Eco presentatie

Wat zijn vrijwillige risico's?
a. Risico’s die je altijd loopt
b. Risico’s die je niet hoeft te lopen
c. Risico’s waarvoor je je niet kan verzekeren
d. Risico’s als het getroffen worden door de bliksem


1 / 26
volgende
Slide 1: Open vraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn vrijwillige risico's?
a. Risico’s die je altijd loopt
b. Risico’s die je niet hoeft te lopen
c. Risico’s waarvoor je je niet kan verzekeren
d. Risico’s als het getroffen worden door de bliksem


Slide 1 - Open vraag

Wat is een ander woord voor een verzekeringscontract?
a. Premie
b. Polis
c. hypotheek
d. geen ander woord voor

Slide 2 - Open vraag

Wat is de formule van Risico?
a. Risico= aantal voorvallen per jaar x gemiddelde schadebedrag van het voorval
b. Risico=kans op voorval x gemiddeld schadebedrag van het voorval
c. Risico= aantal voorvallen per jaar x premie van de verzekering
d. Risico= kans op voorval / gemiddelde schadebedrag van het voorval

Slide 3 - Open vraag

Wat is risico-avers gedrag
a. Wanneer je veel risico neemt
b. Wanneer je risico vermijdt
c. Wanneer je meer risico neemt zodra je een verzekering afsluit.
d. Wanneer je minder risico neemt zodra je een verzekering afsluit.

Slide 4 - Open vraag

Waar zorgt verplichte solidariteit voor?
a. Dit is het gezamenlijk dragen van risico’s in een samenleving.
b. De kosten van het verzekeringsbedrijf beperken
c. Om het aantal verzekerde laag te houden
d. Dit is het laten dragen van de zwaarste kosten door de rijkste mensen

Slide 5 - Open vraag

Wat is GEEN reden voor de overheid om een verzekering te verplichten?
a. De Overheid wil met verplichte verzekeringen mensen tegen zichzelf beschermen.
b. De kosten worden anders te groot voor de overheid zelf, hierdoor zouden ze de belastingen moeten verhogen.
c. Om je tegen andere mensen te beschermen.
d. Door de premie van verzekeringen laag te houden door het ook voor goede risico’s het verplicht te maken om te verzekeren

Slide 6 - Open vraag

Wat is de formule voor de minimale gemiddelde premiehoogte?
a. Totaal uitkeringsbedrag/aantal verzekerden = minimale premiehoogte
b. Gemiddeld uitkeringsbedrag/aantal verzekerden = minimale premiehoogte
c. Gemiddeld schadebedrag x aantal verzekerden = minimale premiehoogte
d. Aantal verzekerden/ totaal uitkeringsbedrag= minimale premiehoogte

Slide 7 - Open vraag

Wat is asymmetrische informatie?
a. Wanneer je meer risico neemt zodra je bent verzekerd.
b. Wanneer verzekeringsmaatschappijen de noodzakelijke informatie in te winnen.
c. Wanneer je in plaats van een verzekering afsluit je zelf spaart om schades op te vangen.
d. Wanneer de verzekeraar over minder informatie over je risico’s beschikt dan jijzelf.

Slide 8 - Open vraag

Hoe gaan verzekeringsmaatschappijen asymmetrische informatie tegen?
a. Door de noodzakelijke informatie in te winnen.
b. Door het instellen van een hoge premie.
c. Door zelf geld opzij te zetten.
d. Kan een verzekeringsmaatschappij niets tegen doen.

Slide 9 - Open vraag

Wat is averechtse selectie?
a. Wanneer de premie te duur wordt voor goede risico’s waardoor ze weggaan bij de verzekeraar en schade uitkering veel te hoog wordt waardoor de premie uiteindelijk onbetaalbaar wordt.
b. Wanneer er te veel asymmetrische informatie wordt gegeven waardoor de verzekeraar geen zicht meer heeft over de verzekerde.
c. Wanneer de verzekerde te veel vrijwillige risico’s nemen waardoor de premie schade uitkering stijgt.
d. Wanneer een verzekeraar een risico lage groep verzekeringnemers heeft en weinig tot niks te verzekeren heeft. Hierdoor maakt de verzekeraar veel winst en kan de premie dalen, waardoor er weer veel hoge risico’s komen waardoor de premie stijgt en dit blijft dan zo door gaan.

