Er zijn 2 soorten gezegdes: naamwoordelijk en werkwoordelijk
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
gezegde
Dit gebruik je bij het redekundig ontleden.
Er zijn 2 soorten gezegdes: naamwoordelijk en werkwoordelijk
Slide 1 - Tekstslide
stappen
1: Zoek de persoonsvorm (pv).
2: Zoek het onderwerp (o).
3: Zoek het gezegde (gez): werkwoordelijk / naamwoordelijk
Slide 2 - Tekstslide
werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde (wwg) bestaat uit alle werkwoorden in een zin. Een persoonsvorm behoort dus ook altijd tot het werkwoordelijk gezegde.
Slide 3 - Tekstslide
vervolg wwg
Als je het gezegde in de zin hebt gevonden, dan kun je bepalen of het een werkwoordelijk gezegde
is of een naamwoordelijk gezegde. Het werkwoordelijk gezegde bestaat alleen maar uit werkwoorden.
Slide 4 - Tekstslide
Als er voor een werkwoord te of aan het staat hoort dat bij het gezegde!
Slide 5 - Tekstslide
voorbeeld
Hij staat daar te huilen: staat te huilen = wwg
Toos is aan het tekenen: is aan het tekenen=wwg
Slide 6 - Tekstslide
naamwoordelijk gezegde
Het naamwoordelijk gezegde (nwg) bestaat altijd uit een koppelwerkwoord. De koppelwerkwoorden zijn; zijn, worden, heten, blijven, schijnen, lijken, blijken, dunken en voorkomen. Het koppelwerkwoord koppelt het naamwoordelijk deel aan het onderwerp.
Slide 7 - Tekstslide
het naamwoordelijk gezegde bstaat uit een koppelwerkwoord (of nog meer werkwoorden) en een naamwoordelijk deel. Het naamwoordelijk deel zegt iets over het onderwerp.
Slide 8 - Tekstslide
voorbeeld
Het werd een groot succes:
werd is een koppelwerkwoord
werd een groot succes = het nwg
Slide 9 - Tekstslide
De juf schijnt leuk te zijn: schijnt leuk te zijn is nwg
De juf schijnt met de zaklamp: schijnt is wwg
kww schijnen is alleen een koppelwerkwoord in de betekenis lijken, blijken.
Slide 10 - Tekstslide
let op:
Let op: een zin met een naamwoordelijk gezegde bevat nooit een lijdend voorwerp!
Slide 11 - Tekstslide
werkwoordelijk deel in nwg
dit is altijd het koppelwerkwoord
ook alle andere werkwoorden horen die in de zin staan
Slide 12 - Tekstslide
naamwoordelijk deel in nwg
dat is het deel waaraan het onderwerp wordt gekoppeld.