In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Waar zullen de aankomende lessen over gaan ?
Slide 2 - Woordweb
Planning
Instructie
Buurtonderzoek groepjes maken + keuze buurt
Toets inzien
Huiswerk
Leerdoelen nabespreken
Slide 3 - Tekstslide
Spullen pakken!
In de klas:
Pak je aantekeningenblad en mapje.
Pak een pen en potlood.
- Luister goed
- Wees stil als je niet de beurt krijgt,
- Stel vragen als je het niet begrijpt of nieuwsgierig bent en maak aantekeningen!
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen H7 Les 1
Na deze les kunnen jullie:
Het verschil verklaren tussen een wijk en een buurt.
De 5 kenmerken van het ruimtegebruik (inrichting) benoemen.
Het verschil uitleggen tussen laagbouw en hoogbouw.
Slide 5 - Tekstslide
Eigen omgeving =
Het gebied rond je eigen huis waar je bijna dagelijks komt.
Slide 6 - Tekstslide
Kenmerken van de eigen omgeving
Ruimtegebruik= welke functie heeft een gebied/hoe wordt een gebied gebruikt
Wonen
Werken
Verkeer
Recreatie
Voorzieningen
Voorzieningen = Iets waar bewoners van een wijk gebruik van kunnen maken (Winkel, school, bibliotheek, dokterspraktijk, park, speeltuin)
Slide 7 - Tekstslide
Wijk of een buurt?
Wijk: een deel van een dorp of een stad
Buurt: een deel van een wijk
Slide 8 - Tekstslide
Ruimtegebruik
Wonen
Deze buurt in het stadsdeel oost van Amsterdam, noemt men de indische buurt. Door de nederlandse koloniale geschiedenis met Indonesië, zijn veel straten vernoemd uit die tijd.
Voorziening
Onder de appartementen op de hoek van de straten zie je vaak dat een woning is gebruikt als voorziening. Hier zien we een klein bakkertje met turkse roots.
Verkeer
Iedere buurt staat verbonden met de hoofdstraat die meerdere buurten met elkaar verbindt. Deze straten zijn de aders van de buurten, mensen maken hier dagelijks veel gebruik van.
Recreatie
Aan de straten heeft de gemeente publieke voorzieningen geplaatst, waar iedereen gebruik mag maken. Hier staan bijvoorbeeld bankjes waar mensen even kunnen zitten, om bijvoorbeeld met elkaar te, praten rusten, sporten, of te genieten van het weer. Bankjes hebben ook een verbindende functie, het brengt mensen bij elkaar.
Werken
Op de hoek van de straat zijn een aantal bedrijven gevestigd (Taxicentrale,Calcenter). Deze bedrijven zorgen ervoor dat mensen vanuit de buurt of verder kunnen werken.
Ruimtegebruik = het gebruik van de ruimte voor: wonen, werken, verkeer, voorzieningen en recreatie.
Slide 9 - Tekstslide
Hoogbouw, meergezinswoningen.
-Meestal meerdere verdiepingen meer dan 1
-Meestal geen tuin
Laagbouw, eengezinswoning.
-Meestal niet meer dan 3 verdiepingen
-Meestal een tuin.
Slide 10 - Tekstslide
Buurt onderzoek Deel 1
Jullie gaan in tweetallen verschillende wijken onderzoeken
Max 2 Groepjes per wijk.
Buurt onderzoek tijdens de lessen
Slide 11 - Tekstslide
Buurtverdeling
Noorderham (Krommenie)
Rosariumbuurt (Krommenie)
Noorderhoofdbuurt (Krommenie)
Zuiderham (Krommenie)
Snuiverbuurt (Krommenie)
Zuiderhoofdbuurt (Krommenie)
Langeheit (Assendelft/Saendelft)
Parkrijk (Assendelft/Saendelft) (De groene stip is school;)
Maak het tweetal bekend binnen de tijd!
timer
2:00
Slide 12 - Tekstslide
De buurtverdeling
Slide 13 - Tekstslide
Zelf de toets nakijken
Het doel, goed kijken wat er goed of fout ging.
Waar ligt dit aan?
Begrijp je het niet, vraag het aan je docent via teams!
Luister mee en noteer de vragen/vraag waar vragen of opmerkingen over zijn.
timer
7:00
Slide 16 - Tekstslide
Huiswerk
Hoofdstuk 7
Paragraaf 1:
Opdracht 1 & 4
timer
10:00
Slide 17 - Tekstslide
Planning
Instructie
Buurtonderzoek groepjes maken + keuze buurt
Buurtonderzoek gegevens opzoeken
Toets inzien
Leerdoelen nabespreken
Slide 18 - Tekstslide
Leerdoelen H7 Les 1
Na deze les kunnen jullie:
Het verschil verklaren tussen een wijk en een buurt.
