Les 23-10

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

• Materiaalcheck
• Lesdoelen
• Formatieve toets
• Extra uitleg of zelfstandig oefenen
• Zelfstandig werken

• Je kunt werkwoorden op de juiste manier spellen

Materiaalcheck

Leg de volgende dingen op je tafel:

Je boek voor Nederlands (nieuw Nederlands)

Laptop

Minimaal 2 pennen

Schrift voor Nederlands

Leesboek of tijdschrift

Gouden regels

• Niet roepen door de klas, je steekt je hand op als je iets wil zeggen
• Je behandelt elkaar met respect, je bent vriendelijk voor elkaar
• Tijdens de les ben je bezig met het vak Nederlands, niet met andere dingen bijvoorbeeld op je laptop

Wat verwacht ik van jullie

• Respect
• Veiligheid
• Vriendelijkheid
• Discipline

Formatieve toets

Je maakt de toets zo serieus mogelijk

De toets bepaalt wat jij vandaag en donderdag gaat doen

We werken online

Spelling paragraaf 13 en 14

Leerlingen die ik op het bord schrijf, werken samen met mij.

Werkwoordspelling

   Werkwoordspelling

    

Haal van het hele werkwoord -en af (je houdt dan de stam over).

Zit de laatste letter in 'T SeXy FoKSCHaaP?

Ja! Schrijf het voltooid deelwoord met een T aan het eind

Nee! Schrijf het voltooid deelwoord met een D aan het eind

bereiden

bereiden -en = bereid

Zit de laatste letter in 

't sexy fokschaap?

Nee, dus:

ik-vorm + de(n)

(ik) bereidde / (wij) bereidden

barsten

barsten -en = barst

Zit de laatste letter in 

't sexy fokschaap?

Ja, dus:

ik-vorm + te(n)

(ik) barstte / (wij) barstten

Voltooid deelwoord(vdw)

- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.

- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 

   (voltooid).

- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 

   van hebben, zijn of worden.

- Het voltooid deelwoord heeft soms een voorvoegsel: ge-, be-, ver- enz. Let op met werkwoorden als: beademen, bewegen, enz.

Verlengproef

Als een woord géén persoonsvorm is, gebruik je de verlengproef om te weten of het woord op een -t of een -d eindigt.

bv. voltooid deelwoord: Ik heb dat verhaal aan jou verteld. (vertelde=geen persoonsvorm-dus verteld met d)

bv. Hij wordt straks opgehaal...

opgehaalde dus opgehaald

Wat heb je geleerd deze les?

Aan welke waarde ga je vandaag werken en hoe ga je dat doen?

Paragraaf 13  en 14