2.3 Ruimte voor de Rivier

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 1 - Tekstslide

Beschrijving van de openingsfoto

Uiterwaard verbreding voor meer veiligheid bij hoofwater.
Zuid-Limburg, Borgharen


Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Beperkingen dijkverzwaring


Waarom kan je een dijk niet 
oneindig 
hoog en breed maken?
De dijk zal uiteindelijk onder zijn eigen gewicht wegzakken in de slappe ondergrond.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Dijk ophogen geen oplossing
  1. Dijk ophogen dan wordt een dijk ook breder
  2. Dijkverzwaring: sedimentatie in winterbed, rivier hoogt zichzelf op.
  3. uiterwaarde alleen niet genoeg op extra water op te vangen
  4. Water gaat er ook onderdoor


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
(11) de doelstellingen en maatregelen van
       "Ruimte voor de Rivier" benoemen, verklaren en herkennen;

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Binnen- en buitendijkse gebieden
Buitendijkse maatregelen
1. Rivierbedverruiming
2. Rivierbedverdieping
3. Uiterwaardvergraving
4. Nevengeul
5. Kribverlaging
6. Dijkverlegging
7. Obstakelverwijdering

Binnendijkse maatregelen
8. Retentiebekken
9. Noodoverloopgebied

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buitendijkse maatregelen
Uiterwaardvergraving
Het geheel of gedeeltelijk afgraven van de uiterwaard zodat er meer water in het winterbed past.
Nevengeul
Relatief kleine geul die min of meer evenwijdig aan de hoofdgeul loopt en die bij een gemiddelde waterstand en bij laagwater niet of nauwelijks water afvoert, maar die bij hoogwater de afvoercapaciteit van de rivier vergroot.
Verdieping
Het uitbaggeren van het zomerbed is duur en doordat de rivier steeds nieuw slib aanvoert, helpt deze maatregel maar voor korte tijd.
Kribverlaging
Het verlagen van de kribben om bij hoogwater de opstuwing te verminderen.
Rivierbedverruiming
Het landinwaarts verplaatsen van de winterdijk om een grotere waterafvoer mogelijk te maken. Heet ook rivierbedverbreding.
Obstakelverwijdering
Verwijdering van een obstakel of begroeiing uit het rivierbed dat de waterafvoer belemmert.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnendijkse maatregelen
Retentiebekken
Een binnendijks omdijkt gebied waarin bij hoogwater tijdelijk water opgeslagen kan worden
Noodoverloopgebied: Polder Noordwaard in de Biesbosch
Aan het Nationaal Park De Biesbosch grenst de polder Noordwaard. Dit landbouwgebied is in de afgelopen jaren deels ontpolderd (figuur 2.28). Delen van dijken zijn afgegraven waardoor het gebied enkele keren per jaar onder water staat, vooral in de wintermaanden.
Hoogwatergeul
Zeer ingrijpend is de aanleg van een nieuwe rivierloop buiten het winterbed, dus in het binnendijkse land. Zo’n hoogwatergeul ligt tussen twee speciaal voor dit doel gebouwde hoge dijken of hogere gronden in en maakt alleen bij hoogwater deel uit van de rivier

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke doelen heeft "Ruimte voor de Rivier"

Vier doelstellingen
1. Verlagen overstromingsrisico
2. Verbeteren leefbaarheid 
3. Versterken van de landbouw
4. Verbeteren natuur

Hoe noem je dat als er rekening wordt gehouden met meerdere aspecten?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluitende foto
Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 20 - Tekstslide

Beschrijving van de afsluitende foto

Rivieren zonder nevengeulen kun je vergelijken met snelwegen zonder parkeerplaatsen en tankstations. Het water jakkert er met hoge snelheid doorheen en voor maar een beperkte groep "weggebruikers" is er plaats. Sterke en snelle vissen redden zich wel, maar de jonge dieren en de organismen van rustig water overleven het niet. Eén hoofdstroom zonder zijgeulen is biologisch gezien erg beperkt. Een natuurlijke rivier wordt juist gekenmerkt door afgesneden meanders, meestromende nevengeulen en poelen, die alleen bij hoogwater in contact staan met de rivier. Hier is plaats voor oeverbegroeiing, in het water gevallen bomen en een rijke schakering van waterorganismen. De hoofdstroom is de slagader; het netwerk van nevengeulen de aders en haarvaten en samen zorgen ze voor de explosie van leven. De aanleg van nevengeulen speelt in die zin een cruciale rol in het ecologische herstel van de rivier.
Huiswerk
Bestuderen 2.3 maken 2 t/m 9 en de examentraining H2 (Je kan deze opdracht maken zonder atlas Behalve opgave 1 nr 4)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen voor paragraaf 2.3
  1. Je kunt de omslag in het waterbeleid na 1995 verklaren.
  2. Je kunt uitleggen met welke maatregelen zowel de veiligheid als de ruimtelijke kwaliteit (natuur, recreatie, wonen) kunnen worden verbeterd.
  3. Je kunt redenen geven waarom noodoverloopgebieden vaak toch niet zijn aangelegd.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Ruimte voor de rivier

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruimte voor de rivier

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee grote rivieren


Wat zijn dan de Lek, Ijssel, Neder-Rijn en de Waal dan?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdr 5. blz 51
a)De IJssel voert meer water af na de Rijnkanalisatie; de Lek voert veel minder water af.
   

b langs de stuwen bij Driel, Amerongen en Hagestein

c Als de waterafvoer van de Rijn laag is, wordt de stuw gesloten (figuur 2.6B) omdat er anders te weinig water naar het IJsselmeer stroomt (in verband met de drinkwatervoorziening en water voor de landbouw).
Als de waterafvoer van de Rijn hoog is, staat de stuw open (figuur 2.6A). Op die manier wordt er zo veel mogelijk water afgevoerd (en kan een eventuele overstroming worden tegengegaan.

d Er stroomde te weinig zoet (rivier)water via de rivieren (Lek, Noord en Oude Maas) naar zee (oorzaak),
waardoor het zoute water onvoldoende kon worden teruggedrongen (gevolg).

e Door de stuwen in de Neder-Rijn en de dammen in het Haringvliet en het Volkerak stroomt er (via de Noord, de Oude Maas en de Lek-Nieuwe Maas) meer water dan voorheen naar de Nieuwe Waterweg. Dit zoete water verdringt het zoute water. 





Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krib
Dijkverhoging
Terp

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werken kribben?
A
Stroomsnelheid rivier wordt hoger, rivier in het midden dieper door uitschurende werking.
B
Stroomsnelheid rivier wordt lager, rivier in het midden dieper door uitschurende werking.
C
Stroomsnelheid rivier wordt lager, rivier in het midden ondieper door sedimenterende werking.
D
Stroomsnelheid rivier wordt lager, rivier in het midden dieper door sedimenterende werking.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een rivier die volledig wordt gevoed door regen- en/of grondwater.
Een rivier die volledig wordt gevoed door smeltwater van sneeuw en/of gletsjers
Een rivier die wordt gevoed door zowel regen en grondwater al door smeltwater
smeltwater rivier
gemengde rivier
Rijn
Maas
regen rivier
regelmatig regiem
zeer onregelmatig regiem
onregelmatig regiem

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven op de juiste plaats.
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaardverlaging
Kribverlaging

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen maatregel in
het kader van Ruimte voor
de Rivier?
A
kribverlaging
B
aanleg nevengeul
C
kanaliseren
D
dijkverlegging

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke maatregel zie je hier?
A
Uiterwaardvergraving
B
Kribverlaging
C
Zomerbedverlaging
D
Obstakelverwijdering

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koppel de maatregelen (foto's) met het juiste onderdeel uit de drietrapsstrategie.
VASTHOUDEN
BERGEN
AFVOEREN

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke maatregel van Ruimte voor de rivier, hoort bij het binnendijksgebied?
A
nevengeul
B
uiterwaardvergraving
C
hoogwatergeul
D
zomerbedverdieping

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nadelen overloopgebieden
A
Functie is niet zeker.
B
Weerstand bewoners.
C
Gevaar van kwel.
D
Kostbaar.

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noodoverloopgebieden zijn maatregelen die ...... plaats vinden.
A
binnendijks
B
buitendijks

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Binnendijkse maatregelen zijn ingrijpender dan buitendijkse maatregelen
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ruimte voor de Rivier

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies