In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Weet jij in welke wijk je woont ?
Slide 2 - Woordweb
Planning
Instructie
Huiswerk
Buurtonderzoek groepjes maken
Leerdoelen nabespreken
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen H7 Les 1
Na deze les kunnen jullie:
Het verschil verklaren tussen een wijk en een buurt.
De 5 kenmerken van het ruimtegebruik (inrichting) benoemen.
Het verschil uitleggen tussen laagbouw en hoogbouw.
Slide 4 - Tekstslide
Eigen omgeving =
Het gebied rond je eigen huis waar je bijna dagelijks komt.
Slide 5 - Tekstslide
Kenmerken van de eigen omgeving
Wonen
Werken
Verkeer
Recreatie
Voorzieningen
Voorzieningen = Iets waar bewoners van een wijk gebruik van kunnen maken (Winkel, school, bibliotheek, dokterspraktijk, park, speeltuin)
Slide 6 - Tekstslide
Wijk of een buurt?
Wijk: een deel van een dorp of een stad
Buurt: een deel van een wijk
Slide 7 - Tekstslide
Inrichting
Wonen
Deze buurt in het stadsdeel oost van Amsterdam, noemt men de indische buurt. Door de nederlandse koloniale geschiedenis met Indonesië, zijn veel straten vernoemd uit die tijd.
Voorziening
Onder de appartementen op de hoek van de straten zie je vaak dat een woning is gebruikt als voorziening. Hier zien we een klein bakkertje met turkse roots.
Verkeer
Iedere buurt staat verbonden met de hoofdstraat die meerdere buurten met elkaar verbindt. Deze straten zijn de aders van de buurten, mensen maken hier dagelijks veel gebruik van.
Recreatie
Aan de straten heeft de gemeente publieke voorzieningen geplaatst, waar iedereen gebruik mag maken. Hier staan bijvoorbeeld bankjes waar mensen even kunnen zitten, om bijvoorbeeld met elkaar te, praten rusten, sporten, of te genieten van het weer. Bankjes hebben ook een verbindende functie, het brengt mensen bij elkaar.
Werken
Op de hoek van de straat zijn een aantal bedrijven gevestigd (Taxicentrale,Calcenter). Deze bedrijven zorgen ervoor dat mensen vanuit de buurt of verder kunnen werken.
Inrichting = het gebruik van de ruimte voor: wonen, werken, verkeer, voorzieningen en recreatie. Heet ook ruimtegebruik.
Slide 8 - Tekstslide
Hoogbouw, meergezinswoningen
Laagbouw, eengezinswoning
Slide 9 - Tekstslide
Buurt onderzoek Deel 1
Jullie gaan in tweetallen verschillende wijken onderzoeken
Max 2 Groepjes per wijk.
Buurt onderzoek tijdens de lessen en zelf
Maak deze les het tweetal bekend !
Slide 10 - Tekstslide
Buurtverdeling
Noorderham (Krommenie)
Rosariumbuurt (Krommenie)
Noorderhoofdbuurt (Krommenie)
Zuiderham (Krommenie)
Snuiverbuurt (Krommenie)
Zuiderhoofdbuurt (Assendelft/Saendelft)
Parkrijk (Assendelft/Saendelft) (De groene stip is school;)
Slide 11 - Tekstslide
De buurtverdeling
Slide 12 - Tekstslide
Huiswerk
Hoofdstuk 7
Paragraaf 1: Opdracht 1 t/m 5
Maak tweetallen
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoelen H7 Les 1
Na deze les kunnen jullie:
Het verschil verklaren tussen een wijk en een buurt.
Een wijk is een deel van een dorp of een stad. Een wijk bestaat uit verschillende buurten. Een buurt is dus een deel van een wijk.
De 5 kenmerken van het ruimtegebruik (inrichting) benoemen.
Wonen, werken, verkeer, recreatie, voorzieningen
Het verschil uitleggen tussen laagbouw en hoogbouw.
Laagbouw zijn woningen die max 2/3 verdiepingen heeft (eengezinswoning), hoogbouw heeft meerdere verdiepingen (flat, appartementencomplex)(meergezinswoning)
Slide 14 - Tekstslide
Je eigen omgeving is het gebied rond je huis waar je dagelijks komt
timer
0:15
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Wat heb je vorige les al behandelt?
timer
0:15
A
Welke soorten ruimtegebruik er zijn in je (woon)wijk