1.3 Wat vind ik normaal?

timer
3:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

1.3 WAT VIND IK NORMAAL?

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
- Je kent het verschil tussen geschreven en ongeschreven regels.
- Je kunt uitleggen wat je zelf normaal vindt.
- Je bent je ervan bewust dat je van mening kunt verschillen over wat normaal is. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat vind je van deze regel:
Je gebruikt je telefoon niet in de les.
Goede regel/ geen goede regel omdat....

Slide 5 - Tekstslide

Wat vind je van deze regel:
Niet met de buschauffeur praten tijdens het rijden.
Goede regel/ geen goede regel omdat....

Slide 6 - Tekstslide

Wat vind je van deze regel:
In Amsterdam moet je een helm dragen op de snorfiets.
Goede regel/ geen goede regel omdat....

Slide 7 - Tekstslide

Wat vind je van deze regel:
Als je drugs op school gebruikt, word je geschorst. 
Goede regel/ geen goede regel omdat....

Slide 8 - Tekstslide

Noem een regel waar jij je vandaag aan hebt gehouden.

Slide 9 - Open vraag

Noem je een regel die je vandaag hebt overtreden.

Slide 10 - Open vraag

Waar komen regels vandaan?
Geschreven regels
Ongeschreven regels
Staan in de wet
Hoe gedraag je je 'normaal'
Normen, staan niet in de wet.

Slide 11 - Tekstslide

Opvatting: ik mag geheimen hebben.
Waarde: respect voor privacy.
Regel (norm): je mag niet zonder toestemming op iemands telefoon kijken. 
Uitleg: jij hebt een bepaalde opvatting, daar hoort een waarde bij en een norm om die waarde te bereiken. 

Slide 12 - Tekstslide

Opvatting: iedereen mag zijn wie hij is. 
Waarde: tolerantie.
Regel (norm): je pest een ander niet omdat hij anders is. 

Slide 13 - Tekstslide

Opvatting: elk leven is evenveel waard. 
Waarde: gelijkwaardigheid.
Regel (norm): iedereen heeft recht op gezondheidszorg.  

Slide 14 - Tekstslide

Ben jij het met deze ongeschreven regels eens?

- Je luncht samen met je collega's.

- Je gaat niet in discussie met je werkgever.

- Je roddelt niet over je collega's. 

Slide 15 - Tekstslide