Slide 10 - Open vraag

Wat is een gevolg van averechtse selectie?
a. Moreel wangedrag
b. Het geven van verkeerde informatie door verzekerden
c. Een enorme premiestijging
d. Een stijging van het risico voor verzekerde

Slide 11 - Open vraag

Wat is GEEN oplossing voor averechtse selectie?
a. Eigen risico instellen
b. Verplichte solidariteit
c. Data verzamelen
d. Een bonus-malus systeem

Slide 12 - Open vraag

Zorgt moreel wangedrag voor onvrijwillige risico’s?
a. Ja
b. Nee

Slide 13 - Open vraag

Wanneer vind moreel wangedrag plaats?
a. Wanneer het gemiddeld schadebedrag hoog is
b. Wanneer je verzekerd bent
c. Wanneer er een eigen risico in plaats is
d. Wanneer het aantal verzekerden laag is

Slide 14 - Open vraag

Noem twee voorbeelden van asymmetrische informatie op de arbeidsmarkt
a. Genoten opleiding en referenties
b. Diploma's en referenties
c. competenties en werksfeer

Slide 15 - Open vraag

Wat is een voorwaarde van solidariteit?
a. De deelnemers moeten niet hetzelfde risico hebben op hetzelfde moment.
b. De deelnemers moeten hetzelfde risico hebben
c. De deelnemers moeten niet hetzelfde risico hebben op verschillende momenten
d. De deelnemers moeten hetzelfde risico hebben op elk moment.

Slide 16 - Open vraag

Wat is een bonus-malusregeling en waar komt deze vaak voor?
a. Hierdoor krijgt de verzekerde een deel van het geld terug, autoverzekeringen.
b. Een verzekerde krijgt korting op de premie voor geen schade maken, zorgverzekeringen
c. Een verzekerde wordt beloond voor het geen schade maken, autoverzekeringen
d. Een verzekerde krijgt korting op de premie voor geen schade maken, autoverzekeringen

Slide 17 - Open vraag

Wat is eigen risico?
a. Een deel van de kosten van de schade blijft voor eigen rekening.
b. Een verzekerde hoeft zelf niets te betalen, het wordt compleet vergoed.
c. Alle kosten zijn voor eigen rekening.

Slide 18 - Open vraag

Noem een voorbeeld van sociale zekerheden
a. AOW
b. zorgverzekering
c. Pensioen
d. Aanvullende zorgverzekering

Slide 19 - Open vraag

Waaruit wordt een sociale verzekering betaald?
a. Ze worden betaald uit premies van de sociale zekerheid
b. ze worden betaald uit belastingen
c. ze worden betaald vanuit de staatskas

Slide 20 - Open vraag

Wat is een manier om averechtse tegen te gaan
a. een eigen risico instellen
b. Premiestijging
c. Premiedifferentiatie

Slide 21 - Open vraag

Waarom worden zorgverzekeringen verplicht gemaakt?
a. Om betaalbaarheid voor iedereen te garanderen.
b. Om averechtse selectie te voorkomen
c. Om asymmetrische informatie te voorkomen
d. Om als staat zijnde meer te verdienen.

Slide 22 - Open vraag

Door wie worden werknemersverzekeringen betaald?
a. De staat betaald het.
b. iedere inwoner van het land.
c. Alle mensen met een inkomen dus ook AOW’ers
d. Iedereen met een inkomen uit arbeid

Slide 23 - Open vraag

Hoe wordt de gemiddelde premiehoogte berekend?
a. totale uitkeringsbedrag / aantal verzekerde
b. totale uitkeringsbedrag - aantal verzekerde
c. totale uitkeringsbedrag + aantal verzekerde
d. totale uitkeringsbedrag * aantal verzekerde

Slide 24 - Open vraag

Wat is acceptatieplicht?
a. Een verzekerde zijn verplichtingen vallen weg bij het verzekeren.
b. Een verzekerde is verplicht aan van alles zodra hij een verzekering afsluit
c. Dat een verzekeraar je moet accepteren, ongeacht je leeftijd e.d
d. Dat een verzekerde de hoogte van de premie moet accepteren

Slide 25 - Open vraag

Hoe kan moreel wangedrag leiden tot hogere premies van verzekeringen
a. Er wordt meer schade geclaimd, die wordt betaald van de premies die omhoog gaan.
b. Doordat de premies hoger zijn wordt er meer schade gemaakt
c. De premies worden verhoogd doordat de verzekeraar meer winst wil.
d. Wat is moreel wangedrag?

Slide 26 - Open vraag