Quiz Bestedingsinflatie/Kosteninflatie

Leerdoelen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

In een land stijgen de prijzen omdat de vraag naar goederen groter is dan het aanbod. Dit heet:
A
Kosteninflatie
B
Bestedingsinflatie
C
Geïmporteerde inflatie
D
Opgeblazen gevoel

Slide 12 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij onderstaande omschrijving: Een waardevermindering van geld, in dit geval door een stijging in de kosten van het produceren van goederen
A
bestedingsinflatie
B
inflatie
C
Kosteninflatie
D
hyperinflatie

Slide 13 - Quizvraag

In een bepaald jaar komen er opeens veel meer consumenten in een land. De bedrijven kunnen niet aan de vraag van deze consumenten voldoen. Zij hebben simpel weg niet genoeg producten. De bedrijven stellen hun verkoopprijzen bij en laten deze stijgen in de hoop dat de vraag naar producten nu minder wordt.

Vraag: Van welke soort inflatie is hier sprake?
A
bestedingsinflatie
B
kosteninflatie

Slide 14 - Quizvraag

Kies weer de letter met de juiste antwoorden.

Bij een lage rente, lenen/sparen mensen meer.
Of te wel; mensen en bedrijven geven meer/minder geld uit.
Dit kan leiden tot kosteninflatie/ bestedingsinflatie.

A
sparen, minder, kosteninflatie
B
lenen, meer, bestedingsinflatie
C
lenen, meer, kosteninflatie
D
sparen, minder, bestedingsinflatie

Slide 15 - Quizvraag

De salarissen voor bakkers gaan omhoog, dit is...
A
kosteninflatie
B
bestedingsinflatie

Slide 16 - Quizvraag

Door de Coronacrisis zitten de vakantieparken goed vol en ze besluiten de prijzen te verhogen, dit is...
A
kosteninflatie
B
bestedingsinflatie

Slide 17 - Quizvraag

Er is heel veel vraag naar de nieuwe iPhone, de Iphone wordt steeds duurder, dit noem je ...
A
kosteninflatie.
B
bestedingsinflatie.

Slide 18 - Quizvraag

Een verlaging van de rentestanden in Nederland leidt tot .........(blz 147): volgende week!
A
meer bestedingsinflatie en minder kosteninflatie.
B
meer bestedingsinflatie en meer kosteninflatie.
C
minder bestedingsinflatie en meer kosteninflatie.
D
minder bestedingsinflatie en minder kosteninflatie.

Slide 19 - Quizvraag

Nu maken
> Altijd inflatie blz 158
> Rente van de ECB blz 161

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide