Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Schrijven Perron 1 en 2 leerjaar 3
Schrijven Perron 1 en 2
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Schrijven Perron 1 en 2
Slide 1 - Tekstslide
Formeel en informeel taalgebruik.
Slide 2 - Tekstslide
Informeel taalgebruik betekent...
A
onbeschoft taalgebruik
B
persoonlijk taalgebruik
C
zakelijk taalgebruik
D
net taalgebruik
Slide 3 - Quizvraag
Formeel taalgebruik is.......
A
zakelijk taalgebruik
B
persoonlijk taalgebruik
Slide 4 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Zowel informeel als formeel taalgebruik
is netjes en duidelijk.
A
Waar
B
Niet waar.
Slide 5 - Quizvraag
"Hé, yo Mandy,
Hoe gaat ie?"
Dit is een voorbeeld van....
A
formeel taalgebruik
B
informeel taalgebruik
Slide 6 - Quizvraag
Als je afsluit met "hoogachtend", doe je dat in een ..................
A
formele brief
B
informele brief
C
formele én informele brief
Slide 7 - Quizvraag
"Je" en "jij" gebruik je vooral in een....
A
formele brief
B
informele brief
C
formele én informele brief
Slide 8 - Quizvraag
Kun jij verschillen opschrijven tussen formeel en informeel taalgebruik?
Slide 9 - Open vraag
Hoofdletters en punten.
H
D
M
Z
Slide 10 - Tekstslide
Waarom is het gebruik van hoofdletters en punten in alle teksten heel belangrijk?
A
Weet ik niet.
B
Dat staat netter.
C
Omdat de tekst dan beter te lezen is.
D
Omdat dat nou eenmaal de afspraak is.
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Video
Wanneer gebruik
je een hoofdletter?
Slide 13 - Woordweb
Welke naam is goed geschreven?
A
meneer van der plas
B
Meneer van der Plas
C
meneer Van der Plas
D
meneer Van Der Plas
Slide 14 - Quizvraag
Tekstdoelen en hoofdgedachten
Slide 15 - Tekstslide
Een tekst heeft altijd een doel.
A
Waar.
B
Niet waar.
Slide 16 - Quizvraag
Wat wordt er bedoeld met de term tekstdoel?
A
Het onderwerp van de tekst.
B
De doelgroep van de tekst.
C
De samenvatting van de tekst.
D
Het doel van de tekst.
Slide 17 - Quizvraag
Kun je de vijf tekstdoelen noemen?
Slide 18 - Open vraag
Als een tekst meerdere tekstdoelen heeft, is er geen hoofddoel meer.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Het onderwerp van de tekst.
B
Wat andere mensen weten van de tekst.
C
Het belangrijkste wat de schrijver wil zeggen.
D
Wat je zelf bedenkt bij een gelezen tekst.
Slide 20 - Quizvraag
meningen, feiten en argumenten
Slide 21 - Tekstslide
Een mening is hetzelfde als een feit.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Een argument is altijd een feit.
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Een argument gebruik je om een stelling te bewijzen of te ontkrachten.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Mevrouw de Vries is in 1973 geboren.
Dit is een.....
A
Feit
B
Mening
Slide 25 - Quizvraag
Dat was echt een fantastisch feest!
Dit is een.......
A
Feit
B
Mening
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Station Lezen, zakelijke teksten BK2 perron 1
Oktober 2024
- Les met
50 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Kbl, Schrijven 1, entree ticket
Oktober 2021
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Mondelinge taalvaardigheid
Juni 2016
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
EVE Klas 2 Schrijfvaardigheid: Zakelijke e-mail sollicitatie
September 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1-4
Starttaal 2F H4 les 4.2 formeel - informeel
12 dagen geleden
- Les met
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
EVE Klas 3 Schrijfvaardigheid: Zakelijke e-mail
September 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Lezen: zakelijke teksten Perron 1-4 BK/KGT
Maart 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Herhaling perron 1 en perron 2
Oktober 2020
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3