Quiz WOII

Quiz WOII
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Quiz WOII

Slide 1 - Tekstslide

Welk land werd door de Duitsers niet veroverd?
A
Nederland
B
Engeland
C
Denemarken
D
Frankrijk

Slide 2 - Quizvraag

Wat is Pearl Harbor?
A
Een Amerikaanse lanceerbasis.
B
Een Amerikaanse legerbasis.
C
Een Amerikaanse luchtmachtbasis.
D
Een Amerikaanse marinehaven.

Slide 3 - Quizvraag

Hoe komt Hitler aan zijn einde?
A
Wordt gevangengenomen door de Russen en opgehangen
B
Vlucht naar Argentinie en leeft daar nog steeds
C
Pleegt zelfmoord
D
Wordt doodgeschoten door een Joodse gevangene

Slide 4 - Quizvraag

Welke Japanse stad is aan het eind van de Tweede Wereldoorlog NIET door de Amerikaanse gebombardeerd met een atoombom?
A
Nagasaki
B
Hiroshima
C
Kyoto

Slide 5 - Quizvraag

Hieronder staan vijf gebeurtenissen. Zet deze gebeurtenissen in de juiste (tijds)volgorde, zodat een juist oorzaak-gevolg-verhaal ontstaat:

1. Duitsland capituleert.
2. Duitsland valt Rusland aan.
3. Het Duitse leger wordt in Rusland verslagen.
4. Hitler pleegt zelfmoord.
5. Rusland valt Duitsland binnen en bezet Berlijn.
A
2 --> 3 --> 5 --> 4 --> 1
B
2 --> 3 --> 5 --> 1 --> 4
C
2 --> 3 --> 4 --> 5 --> 1
D
2 --> 5 --> 3 --> 4 --> 1

Slide 6 - Quizvraag

Geef van de 5 voorbeelden aan of hier sprake is van 'verzet' of 'collaboratie':

1. Persoonsbewijzen vervalsen.
2. Joodse kinderen helpen.
3. Onderduikers verraden.
4. Illegale kranten verspreiden.
5. Nazi- propaganda verspreiden.
A
1. verzet, 2. verzet, 3. collaboratie, 4. verzet, 5. collaboratie
B
1. collaboratie, 2. verzet, 3. collaboratie, 4. verzet, 5. collaboratie
C
1. verzet, 2. verzet, 3. collaboratie, 4. collaboratie , 5. collaboratie
D
1. collaboratie, 2. collaboratie, 3. verzet, 4. collaboratie, 5. verzet

Slide 7 - Quizvraag

Hieronder staan vier gebeurtenissen in Nederland tussen 1939 en 1942:

1 Duitse troepen vallen Nederland binnen.
2 grote staking tegen Jodenvervolging
3 Nederland mobiliseert.
4 Nederlandse leger capituleert.

Zet de 4 gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (van vroeger naar later)
A
Eerst 3, dan 1, vervolgens 4 en ten slotte 2.
B
Eerst 1, dan 3, vervolgens 4 en ten slotte 2.
C
Eerst 3, dan 4, vervolgens 1 en ten slotte 2.
D
Eerst 3, dan 1, vervolgens 2 en ten slotte 4.

Slide 8 - Quizvraag

De president van de Verenigde Staten besloot tijdens de Tweede Wereldoorlog atoombommen in te zetten tegen Japan.

Welk argument had de president voor de inzet van de atoombommen?
A
De Amerikanen dachten dat bij de verovering van Japan veel van hun soldaten zouden sneuvelen.
B
De As-mogendheden hadden een bondgenootschap gesloten met de Sovjet-Unie.
C
De Geallieerden wilden voorkomen dat de Sovjet-Unie een atoombom zou inzetten.
D
Japan weigerde zich over te geven aan de As-mogendheden.

Slide 9 - Quizvraag

Welke landen behoorden in de Tweede Wereldoorlog tot de Geallieerden?
A
Finland, Groot-Brittannië, Rusland, Spanje
B
Finland, Italië, Spanje, Zwitserland
C
Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland, de Verenigde Staten
D
Frankrijk, Italië, Verenigde Staten, Zwitserland

Slide 10 - Quizvraag

Enkele gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog:

1 de aanval op Pearl Harbor (zie bewegend plaatje)
2 de atoombom op Hiroshima
3 de Duitse inval in Polen
4 de invasie in Normandië (D-day)

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
A
Eerst 3, dan 1, vervolgens 4 en ten slotte 2.
B
Eerst 1, dan 3, vervolgens 4 en ten slotte 2.
C
Eerst 3, dan 4, vervolgens 1 en ten slotte 2.
D
Eerst 3, dan 1, vervolgens 2 en ten slotte 4

Slide 11 - Quizvraag

Met welk land sluit Hitler een niet-aanvalsverdrag?
A
Sovjet-Unie
B
VS
C
Oostenrijk
D
Frankrijk

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noemen we de manier van oorlog voeren waarmee Duitsland veel gebied veroverd?
A
Von Schlieffenplan
B
Blitzkrieg
C
Counteraanval
D
Catenaccio

Slide 13 - Quizvraag

Welke van de volgende groepen werden door de nazi’s vervolgd?
A
communisten, homoseksuelen, zigeuners, joden
B
communisten, homoseksuelen, katholieken, joden
C
studenten, homoseksuelen, katholieken, joden
D
studenten, homoseksuelen, zigeuners, joden

Slide 14 - Quizvraag


➤De Tweede Wereldoorlog duurde van:




A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 15 - Quizvraag

De Tweede Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de asmogendheden.

Welk land hoorde bij welke kant?

Asmogendheden
Geallieerden

Slide 16 - Sleepvraag


➤Wat is de aanleiding Tweede Wereldoorlog in Europa?




A
Bombardement Rotterdam
B
Aanval op Amerika
C
Stoppen herstelbetalingen
D
Aanval op Polen

Slide 17 - Quizvraag


➤Welke Nederlandse stad werd in het begin van de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd?




A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Rotterdam
D
Utrecht

Slide 18 - Quizvraag


‘Joden zijn Untermenschen.’

➤Is dit een vorm van antisemitisme?




A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

In welk land vond D-day plaats?
Sleep het plaatje naar de juiste kaart

Slide 20 - Sleepvraag


➤Door welke gebeurtenis eindigde de Tweede Wereldoorlog?




A
De atoombom op Nagasaki
B
De val van Berlijn
C
D-Day
D
Operatie Market-Garden

Slide 21 - Quizvraag

En nu?
Check of je de leerdoelen onder de knie hebt.
Zet ze in de vragende vorm.
Maak een samenvatting. 
Bekijk de filmpjes uit de studiewijzer. 

Slide 22 - Tekstslide