Werkwoordspelling in de verleden tijd
Optie 1: het is een sterk werkwoord --> verander het werkwoord van klank om de verleden tijd te maken.
--> ik loop op straat / ik liep op straat.
Optie 2: het is een zwak werkwoord
--> maak het woord langer. Hoor je een d of een t?
--> gebruik 't kofschip-x ('t ex-kofschip)