Wat: je leest de theorie op bladzijde 10 en maakt opdracht 5, 6 en 7 in je schrift. Kijk daarna je antwoorden.
Hoe: zelfstandig of in tweetallen.
Hulpmiddel: je reader of de docent.
Tijd: 20 minuten
Uitkomst: de antwoorden opgeschreven in je schrift.
Klaar?: Werk verder aan paragraaf 2 of lees verder in je leesboek.