Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
woordenschat blok 3
Wat betekent het volksfeest ?
A
kermis
B
carnaval
C
een feest in de straat
D
Een feest dat op straat gevierd wordt en waar veel mensen aan mee doen
1 / 22
volgende
Slide 1:
Quizvraag
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat betekent het volksfeest ?
A
kermis
B
carnaval
C
een feest in de straat
D
Een feest dat op straat gevierd wordt en waar veel mensen aan mee doen
Slide 1 - Quizvraag
Wat betekent de carnavalskraker ?
A
een kinderliedje
B
een lied dat populair is tijdens carnaval
C
een heel mooi liedje dat veel mensen kunnen zingen
D
een lied waar je een code mee kunt kraken
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent uit de kluiten gewassen ?
A
Groot en stevig gebouwd
B
Dat ze je uit de klei getrokken hebben
C
Klein en iel gebouwd
D
Dat je niet goed gewassen bent
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent ingetogen ?
A
vrolijk, uitgelaten
B
er mee eens zijn
C
rustig, bescheiden
D
verdrietig
Slide 4 - Quizvraag
wat betekent troebel ?
A
een vloeistof die niet helder is, waar je niet doorheen kunt kijken
B
heel helder
C
dat is Russisch geld
D
raar
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent doordringend ?
A
er door geboord
B
ik snap het niet
C
het is heel dringend
D
Iets wat door alles heen gaat
Slide 6 - Quizvraag
wat betekent de traditie ?
A
een geloof
B
iets wat niet duidelijk is
C
een kennis
D
iets wat altijd op dezelfde manier gedaan wordt
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent beduusd ?
A
duidelijk
B
stil van verbazing
C
vrolijk, uitbundig
D
iets wat dwars door alles heen gaat
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent zich vermommen ?
A
zichzelf een andere naam geven
B
je verkleden zodat je onherkenbaar bent
C
andere kleren aan doen
D
een rare hoed opzetten
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent de bevalling ?
A
het moment dat iemand valt
B
het moment dat iemand een bevel geeft
C
het moment dat een baby geboren wordt
D
het moment dat iemand iets fout doet
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent afkeurend ?
A
als je afkeurend kijkt laat je door je blik zien dat je het ergens niet mee eens bent
B
dat het niet netjes is
C
als je afkeurend kijkt laat je door je blik ziet dat je het ergens wel mee eens bent
D
iets wat heel vies is
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent de navelstreng ?
A
de voetjes van de baby
B
een koord aan de gordijnen
C
koord waar de baby in de buik mee verbonden is met de moeder
D
een touw in de speeltuin
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een kraamvrouw ?
A
een vrouw die helpt bij de bevalling
B
een vrouw die net bevallen is
C
een vrouw die in een marktkraam staat
D
een dokter in het ziekenhuis
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent voordien ?
A
daarna
B
voordoen
C
later
D
daarvoor
Slide 14 - Quizvraag
wat betekent gebruikelijk ?
A
dat je het niet mag gebruiken
B
Zo wordt het altijd gedaan, dat is de gewoonte
C
dat je het wel mag gebruiken
D
dat het al gebruikt is door iemand anders
Slide 15 - Quizvraag
wat betekent de methode ?
A
de manier
B
de toets
C
de test
D
de kennis
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent ingrijpen ?
A
je begrijpt de dingen niet zo goed
B
je wilt iets gaan vangen
C
je pakt iets van iemand af
D
je bemoeit je ergens mee omdat je denkt dat het anders verkeerd gaat
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent de bijdrage ?
A
dat je erbij mag zijn
B
wat je geeft, het kan geld zijn of iets anders
C
wat je niet kunt dragen
D
dat je er niet goed bij kunt
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Wat betekent :
Uit je bol gaan
A
een wit bolletje eten
B
heel verdrietig zijn
C
heel vrolijk en uitgelaten zijn
D
een hoed af zetten
Slide 20 - Quizvraag
Wat betekent :
Zo zout heb ik het nog nooit gegeten !
A
Zoiets raars heb ik nog nooit meegemaakt
B
Als het eten flauw smaakt
C
Iemand die opeens haar krijgt
D
Ik vind het eten te zout
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Taal woordenschat thema 3
November 2022
- Les met
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
les 5
September 2022
- Les met
14 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
woordenschatles thema 3 week 1
November 2018
- Les met
24 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7
Thema 3, les 1, taalactief 7
Oktober 2022
- Les met
10 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Woordenschat groep 7 thema 3
November 2023
- Les met
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
thema 3, week 2 les 6
November 2023
- Les met
25 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7
Thema 3 woordenschat oefentoets
November 2023
- Les met
11 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Taal Actief - Thema 3 les 1 Woordenschat
November 2022
- Les met
15 slides
Taal
Basisschool
Groep 7