Direct en indirect schudden, sidderen of walken
Direct schudden: spiergroep los schudden -> ontspannend
Indirect schudden: de spieren niet aanraken, beweging botstuk -> ontspannend
Sidderen: lijkt op vibreren maar dan grover -> ontspannend
Walken:
- 2 handen tegenovergesteld snel op en neer bewegen.
- Kan alleen op extremiteiten.
- matig tempo -> ontspannend en krachtig / hoog tempo -> stimulerend.