Een wijk is een deel van een dorp of een stad. Een wijk bestaat uit verschillende buurten. Een buurt is dus een deel van een wijk.
De 5 kenmerken van het ruimtegebruik (inrichting) benoemen.
Wonen, werken, verkeer, recreatie, voorzieningen
Het verschil uitleggen tussen laagbouw en hoogbouw.
Laagbouw zijn woningen die max 2/3 verdiepingen heeft (eengezinswoning), hoogbouw heeft meerdere verdiepingen (flat, appartementencomplex)(meergezinswoning)
Slide 19 - Tekstslide
Je eigen omgeving is het gebied rond je huis waar je dagelijks komt
timer
0:15
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Wat heb je vorige les al behandelt?
timer
0:15
A
Welke soorten ruimtegebruik er zijn in je (woon)wijk
B
De kenmerken van gemeentes
C
Hoe de inrichting van een woonwijk eruitziet.
D
Wat de kenmerken van de bewoners zijn.
Slide 21 - Quizvraag
Recreatie
timer
0:15
A
Park
B
Weiland
Slide 22 - Quizvraag
Welk ruimtegebruik?
timer
0:15
Slide 23 - Open vraag
Verkeer
timer
0:15
A
Rijschool
B
Parkeerplaats
Slide 24 - Quizvraag
Wat is geen voorziening?
timer
0:15
A
ziekenhuis
B
school
C
winkels
D
rivier
Slide 25 - Quizvraag
Spullen pakken!
In de klas:
Pak je aantekeningenblad.
Pak een pen en potlood.
Luister goed, stel vragen als je het niet begrijpt en maak aantekeningen!
Online:
Maak de aantekeningbladeren op microsoft teams, bij het kopje opdrachten.
Maak aantekeningen online en teken in word via het tabblad tekenen
Luister goed, stel vragen als je het niet begrijpt en maak aantekeningen!
Slide 26 - Tekstslide
Leerdoelen H7 Les 2
Na deze les kunnen jullie:
Het verschil uitleggen tussen een koopwoningen een huurwoning.
Op een kaart de dorpskern en het bedrijventerrein kunnen lezen.
Slide 27 - Tekstslide
KOOP- OF HUURWONING?
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Wat zou jij doen, kopen of huren. Leg uit waarom.
Slide 30 - Open vraag
Woonhuis kopen of huren?
Koopwoning: eigendom, na afbetaling hypotheeklening is de woning van jou.
Huurwoning: geen eigendom, geen zorgen, groot onderhoud door eigenaar(huurbaas, woningcorporatie), geen risico waardedaling.
Slide 31 - Tekstslide
woningcorporatie
Organisatie die zich richt op bouwen, beheren en verhuren van betaalbare woonruimte.
Slide 32 - Tekstslide
Dorpskern = Het oude centrum van een dorp, met de kerk.
Bedrijventerrein = een speciaal aangelegde wijk voor kantoren, showrooms, en andere bedrijven
Krommenie
Slide 33 - Tekstslide
Dorpskern = vaak in het centrum van het dorp.
Bedrijventerrein = vaak aan de rand van een dorp/stad. Praktische ligging vanwege transport
Hoe te herkennen op een kaart ?
Slide 34 - Tekstslide
Deel 1 - Ruimtegebruik van de buurt
Maak een screenshot op maps van jou gekozenbuurt.
Geef de buurt kaders.
Kleur de verschillende kenmerken in met een aparte kleur maak een logische legenda:
Slide 35 - Tekstslide
Huiswerk
Hoofdstuk 7
Paragraaf 1:
Opdracht 5 & 6
Volgende les: laatste les voor Deel 1, maak dus stappen vooruit !
Slide 36 - Tekstslide
Leerdoelen H7 Les 1
Na deze les kunnen jullie:
Het verschil uitleggen tussen een koopwoningen een huurwoning.
Een koopwoning wordt eigendom door een lening (hypotheek), een huurwoning huur je voor langere tijd
Op een kaart de dorpskern en het bedrijventerrein lezen.
De dorpskern ligt vaak in het centrum van het dorp (is daar vroeger ontstaan), bedrijventerreinen liggen vaak aan de rand van een dorp/stad.
Slide 37 - Tekstslide
Verder met de plattegrond
Ga deze les verder met het inkleuren van de soorten ruimtegebruik. Denk hierbij aan de verschillende ruimtegebruiken.
Laat dit ook duidelijk in de legenda zien ! Vergeet de titel & noordpijl niet