkwaardig moet zijn: arm of rijk, slim of dom
Slide 14 - Tekstslide
Verlichting
Rationeel denken toegepast op mensen en de maatschappij
Kennis en rede superieur aan traditie (geloof)
De salons van Parijs vormen het centrum van het verlichte denken
Tijdens de 17e eeuw had er een wetenschappelijke revolutie zich voorgedaan. Mensen deden allerlei nieuwe ontdekkingen zoals de microscoop. Dit ging door tijdens de 18e eeuw, maar werd nu uitgebreid. Mensen begonnen over steeds meer na te denken Over geloof, over de aard van de mens, over de beste manier van besturen... We noemen de 18e eeuw De Verlichting: het was alsof er een licht werd geschenen over alles in de wereld.
Slide 15 - Tekstslide
Belangrijke thema's
Vrijheid
Vrijheid van denken
Vrijheid van geloof
Vrij economisch handelen
Bestuur
Aard van de mens / mens en natuur
Slide 16 - Tekstslide
Nadenken over: God
twijfel over de rol van God
twijfel over de Bijbel
afwijkende meningen niet verbieden of vervolgen
let op: meeste verlichte denkers zijn nog wel gelovig!
Slide 17 - Tekstslide
Voltaire
God heeft de wereld, de mens en de natuurwetten geschapen, maar bemoeit zich niet meer actief met de wereld
'God is een horlogemaker'
Mechanistisch wereldbeeld
Slide 18 - Tekstslide
Spinoza
God is geen persoon (op de achtergrond), maar God is in alles in de natuur
Maar: zelfs in de Republiek mochten zijn ideeën niet gepubliceerd worden.
Ongodisme
Slide 19 - Tekstslide
Nadenken over: Politiek en staat
3 belangrijke nieuwe ideeën:
John Locke: natuurlijke rechten
Rousseau: volkssoevereiniteit
Montesquieu: trias politica
Slide 20 - Tekstslide
John Locke
natuurlijke rechten: recht op leven, bezit en vrijheid
('mensenrechten')
regering regeert op basis van vertrouwen
Slide 21 - Tekstslide
maakt de wetten
voert de wetten uit
controleert of burgers zich aan de wetten houden
Slide 22 - Tekstslide
Jean-Jacques Rousseau
Volkssoevereiniteit (macht ligt bij het volk)
Regering is alleen uitvoerder van de wil van de burgers
Slide 23 - Tekstslide
Nadenken over: rechtspraak
bewijs vaak onbetrouwbaar: bekennen na marteling
lijfstraffen: irrationeel
Slide 24 - Tekstslide
Nadenken over: ontwikkeling van volkeren
geschiedenis is lang proces van vooruitgang
samenleving verbetert steeds
kijk op 'primitieve' volkeren
Europeessuperioriteitsgevoel
Slide 25 - Tekstslide
0
Slide 26 - Video
Met elkaar lezen: Wat is de Verlichting? (blz. 128-129)
Daarna maken vraag 1 t/m 5
Slide 27 - Tekstslide
Uitgangspunt Verlichting
Rationeel denken en vrijheid leiden tot een betere wereld
Slide 28 - Tekstslide
Leg uit dat deze bron een voorbeeld is van verlicht denken.
Slide 29 - Open vraag
Maken opdracht 6 t/m 10
pagina 131
Slide 30 - Tekstslide
Leg uit dat Belle van Zuylen aan de ene kant wel een product van de verlichting was, en aan de andere kant niet